SAMENVATTING: Mediakennis & Mediabedrijf
PPT 1: MASSAMEDIA ALGEMEEN
Begrippenkader
medium: hulpmiddel, al wat dient tot overdracht van informatie (een communicatiemiddel)
→ uitdaging: overbruggen van afstand in ruimte en tijd
massa: ongeorganiseerde, weinig betrokken hoeveelheid van mensen
- 20e -eeuws begrip: massamaatschappij, massacultuur, massavernietigingswapens
- Vandaag: ‘individuele leden van soorten publieksgroepen’
- Actieve en passieve ontvangers
massamedium: communicatiemiddel waarmee je publieksmenigte bereikt over grenzen in
tijd en afstand heen
21e -eeuwse massamedia beleving is
- Individueel
- Convergerend (komt allemaal samen op een plaats, vb. smartphone)
- Participatief
→ (Digitale) media vandaag zijn niet langer van elkaar gescheiden, maar wel convergent
Mediageschiedenis
1. Van orale traditie naar letterschrift
- Manuscripten
- Epigrafie (‘Acta diurna’)
2. Boekdrukkunst en typografie (ca. 1500)
- (Chinese) blokboeken
- Drukken met losse letters: Johannes Gutenberg
3. Ontstaan van de ‘krant’ (17e eeuw)
- Vlugschriften (pamfletten)
- Abraham Verhoeven: Nieuwe Tijdinghe (Antwerpen, 1620)
4. Industrialisatie (19e eeuw)
→ Mechanica
- Telegraaf
- Telefoon
- Mechanische drukpers
- Camera/ film
5. 19e eeuw: krant als ‘massamedium’
- Persvrijheid (in de wet)
- Stijgende alfabetisering en scholing
- Verstedelijking
- Industrialisatie (drukproces)
- Technologische vernieuwing (telegrafie)
- Advertentiemarkt halveert kranten prijs
- Afschaffing dagbladzegel (1848)
1
, 6. Bloeitijd opinie- en sensatiepers (19e-20e eeuw)
- Amerika: yellow press
- (West-)Europa: verzuiling
7. Elektronisch tijdvak
- Radio
- Televisie
- Mainframe computer
- Analoge technologieën
8. Nieuwe, digitale technologieën en (online) netwerken
→Technologische voordelen
- Geen kwaliteitsverlies, exacte kopieën
- Content is makkelijker te bewerken
- Compacter, minder bandbreedte/opslagruimte nodig
- Interactiviteit zender-ontvanger mogelijk
9. Toekomst?
Functies van de massamedia
❖ Nieuws en informatie
➢ Dagelijkse (continue) berichtgeving + servicefunctie
➢ Duiding en achtergrond
❖ Opinievorming
➢ Meningsvormend (ideologisch) > publieke opinie
❖ Cultuuroverdracht en educatie verzorgen
➢ Publieke rol: informeren, ‘opvoeden’ van de bevolking
❖ Entertainment (synoniem: infotainment)
➢ Show- en quizprogramma’s op tv, lifestylebladen, fictie, …
❖ Maatschappelijk
➢ Expressie- of spiegelfunctie
➢ Kritische functie (‘waakhond’) ‘de vierde macht’
Nieuwe trends & modellen
❖ Digital first
➢ Nieuwe (online) mediakanalen krijgen voorkeur op traditionele media (krant,
radio, tv)
❖ Convergentie
➢ Door digitalisering groeien afzonderlijke mediavormen, vb.
televisie, radio, internet en mobiele telefonie steeds meer
naar elkaar toe. Computing, content en communicatie
vinden elkaar op één platform.
❖ Crossmedialiteit
➢ Eenzelfde verhaal wordt gebracht op diverse media
platformen (radio, tv, online), die elkaar aanvullen.
❖ Freemium/premium
➢ Basismedia Producten worden gratis aangeboden, maar
voor meer uitgebreide mogelijkheden, toegevoegde
waarde of onbeperkte toegang moet prijs betaald worden.
2
,MEDIA ALS ORGANISATIE
Functies in een mediabedrijf
❖ Raad van Bestuur
➢ Leden: vertegenwoordigers van aandeelhouders, managementteam en
externe bestuurders/experten
➢ Bevoegdheden: langetermijnstrategie, financieel toezicht
❖ Managementteam
➢ Leden: CEO, CFO, HRM, … (ook: hoofdredacteur)
➢ Directe, uitvoerende bevoegdheden
❖ Redactieraad
Beïnvloedende factoren
❖ Diverse interne en externe factoren
➢ Grootte bedrijf, technologie, professionalisering; klanten, afnemers,
concurrentie
❖ Missie/doelstellingen
➢ Prestatiedoel: informeren, educatie, innovatie (VRT is als publieke omroep
eerder prestatiegericht)
➢ Profijt Doel (medialaan is als private zender vooral gericht op winst maken)
❖ Specifieke gerichtheid van mediaproducten
➢ Krant wil vooral informeren, popzender vooral ontspannen, …
➢ Redactie vs. programmering
Nieuws proces
Nieuws: actualiteit, feitelijkheden – nieuwsbehoefte
❖ Nieuwsmanagement: strategische keuze van hoofd/eindredactie
➢ Nieuwsredactie: hoofdredacteur(s), journalisten, redacteurs, correspondenten,
fotografen
➢ Invloed op journalistieke kwaliteit, performantie, pluriformiteit, nieuwsstroom,
nieuwsvorm (visueel, betrokken, anekdotisch, …)
❖ Nieuwsselectie
➢ Nieuwsbedrijf maakt zijn selectie afgestemd op zijn medium, eigen publiek, opzet,
mankracht, kostprijs
➢ Selectiecriteria? C(onflict), A(ctualiteit), B(elang voor doelpubliek), A(fstand),
B(ekendheid), A(fwijking)
➢ Goed of slecht nieuws?
3
, ❖ Nieuwsgaring en -duiding
➢ Actieve en passieve nieuwsgaring – desk en field
➢ Elk nieuwsfeit kan divers worden ingevuld of uitgewerkt (invalshoeken)
➢ Duiden is dieper graven: inzicht, oorzaken, gevolgen, impact, …
❖ Nieuwsverwerking
➢ Eindredactie en ondersteuners
❖ Nieuwsverspreiding
➢ Direct (bv. web) of indirect (bv. via post/kiosk)
➢ Soms zeer kostenintensief
➢ Distributeurs (Telenet, Proximus) evolueren naar media(content)bedrijven
❖ Nieuwsagentschappen
➢ Leveren nieuws aan nieuwsmedia, politiek, bedrijven, …
➢ Agenderen, vergaren, redigeren, vertalen, doorsturen, archiveren
➢ Alarm-, vangnet- en referentiefunctie; gespecialiseerd (Bloomberg, JTA) of algemeen
wereldnieuws (AP, AFP, Reuters) of (inter)nationaal (Belga, ANP – DPA, IPS)
❖ Belga News Agency
➢ Enige nieuwsleverancier van krant ‘Metro’
Concentratievormen
Media is een business waarin bedrijven op verschillende niveaus en domeinen met (en
tegen) elkaar actief zijn. Van productie, over ‘verpakking’ tot aan de verdeling ervan.
Waardeketen voor de audiovisuele industrie (Andersen, Europese Gemeenschap)
1. ‘Concentratie’ definitie
= samensmelten van twee of meer industriële/commerciële entiteiten om een
grotere/sterkere te vormen (fusie, integratie, joint-venture, …)
Vb. Mediahuis (Corelio-Concentra), Telenet (Telenet-De Vijver Media), DPG Media (De
PersgroepMedialaan)
→ Leidt tot oligopolisering en mogelijk monopolisering
→ Hangt samen met hang naar crossmedialiteit en convergentie
→ Posities versterken tgov. Globale mediagiganten Google, Facebook, Apple
2. Samenwerkingsverbanden in de mediasector
- Technische samenwerking (bv. extern drukwerk, beeld productiehuizen)
- Publicitaire samenwerking (zie: externe regies)
- Redactionele samenwerking (bv. co-producties, uitwisselen artikels)
- Financieel-juridische concentratie: fusie of integratie
3. Concentratiebewegingen in de mediasector
❖ Horizontaal: samengaan van twee of meer bedrijven die dezelfde producten of
diensten leveren. Gebruikelijk in industrieën met minder bedrijven; doel is om een
grotere bedrijfsunit te vormen met een aanzienlijk marktaandeel. (bv. Concentra +
Corelia = Mediahuis)
4