Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting nederlands laagland a module 2 en 4 €4,99   Ajouter au panier

Resume

samenvatting nederlands laagland a module 2 en 4

 42 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Type
  • Book

samenvatting laagland a module 2 literair taalgebruik en betekenistoekenning en module 4 het lezen van gedichten, uitgebreid samengevat en duidelijjk

Aperçu 2 sur 6  pages

  • Non
  • Module 2 en module 4
  • 26 août 2023
  • 6
  • 2022/2023
  • Resume
  • Lycée
  • 4
avatar-seller
NEDERLANDS SAMENVATTING LAAGLAND A
MODULE 2 LITERAIR TAALGEBRUIK EN BETEKENISTOEKENNING
2.1 nadruk op taalgebruik
Foregrounding = nadruk op het taalgebruik
 Als een taaluiting opvalt omdat die voor de lezer afwijkt van wat normaal is
 In artikel of studietekst in schoolboek is taalgebruik gericht op informatieoverdracht

2.2 stijlfiguren
Stijlfiguren = bewuste afwijkingen van normaal taalgebruik
 Formulering nadruk geven: door een bepaalde formulering (woordgroep of woord) te
laten afwijken -> het geformuleerde komt over als bijzonder, vreemd of belangrijk

Tegenstelling (antithese) = woorden, zinnen of grotere tekstgedeelten zijn tegengesteld aan
elkaar. Deze woorden, zinnen of tekstgedeelten worden naast elkaar of in de buurt van
elkaar gezet -> om effect op lezer te bewerkstelligen
 Leven – dood, oud – jong, zomer – winter, mooi – lelijk, toen – nu

Herhaling (repetitio) = woord of woordgroep wordt (meestal) ongewijzigd herhaald. Lezer
gaat aan dit woord(groep) extra belang toekennen, dankzij de kracht van herhaling

Paradox = hierin worden tegengestelde begrippen met elkaar verbonden. Is een vorm van
tegenspraak die aandacht op zichzelf vestigt
 De film was aangenaam griezelig

Opsomming (enumeratio) = opsomming van namen, feiten of gegeven
 Zij kocht een rode pruik, een nieuwe jurk en pennen van de Albert Heijn

Litotes = iets onbelangrijk aanduiden, terwijl je het tegenovergestelde bedoelt door het
omgekeerde te ontkennen
 Niet slecht -> mooi; geen slecht idee -> goed idee; een aardig karretje -> luxe auto

Ironie = benaming voor milde, niet kwetsend of beledigend bedoelde (zelf)sport

Verbale ironie = wordt het tegenovergestelde gezegd van wat wordt bedoeld: een
impliciete, maar bewust bedoelde betekenis van een taaluiting wijkt af van wat letterlijk
gezegd of geschreven wordt
 Er is dus een verschil tussen wat wordt gezegd of geschreven en wat wordt bedoeld
 Studenten, dat zijn echt keurige mensen

Eufemisme = iets wat anders ‘hard’, onaangenaam, naar, schokkend, bedreigend over kan
komen door middel van een vage omschrijving, een vreemd woord of afkorting minder
‘hard’ benoemen
 Transpireren (zweten), heengaan (doodgaan), tbc (tering)

, Chiasme (kruisstelling) = 2 paren van woorden of woordgroepen worden als in een soort
kruis gesteld (1 correspondeert met 4 en 2 met 3)
 Op de fiets (1) dacht hij aan zijn gedichten (2)
terwijl hij in een gedicht (3) zijn fiets (4) bezong

Parallellisme = een bijzondere vorm van herhaling is terugkeer van dezelfde woordvolgorde.
Een aantal zinnen of regels in tekst heeft een vergelijkbare grammatica constructie.
 Een bepaalde gedachte of emotie wordt dankzij parellellisme versterkt

Pleonasme = vanzelfsprekende eigenschap van begrip die nog eens extra wordt verwoord
 Witte sneeuw, ronde cirkel, rood bloed

Tautologie = eenzelfde begrip wordt meerdere malen met synoniemen uitgedrukt
 Hij lachte blij en verheugd

Hyperbool = sterke overdrijving
 Ik heb eeuwen moeten wachten op de trein

Retorische vraag = geen echte vraag, omdat het antwoord bekend wordt verondersteld
 Lezer wordt bij de boodschap betrokken, verrast of aan het denken gezet
 Zijn we allemaal mensen van vlees en bloed?

2.3 beeldspraak en symboliek
Figuurlijk taalgebruik = woorden of formuleringen die in de tekst iets anders betekenen dan
wat er letterlijk staat (beeldspraak -> er wordt iets anders gezegd dan dat er staat)
 Beeldspraak herkennen: aanwijzingen in de rest van de tekst -> context

Bij beeldspraak wordt datgene wat letterlijk wordt bedoeld (het object) aangeduid met een
figuurlijk bedoeld woord of woordgroep (het beeld)

4 verschillende vormen beeldspraak:
2 hoofdtypen:
 Metaforen
 Metonymia
2 aparte vormen van beeldspraak:
 Personificatie
 Synesthesie

Metafoor = een bepaald verband tussen object en beeld: zowel object als beeld hebben iets
gemeenschappelijks
 Als trouwe wachter stond de vuurtoren op het hoge duin
-> nadrukkelijke vergelijking mbv het woordje als
3 soorten metaforen:
1. Vergelijking-met-als
2. Vergelijking-zonder-als (asyndetische vergelijking)
3. Metafoor in strikte zin

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Ilonawi12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€4,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter