Deel I: Inleiding en instellingen
Europese Unie en internationale handel
Inhoudsopgave
Deel I: Inleiding en instellingen ....................................................................................................................... 2
Hfstk 1 : introductie tot de wereldeconomie ....................................................................................................... 2
Hfstk 2 : Internationale Economische instellingen sinds WOII ............................................................................. 7
Deel II: Internationale Handel ....................................................................................................................... 14
Hfstk 3 : tarieven, subsidies en quota’s ............................................................................................................. 14
Hfstk 4 : Argumenten voor een handelsbeleid................................................................................................... 29
Hfstk 5 : Internationale handel en standaarden mbt arbeid en milieu .............................................................. 35
Deel III: Wereldhandel en de regionale handelsakkoorden ........................................................................... 42
Hfstk 6 : Extra uitleg voor volgende hfstk’n ....................................................................................................... 42
Hfstk 7 : Het NAFTA-akkoord (N-A) (1994 en 2018) .......................................................................................... 52
Hfstk 8 : De Europese Unie ................................................................................................................................ 60
Hfstk 9 : Het handelsbeleid in Latijns-Amerika .................................................................................................. 72
Hfstk 10 : Export-georiënteerde groei in Oost Azië ........................................................................................... 79
Hfstk 11 : China en India in de wereldeconomie................................................................................................ 84
Deel IV: Internationale Politiek ..................................................................................................................... 90
Hfstk 12 : Van bipolaire naar unipolaire, naar een multipolaire naar een apolaire wereld ?............................ 90
Hfstk 13 : Poetin’s speciale militaire operatie ................................................................................................... 96
, Deel I: Inleiding en instellingen
DEEL I: INLEIDING EN INSTELLINGEN
HFSTK 1 : INTRODUCTIE TOT DE WERELDECONOMIE
1.1. V OOR - EN NADELEN VAN I NTERNATIONALE ECONOMISCHE INTEGRATIE
Internationale integratie van nationale economieën:
• Voordelen:
- Technologische innovatie
- Goedkopereproducten
- Meer investeringen in regio’s schaars aan grondstoffen
- ...
• Nadelen:
- Economieën zijn meer kwetsbaar voor economische problemen die nu veel gemakkelijker van de ene
plaats naar de andere kunnen worden overgedragen
Economen zijn het er echter over eens dat de winsten van handel groter zijn dan de kosten
1.2. D E MEETINSTRUMENTEN VAN I NTERNATIONALE ECONOMISCHE INTEGRATIE
Integratie is niet nieuw: doorheen de geschiedenis kunnen verschillende golven van ‘integratie van de
wereldhandel’ onderscheiden worden. Vaak kon een nieuwe golf in verband gebracht worden met een nieuwe
uitvinding (o.a. spoorweg, telefoon, auto, vliegtuig, ...)
Hier is veel onderzoek naar gedaan, zoals bv.naar de verschillende cycli van de industrializering, zoals
® = Kondratiev Long Waves (de golfbeweging van Kondatriev) (6 golven zie extra doc)
• De historische ontwikkeling van het kapitalisme is georganiseerd rond verschillende grote golven
- Die elk betrekking hadden op een verschillende technologie
- Én waarbij de economische ontwikkeling altijd eerst versnelde en daarna vertraagde
Maar soms hebben politieke factoren of andere gebeurtenissen (zoals bijvoorbeeld Covid19) de
handelspatronen ook beïnvloed
Er zijn vier criteria/maatstaven om mate van integratie te meten:
- Handelsstromen
- Kapitaalmobiliteit
- Arbeidsmobiliteit
- (Gelijkaardigheid van prijzen in afzonderlijke markten)
1.2.1 Handelsstromen
Export- en importcijfers zijn een indicator van economische integratie
Sinds eind WOII is wereldhandel veel sneller gegroeid dan de wereldoutput:
- In 1950: totale wereldexport 5,5% van het wereld BBP
- In 2005: totale wereldexport 20,5% van het wereld BBP
!"#$%&'()#*%&
De index van openheid is de ratio van handel tot BBP = ! "
++,
- Meet belang van de internationale handel in de economie van een land
- Zegt niets over de grootte van de handelsbarieres of het handelsbeleid van een
2
, Deel I: Inleiding en instellingen
In het algemeen:
• Grote landen minder afhankelijk van internationale handel ® kleinere index van openheid
- Aangezien hun bedrijven in het eigen land een optimale productiegrootte kunnen bereiken zonder dat ze
daarvoor absoluut moeten verkopen in buitenlandse afzetmarkten
• Kleinere landen hebben een grotere index van openheid
1. Openheidsindex in alle landen tussen 1913 en
1950 (periode met handel) en nadien (periode
met handel ).
2. VS: grootste economie, kleinste index.
3. Nederland: kleinste economie, grootste index.
Grafiek geeft historisch overzicht van de neergang en de daaropvolgende opgang van de internationale handel
vanaf WOII, geeft echter geen info over de samenstelling van de handelsstromen (= het type goederen die
verandeld werden)
< WOI Vandaag
- Voornamelijk landbouwproducten en grondstoffen - Voornamelijk industriële consumptiegoederen en
productiegoederen (machines)
- Veel meer blootgesteld aan internationale
competitie dan vroeger
- Multinationale ondernemingen
- Revolutie in telecommunicatie en verbeteringen in
transport
- Outsourcing
1.2.2 Kapitaal- en arbeidsmobiliteit
Bewegingen van productiefactoren zijn indicatoren van economische integratie
- Wanneer nationale economiëen meer verbonden geraken, dan verplaatsen arbeid en kapitaal zich
gemakkelijker over de nationale landsgrenzen heen
Arbeid is echter vandaag de dag internationaal gezien minder mobiel dan in 1900
- Arbeidsmobiliteit verloopt met ups en downs
- Vandaag: vaak visa, greencard, ... hebben om bv. In Amerika te gaan werken
Kapitaal is vandaag de dag internationaal gezien meer mobiel dan in 1900
- O.a. technologische verbeteringen hebben voor een stijging van de kapitaalmobiliteit gezorgd (je moet
je geld niet meer letterlijk meesleuren)
3
, Deel I: Inleiding en instellingen
1.3. 3 KENMERKEN VAN DE HEDENDAAGSE INTERNATIONALE ECONOMISCHE RELATIES
1.3.1 Sterke integratie
- Hoge inkomenslanden hebben lage barrières voor de import van geïndustrialiseerde goederen
(“manufactured goods”)
- Een aantal uitzonderingen zijn bv. textiel, kleding en bepaalde voedselproducten Lagere
handelsbarrières zijn het resultaat van onderhandelingen en overeenkomsten die begonnen na WOII
- Bepaalde soorten binnenlands beleid zijn echter een barrière voor handel gaan vormen
o Bv. de richtlijnen m.b.t. arbeid en milieu, de regels van eerlijke economische mededinging, enz...
Er zijn twee types van integratie:
Oppervlakkige integratie (shallow integration)
- Integratie aan de grens van land, door eliminatie van handelsbeperkingen (tarieven en quota’s)
- Beïnvloeden enkel de onmiddellijke stroom van goederen en diensten die over de grens komen
Diepgaande integratie (deep integration)
- Eliminatie of reductie van handelsbeperkingen die veroorzaakt werden door een niet-
handelsgerelateerd binnenlands beleid
- Beïnvloedt meer dan enkel de stroom van goederen en diensten die de grens oversteken, aangezien
een aantal binnenlandse beleidsvormen kunnen veranderd zijn om te komen tot deze integratie,
inclusief de zeer fundamentele regels omtrent de relatie bedrijfsleven-overheid
o Bv. Regels omtrent milieu, arbeid, consumentenveiligheid, overheidshulp aan bepaalde
industrieën
1.3.2 Multilaterale organisaties
- Na WOII hebben de westerse geallieerden een aantal internationale organisaties opgericht die een
actieve rol hebben gekregen in het behoud van de internationale economische en politieke stabiliteit
- Het IMF, de WB, het GATT, de VN, de WHO, ...
- Deze instellingen zijn pogingen om acceptabele handelsregels te creëren op wereldvlak en om
mogelijke twistpunten op te lossen vooraleer deze zich kunnen verspreiden over de nationale grenzen
heen
1.3.3 Regionale handelsovereenkomsten (RTA’s)
- Overeenkomsten tussen een aantal groepen en naties (regels met elkaar en niet rest van de wereld)
- Significante stijging in het aantal RTA’s die de laatste 30 jaar (voornamelijk in de jaren 1990) werden
ondertekend
o Bv. NAFTA, EU, MERCOSUR, APEC, ...
- De vorming van dergelijke preferentiële handelsakkoorden is ook zeer controversieel
1.4. T RANSPORTNETWERKEN IN HISTORISCH PERSPECTIEF ( VANAF 1700)
= Wat heeft de mens veranderd om de handel te bevorderen? Welke uitvindingen hebben met andere
woorden handel vergemakkelijkt?
Heel belangrijk: niet iedereen bekijkt de wereld vanuit hetzelfde perspectief!
4