1 Inleiding
Filosofie als …
Product: wat anderen dachten bestuderen
Proces: het zelf denken
Progymnasmata: ‘opwarmingsoefeningen
→ oefeningen in het leren goede verhalen brengen
Retorica: overtuigkunde
In SW
o Cliënt: de cliënt overtuigen met goede argumenten in plaats van met dwang
o Belangen: opkomen voor de belangen van de cliënt
Filosofie is kijken naar de wereld
→ HEIMSPEKI
Heim: wereld
Speki: kijken
Filosofie: zich oriënteren in de wereld
Conceptualiseren: iets in duidelijke begrippen of beelden vastleggen
‘Wereld’ kan conceptueel veel betekenen
Wereld is planeet, met alle geografische, biologische, fysieke en materiële feiten
Is belevenisruimte van elke mens/mensen
Is abstract in ruimte
Verzameling van concepten en begrippen stellen de wereld voor
Als kaart
Constant zoeken om kaart te verbeteren
Uitdrukkingen met wereld
o Hij is niet van de wereld
o De wereld in een doosje hebben (gelukkig zijn)
o De omgekeerde wereld
Filosofie is oorspronkelijk denken
Oorsprong-kelijk denken
Vertrekt vanuit de oorsprong (waarden en principes die ons drijven)
Waar hoor ik thuis?
Waar kom ik vandaan?
Is beginnen (laat nieuwe inzichten toe)
Vrije ruimte nodig
Ont-goochelend (oorsprong bloot leggen MAAR nieuwe dingen ontdekken)
Zoekend, tentatief, experimenteel
Creëert nieuw denken
‘Sometimes there is so much beauty in the world’
→ voorbeeld van oorspronkelijk denken
→ conceptuele ontdekking
Filosoferen: een activiteit met als doel kennis (her)ordening en verwerving. Om dat te doen is
er nood aan het conceptualiseren van de wereld
→ dit proces wordt op gang gebracht door een vraag
1
,Emelie Vloebergh
1 SW B15
Conceptualiseren: creatief proces van beeld en begripsvorming. Is het leren voorstellen van
gedachten. Bij het conceptualiseren moet je naar buiten komen.
Om de wereld beter te kunnen voorstellen
Om te leren benoemen
Om taal te vinden
Filosofie is interessant als er een ongebruikelijke relatie tussen vertrouwde zaken (gekende
kaders) aangeboord worden. Dat brengt het proces van herordening op gang
→ een vraag kan de vinger op het ‘ongebruikelijke’/niet-vanzelfsprekende van een relatie
tussen 2 concepten leggen
→ voorbeeld: kan je koeien opvoeden?
Vragen
Moeten prikkelen
Moet voor interesse zorgen
Verwondering
‘Zo-had-ik-het-nog-niet-bekeken’ gevoel
Domeinen van filosofie
Taalfilosofie
o Taalkundige activiteiten
Ethiek
o Het goede en het slechte
Epistemologie
o Oorsprong van kennis
Metafysica en ontologie
o Metafysica: wijsgerige leer die het wezen van de stoffelijke werkelijkheid
onderzoekt, maar niet uit de zintuiglijke waarneming ervan/bovennatuurlijke
o Ontologie: bestaande dingen in categorieën onderbrengen
Esthetica
o Kunstfilosofie
Filosofie onderscheidt zich van
Ideologie: ideeën over hoe je de samenleving best organiseerd
Religie: ideeën over de relatie van de mens met het ‘al’
Wetenschap: specifiek object en welomschreven methode
Vrije kunsten: kunst
Filosofie onderscheidt ook
Kwesties (vraagstellingen)
Eerste orde Tweede orde
Doen Denken
Praktisch Theoretisch
Oplossingen Betekenissen (waarheden)
Nut Vooronderstelling
Instrumenteel (hoe) Substantieel (wat is)
Doel – middel Waarheid
o Eerste orde kwesties
Vragen over feiten, problemen, oplossingen
Concreet en verifieerbaar antwoord
o Tweede orde kwesties
2
, Emelie Vloebergh
1 SW B15
Vragen naar diepere betekenis: waarden, vooronderstellingen,
bedoelingen
Reflectie
o Vooronderstelling: wat ertoe geleid heeft dat iemand iets zegt, gebruik van
theoretisch kader
Denken (rationaliteit)
→ Karl Mannheim en Max Weber
o Instrumentele rationaliteit
Verwerken van feitenkennis (oorzaak – gevolg)
Wetenschappelijk onderzoek
Eerste ordevragen
Kenmerkend voor het liberalisme, moderne markteconomie en vaak
als een ‘doel-heiligt-de-middelen’
o Substantiële rationaliteit
o Verwerven van inzichten
o Filosofisch onderzoek
o Fundamenten
o Tweede ordevragen
Oefeningen
→ verander eerste orde in tweede orde
Hoe laat is het?
→ wat is tijd?
Zie je mij nog graag?
→ ja, maar wat houdt dat in?
Waarom heeft ze haar vriendin geslagen?
→ betekenis van vriendschap?
Waarom heb je hem graag?
→ wat is graag zien?
Waarom behandelt ze haar huisdier als een persoon?
→ wat betekent het een huisdier als een persoon te behandelen?
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emelievloebergh. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.