STAATSRECHT
Het ontstaan van België
Vandaag zijn NVA en PS de grootste partijen
In 1830 is België ontstaan daarvoor behoorden we tot het Verenigd Koninkrijk der
Nederlanden (1815-1830)
We waren wel een afzonderlijk gebied en de politieke stromingen waren vooral de
christenen en de liberalen.
liberalen = rijke, Franse ondernemers
Willem 1 uit Nederland kwam aan de macht, hij was protestants en voerde Nederlands in als
officiële taal.
Voor de Franse liberalen was dit niet oké want Nederlands werd de officiële taal.
Voor de christenen was dit niet oké want er kwam boven hun hoofd een koning die
protestants was en die wetten kon gaan invoeren die tegen hun politieke ideeën
ingingen.
Belgische omwenteling in 1830
Het zuidelijke deel (nu België) kwam in opstand tegen Willem 1.
Hoe kwam dat?: in 1830 werd er een operastuk in Brussel opgevoerd. Het verhaal ging over
een onafhankelijkheidsstrijd. Hieruit kregen de voormalige Belgen inspiratie om in opstand
te komen en er ontstonden rellen in Brussel. De revolutionairen (mensen die we later Belgen
noemen) hebben België onafhankelijk verklaard in 1830.
Die revolutionairen waren voornamelijk die rijke liberalen die aan de macht kwamen. Zij
hebben de onafhankelijkheid uitgeroepen en ze noemden zichzelf het voorlopig bewind. Zij
gingen het land regeren.
Het voorlopig bewind is dus de voorganger van de huidige regering
Het voorlopig bewind ging bepalen wie de wetten zou gaan maken en dat werd het nationaal
congres.
Het nationaal congres is dus de voorganger van het huidig parlement
Het nationaal congres kreeg de opdracht om een grondwet te schrijven.
De grondwet = de regels die bepalen hoe ons land eruit ziet, de belangrijkste beginselen van
de Belgische staatsstructuur
België is een grondwettelijke monarchie
De grondwet als juridische grondslag van het Belgische staatsbestel
,Grondwet:
Hoofdlijnen van de staatsstructuur zijn vastgelegd in de grondwet, BV de 3 machten
Afdwingbaar: er zijn sancties als je grondwet niet naleeft
Strenge procedureregels: om een grondwet te wijzigen heb je een bijzondere
meerderheid nodig (2/3e meerderheid nodig)
België is een monarchie
Monarchie = koning = aan het hoofd op grond van erfelijkheid
Republiek = president = aan het hoofd door verkiezingen
Voordeel monarchie: stabiliteit
Voordeel republiek: democratisch
In Vlaanderen zijn NVA en Vlaams Belang niet koningsgezind
Leopold 1 werd als koning gekozen in 1830 door het nationaal congres. Leopold 1 had de
Duitse nationaliteit en was getrouwd met een Franse. Hij was dus een soort van compromis
figuur, zodanig dat wij met de buurlanden een goede band hadden.
Het persoonlijk en grondwettelijk statuut van de koning
De erfelijkheid: de naam van Leopold 1 staat in de grondwet zodat zijn erfgenamen
de troon kunnen opvolgen.
De onschendbaarheid en onverantwoordelijkheid: wat de koning ook doet, hij kan
daar niet strafrechtelijk, burgerrechtelijk of politiek voor worden aangesproken =
ABSOLUUT
Strafrechtelijk: hij kan voor misdrijven niet worden aangesproken, vervolgd worden,
niet in de gevangenis worden gezet. Hij zou daarvoor eerst moeten afgezet worden.
Burgerrechtelijk: de koning kan niet gedagvaard worden. De schuldeiser kan je voor
de rechtbank dagen. Aangezien je de koning niet kan aanspreken moet er een
persoon zijn die in zijn plaats kan. Dat is de INTENDANT of DE HOUDER VAN DE
CIVIELE LIJST. Civiele lijst= beperkte bankrekening met geld van de belastingbetaler
erop. Dus als de koning wordt aangesproken dan zal de intendant betalen met geld
van de civiele lijst
Politiek: de koning kan niet te verantwoording geroepen worden voor het parlement.
Wie wel?: de bevoegde minister
De onbekwaamheid om alleen te handelen, de koning moet worden bijgestaan door
ministers om beslissingen te kunnen nemen, hij heeft altijd een TEGENTEKENING of
CONTRASEIGN nodig van minstens 1 minister
Geen persoonlijke macht, maar wel politieke invloed
COLLOQUE SINGULIER of BUITENGEWOON OVERLEG: de koning is een neutraal
persoon en mag zijn politieke mening niet naar buiten brengen, maar als hij visite
, heeft mag hij die mening wel delen. Het bezoek heeft discretieplicht over alles wat
daar gezegd is. De koning mag er vanuit gaan dat alles geheim blijft ter bescherming
van de koning.
België is een rechtsstaat
Een rechtstaat = betekent dat ook de gezagsdragers het recht dat ze zelf hebben opgesteld
moeten naleven
De trias-politicaleer of de scheiding der machten
Het idee van Montesqieu: Wie de macht heeft, heeft de neiging die te misbruiken, daarom
moeten we de macht verdelen in verschillende machten en die machten gaan elkaar dan
controleren.
Wetgevende macht: het parlement en de koning
Maken van de wetten
Het controleren van de uitvoerende macht
Uitvoerende macht: de regering en de koning
Leiden van het land
Uitvoeren van de wetten
Rechterlijke macht: de hoven en de rechtbanken
Uitspraak doen over geschillen
Hoven doen arresten en rechtbanken doen vonnissen
Kenmerken van een rechtstaat
Gezagsdragers dienen het democratisch tot stand gekomen recht te respecteren
Beslissingen worden genomen door een democratisch verkozen meerderheid de
kamer van volksvertegenwoordigers bestaat uit 150 leden.
Stel dat alle leden aanwezig zijn om over een wet te stemmen: quid als 76 leden een
ja-stem uitbrengen en 74 een nee-stem?
2 voorwaarden:
1) De helft + 1 moet aanwezig zijn (76), dus als ze alle 150 aanwezig zijn is daar aan
voldaan.
2) Van de uitgebrachte stemmen moet de helft + 1 een ja-stem zijn, de wet is hier
aangenomen
Wat als de stemmen gelijk zijn? 75-75
Meerderheid moet in elk geval een aantal rechten en vrijheden respecteren, BV
rechten van de mens.
, Over geschillen wordt beslist door een onafhankelijk rechtscollege.
België is een representatieve en parlementaire democratie
Evolutie stemrecht:
1831: CIJNSKIESRECHT: cijns = belasting. Als je een man van 25 + was en je betaalde
cijns dan mocht je stemmen.
1893: ALGEMEEN MEERVOUDIG STEMRECHT: je kon tot 3 stemmen hebben. Als je
een man van 25 + was had je 1 stem, als je cijns betaalde had je een bijkomende
stem en als je bepaalde diploma’s had kreeg je een 3e stem.
1919: ALGEMEEN ENKELVOUDIG STEMRECHT: als je een man was van 21 jaar had je 1
stem.
1948: stemrecht voor vrouwen
1981: de leeftijd werd verlaagd naar 18 jaar
Sinds 1993 geldt er stemplicht, maar we zouden het eigenlijk beter opkomstplicht noemen
België is een representatieve democratie
Via verkiezingen laat de bevolking zich vertegenwoordigen door parlementsleden om wetten
te maken.
België is een parlementaire democratie
Omdat de regering niet verkozen is wordt ze gecontroleerd door het verkozen parlement.
België is een federale staat
in 1830 waren we een unitaire staat of een eenheidsstaat. Dat betekent dat maar 1 groep
aan het hoofd van het land stond en die beslisten alles voor het hele land.
Federale staat = er zijn federaties die naast elkaar bestaan met daarnaast de
gemeenschappen en de gewesten die ook beslissingsbevoegdheid hebben.
Belangrijkste evoluties sinds 1830
De burger had taalvrijheid >< overheidsinstellingen/rechtscolleges/onderwijs
De burger mocht de taal spreken naar keuze maar de officiële taal was frans. De rijken
spraken dat en door cijnskiesrecht konden zij beslissen. Dat was het begin van
tegenstellingen tussen de Vlamingen en de Franstaligen.
Vier taalgebieden officieel vastgelegd in 1963: territorialiteitsbeginsel
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elinedas. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.