BEGRIPPENLIJST
HOORCOLLEGE 1: INLEIDING
Psychologie De wetenschappelijke studie van het gedrag en de mentale activiteiten van
het individu.
Pseudowetenschappen Elke benadering om fenomenen uit de werkelijkheid te verklaren die geen
beroep doet op de wetenschappelijke methode.
Introspectie Zelfreflectie, is een activiteit waarbij eigen gedachten, gevoelens en
herinneringen tot onderwerp van overdenking gemaakt worden.
Nature Alle eigenschappen van een individu die bepaald zijn door aanleg
(genetisch materiaal).
Nurture Alle eigenschappen van een individu die bepaald zijn door ervaringen
(opvoeding, omgeving).
Theoretische psychologie Binnen wetenschappelijk onderzoek om verklaringen te zoeken.
Toegepaste psychologie Abstracte kennis gebruiken in praktijk.
Empirische wetenschap Elke benadering om fenomenen uit de werkelijkheid te verklaren die
beroep doet op een wetenschappelijke methode. Toetsen, bewijzen en
beweren.
Intuïtie In het latijn ‘innerlijk zien’. Het gaat over stil staan, voelen en spontaan
weten, zonder te beredeneren. Aanvoelen zonder er over na te denken.
Frenologie Leer van de geest, een oude, verlaten leer die uitgaat van karakter dat af te
leiden valt uit de vorm van de schedel. Aanleg en karakter worden door de
groei van bepaalde hersendelen bepaald.
Structuralisme (D) Het is een stroming die bezig was met de elementen van bewuste
waarneming. Het doel was om de structuur van de geest te analyseren
doormiddel van introspectie (zie supra). Grondlegger: Wilhelm Wundt.
Functionalisme (A) Het is een tegenreactie op het structuralisme dat niet focust op de
structuur maar op de functie en doelen van het gedrag (hoe en waarom
denken wij?). Dit door introspectie, externe observatie en dierenproeven.
Grondlegger: William James.
Behaviorisme (A) Studie en stroming van enkel uitwendig waarneembaar gedrag. Elk gedrag
is een S-R verbinding en het innerlijke/de geest is onbereikbaar (= black
box). Grondlegger: John Watson (+ Pavlov KC).
Gestaltpsychologie (D) Een stroming die reageert op het structuralisme en het behaviorisme. Het
gaat uit van de mens die waarneemt in gehelen of patronen. Het geheel is
meer dan de delen apart. Leren is ook mogelijk door inzichten en is niet
altijd zichtbaar in gedrag (trial and error AHA-erlebnis). Grondlegger:
Wolfgang Köhler (!belang cognitieve processen!)
Neobehaviorisme (A) Het is een stroming als tegenreactie op het strikt behaviorisme. Het is
eveneens een studie van het uiterlijk waarneembaar gedrag maar met
inbegrip van de innerlijke processen die het gedrag sturen (S-O-R
verbinding). Het maakt gebruik van experimenteel opzet (zie infra).
Grondlegger: Edward Tolman.
Cognitieve psychologie (D,E) Zelfde als neobehaviorisme, zij gingen opzoek naar de rol van cognitieve
factoren die betekenis geven aan prikkels om ons heen. Het was een
intrede voor zaken als: begrip, kennis, herinneringen en geheugen,
probleemoplossen en informatieverwerking.
Psychodynamische stroming Een stroming die uitgaat van het gedrag dat te verklaren valt uit het
onbewuste, we zijn ons enkel bewust van het topje van de ijsberg. Hier
ontstond de eerste psychotherapie. Grondlegger: Sigmund Freud (id, ego,
superego).
1
, Humanisme Een stroming die het menselijk gedrag wou begrijpen met de focus op het
positieve. De mens op zich is een goed wezen. Het hoogste doel van de
mens is zelfactualisatie (zie infra). Grondleggers: Maslow en Rogers
(behoeftenpiramide en cliëntgerichte therapie)
Externe observatie De externe observator is bij de groep aanwezig en observeert de uiterlijk
waarneembare gedragingen van de observant. Hij focust op het onderwerp
van de observatie.
Trial and error = ‘gissen en missen’, het is een vorm van leren waarbij de persoon (of dier)
de probeerhandeling herhaalt tot het gewenste effect ontstaat of dat leidt
tot inzicht.
Psychoanalyse Verwijst naar een bepaalde behandelvorm van psychisch lijden en verloopt
volgens een methode die de betekenis van onbewust gebleven conflicten
aan het licht wil brengen.
Aha-erlebnis Na het gissen en missen, het moment waarop je belletje gaat rinkelen van
‘aha, ik heb de oplossing’. De aha-beleving.
Black box De geest, het innerlijke is onbereikbaar.
Psychotherapie Effectieve behandelmethode voor psychische klachten en problemen
waarbij gesprekken tussen cliënt en behandelaar centraal staan. Dit
doormiddel van vrije associatie (zie infra).
Vrije associatie Het onbewuste naar boven halen door te blijven babbelen en uiteindelijk
gaat de cliënt onbewust het probleem zelf aankaarten. Onbewuste naar
bewuste brengen door te blijven babbelen.
Zelfactualisatie Mens streeft ernaar zichzelf te ontwikkelen en verbeteren (mens denkt wel
altijd eerst aan de basisdingen bv. onderdak, eten, …).
HOORCOLLEGE 2: WAARNEMING
Sensatie Gewaarwording, de prikkel die bij jou binnen komt. Komt binnen en je moet er
niets voor doen.
Perceptie Waarneming, verwerkingsproces, interpreteren, selecteren, actief mee aan de
slag, niet alle prikkels worden gebruikt, doe je met je zintuigen.
Bottom-up Steen voor steen opgebouwd tot je iets hoort, kenmerken van de prikkel die
binnenkomen, sturen aandacht mee, opvallende prikkels gaan meer geregistreerd
worden.
Stimulus wordt verwerkt met informatie die van buitenaf verkregen is, we
verwerken de aangeboden informatie zoals deze onze zingtuigen bereikt.
Top-down Verwerkingssysteem van invloedmateriaal, vormen van factoren, sturen door
ervaringen, emoties.
Transductie Proces waarbij de ene vorm energie wordt omgezet in een andere vorm, van
prikkelinformatie naar neurale impulsen (=zenuwimpulsen).
Omzetting van prikkelinfo naar neutrale impuls.
Neurale impulsen Alle informatie die de zintuigen opvangen, wordt door neuronen in de vorm van
neurale impulsen naar de hersenen verstuurd.
Sensorische adaptatie Proces waardoor receptorcellen minder gevoelig worden als de stimulus een
bepaalde tijd op hetzelfde niveau blijft, het doel van sensorische adaptatie is dat
we niet overspoeld worden door alle binnenkomende sensaties (= gewenning).
Absolute drempel Hoeveelheid stimulatie die nodig is voordat de stimulus wordt opgemerkt, kan
verschillen per persoon.
Verschildrempel Het kleinste fysische verschil tussen 2 stimuli dat je nog als verschil herkent = juist
waarneembaar verschil, onze waarneming is altijd relatief.
Juist waarneembaar Zie supra
verschil (JWV)
2