Samenvattin
Gezondheidspsychologi
‘Health Psychology’ - Edward Sara no & Timothy Smit
Thema 1: Inleiding en achtergron
1. Psychologie en gezondheid, een overzich
2. Het menselijk lichaa
Thema 2: Stress, ziekte en copin
3. Stress: betekenis, impact en oorzake
4. Stress: biofysiologische factoren en ziekt
5. Coping en stress vermindere
Thema 3: Levensstijlen die gezondheid promoten en ziekte voorkome
6. Gezondheidsgerelateerd gedrag en gezondheidsbevorderin
7. Het gebruik en misbruik van middele
8. Voeding, gewichtscontrole en dieet, lichaamsbeweging en veilighei
9. Motiverende gespreksvoerin
Thema 4: Fysieke symptomen: pijn en ongema
10. De aard en symptomen van pij
11. Omgaan met en controleren van pij
Thema 5: Ziekte en medische zor
12. Het gebruik van de gezondheidszor
13. In het ziekenhui
14. Omgaan met chronische en levensbedreigende aandoeninge
s
m
g
g
n
n
g
g
d
n
n
g
n
e
t
k
fig
n
e
d
n
h
, 1. Een overzicht van psychologie en gezondhei
Wat is gezondheid
We denken in het algemeen over gezondheid als het ontbreken van
• Een objectief teken dat het lichaam niet naar behoren werkt, bvb meting van hoge bloeddruk
• Subjectieve symptomen van ziekte of verwonding, bvb pijn, misselijkheid.
Ziekte en gezondheid zijn geen afzonderlijke concepten, ze overlappen. Aaron Antonovsky stelde
dat we deze concepten moeten beoordelen volgens een continuüm. Aan het gezondheidsuiteinde
van het continuüm is gezondheid dominant, aan het andere einde van het spectrum halen ziekte of
verwonding de bovenhand, wat zich uit in destructieve processen, karakteristieken, tekenen,
symptomen of beperkingen. We zijn allemaal terminaal
WHO: gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden en
niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken
Gezondheidspsychologie: het bevorderen en het handhaven van de gezondheid en de preventie,
behandeling en verwerking van ziekte, de etiologische (oorzakenleer) en diagnostische factoren bij
gezondheid en ziekte en de analyse en verbetering van gezondheidszorg en gezondheidsbeleid
Ziekte vandaag en in het verlede
Infectieziektes: acute ziektes veroorzaakt door de beschadigende inwerking van micro-organismen
in het lichaam, bvb bacteriën en virussen
Ziektes in de USA doorheen de tijd
• 18e eeuw: Kolonisten maakten epidemische periodes mee van verschillende ziektes zoals
mazelen, gele koorts, difterie, windpokken, griep, malaria, dysenterie,.. Vooral kinderen
werden zwaar getroffen. Bovendien bestonden deze ziektes er niet voor de kolonisatie van
Noord- Amerika, waardoor de tol op de inheemse bevolking enorm groot was, immers zij
werden nooit eerder blootgesteld aan zulke micro-organismen en hun immuunfuncties waren
beperkt door een lage genetische variatie
• 19e eeuw: Nog steeds zijn infectieziektes de grootste bedreiging voor de gezondheid van de
Amerikanen. Er ontstonden ook nieuwe ziektes, oa Tuberculose. Beterschap kwam er in de
vorm van preventieve maatregelen zoals verbeterde persoonlijke hygiene, grotere weerstand
tegen ziektes (betere voeding) en overheidsinnovaties zoals waterzuivering en riolering
• 20e eeuw: Baby’s die in 1900 hun eerste jaar overleefden, hadden een levensverwachting van
ongeveer 56 jaar, werd je rond die periode 20 jaar, dan steeg je levensverwachting naar 63 jaar
?
:
.
n
.
:
.
d
.
.
.
.
, • Heden: in ontwikkelde landen zijn de belangrijkste gezondheids- en overlijdensproblemen te
wijten aan chronische ziektes zoals hartziektes, kanker en beroertes. Enerzijds worden mensen
tegenwoordig ouder en komen chronische ziektes vaker voor op oudere leeftijd, anderzijds
zorgt de toenemende industrialisering voor meer blootstelling aan stress en schadelijke
stoffen. Kinderen en adolescenten overlijden voornamelijk door ongevallen, naast moord,
zelfmoord, kanker en aangeboren afwijkingen
Geschiedenis van fysiologie, ziekteverloop en de gees
Vroege culture
Fysieke en mentale ziekte veroorzaakt door mystieke krachten, bvb geesten
Trephination: gaten in de schedel maken om op die manier demonen te laten ontsnappen. Er zijn
geen geschreven bewijzen uit die tijd
Oude Grieken en Romeine
Volgens Hypocrates (humoral theory) bevat het lichaam vier vloeistoffen (humors) waarvan de
verhouding in evenwicht moet zijn om gezond te zijn. Ziekte treedt op wanneer de balans tussen
de humors verstoord is
Griekse losofen (vnl Plato) stelden dat lichaam en geest afzonderlijke entiteiten waren.
Mind/body problem: we kunnen conceptueel lichaam en geest wel scheiden, maar de vraag is of ze
ook afzonderlijk functioneren
Galen: geboren in Griekenland, dokter in Rome: ontdekte via dissecties op dieren dat ziektes in het
lichaam gelokaliseerd kunnen worden en dat verschillende ziektes verschillende uitwerkingen op
het lichaam hebben. Hij deed belangrijke ontdekkingen over de hersenen, bloedsomloop en nieren
Middeleeuwe
De invloed van de kerk vertraagde de wetenschappelijke vooruitgang enorm. Volgens de kerk had
elk mens een vrije wil, men was losgekoppeld van natuurkundige wetten en enkel onderhevig aan
de eigen wil en die van God. Het lichaam werd als heilig beschouwd en dissectie kon niet. De
ideeën over ziekte werden religieus en het geloof in demonen keerde terug
In de 13e eeuw verwierp Thomas van Aquino, een Italiaans losoof, het idee dat lichaam en geest
afzonderlijke entiteiten waren en stelde dat ze samenwerken
Renaissance en daarn
René Descartes (17e eeuw): het lichaam werkt als een machine en communiceert met de geest via
de pijnappelklier. De geest verlaat het lichaam bij het overlijden en dieren hebben volgens hem
geen geest
In de 18e en 19e eeuw werden de basics van het lichaamsfunctioneren duidelijk en ontdekte men
dat bepaalde micro-organismen bepaalde ziektes veroorzaken. Midden 19e eeuw begint ook de
chirurgie opmars te maken nadat men antiseptica en anesthesie introduceerde in de geneeskunde
Biomedisch model: alle ziektes en fysiologische stoornissen kunnen uitgelegd worden als storingen
in fysiologische processen door verwondingen, bacteriële infecties, virale infecties of biochemische
onevenwichten
Late 19e eeuw: sommige dokters namen het idee aan dat de geest de gezondheid kan beïnvloeden
fi .
n
n
.
a
.
n
.
.
.
.
fi t
.
.
.
.
.
, De rol van psychologie in gezondhei
Medische onkosten stijgen snel, waardoor een nieuwe aanpak tov gezondheid zich opdringt. In
ontwikkelde landen zijn chronische ziektes het belangrijkste gezondheidsrisico. Maar ook de mens
zelf is veranderd: men is zich meer bewust van symptomen en gemotiveerder om waakzaam te
zijn over de eigen gezondheid. De persoon als een uniek individu was echter niet opgenomen in
het biomedisch model
‘De persoon’ in ziekte en gezondhei
Dankzij een betere levensstijl namen infectieziektes af tegen het einde van de 19e eeuw. Heden
veroorzaakt de levenswijze van de patiënt vaak het ziektebeeld en is het de samenleving, niet de
persoon zelf, die vaak instaat voor de hoge medische kosten
Een risicofactor is wel geassocieerd met een gezondheidsprobleem, maar veroorzaakt het niet
noodzakelijk. Risicofactoren voor het ontwikkelen van ziekte
• Biologisch, bvb genen
• Gedrag, bvb roken
Persoonlijkheid en ziekt
Persoonlijkheid: iemands cognitieve, affectieve en gedragsneigingen die relatief stabiel blijven
over tijd en situaties
Wetenschappers ontdekten links tussen persoonlijkheid en gezondheid, bvb
• Mensen die minder gewetensvol zijn hebben een verhoogd risico om vroeger te overlijden
door bvb cardiovasculaire ziektes
• Mensen die veel positieve gevoelens ervaren, zoals geluk en enthousiasme, leven langer
• Hoge mates van angst, depressie, vijandigheid en pessimisme worden in verband gebracht
met een verhoogd risico op vroeger overlijden en de ontwikkeling van diverse ziektes, vooral
hartaandoeningen.
De link tussen persoonlijkheid en ziekte is geen éénrichtingsverkeer: andersom kan ziekte ook de
gemoedstoestand van iemand bepalen: angst, depressie, hulpeloosheid,… Zelfs griep of tandpijn
kunnen al negatieve gevoelens oproepen
De rol van de psychologi
Sigmund Freud ontdekte dat sommige van zijn patiënten fysieke symptomen vertoonden die niet
van organische oorsprong waren. Hij ontwikkelde de psychoanalyse waarin hij stelde dat deze
symptomen geconverteerd waren uit onbewuste emotionele con icten. Hij noemde dit ‘conversion
hysteria’. (Een vorm daarvan was bvb ‘glove anesthesia’ omdat enkel de hand gevoelloos was)
Psychosomatische medicatie: de term psychosomatisch betekent niet dat de symptomen ingebeeld
zijn, maar dat zowel lichaam en geest betrokken zijn
Behavioral medicine: interdisciplinair veld met invloeden uit psychologie, sociologie en diverse
takken van de geneeskunde, gegroeid uit het behaviorisme wat voorstelde dat menselijke gedrag
voortkwam uit 2 types van leren
• Klassieke conditionering: de geconditioneerde stimulus lokt door associatie een respons uit
• Operante conditionering: de consequenties van beloning en straf zorgen voor een verandering
van gedrag
.
.
.
.
.
e
e
:
.
!
d
.
d
.
:
fl :
.
.
.
, Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen verschillende fysiologische systemen kunnen leren
controleren als ze feedback krijgen over wat deze systemen precies doen. Dit toont aan dat de link
tussen lichaam en geest meer direct en indringend is dan voorheen gedacht werd. Hieruit ontstond
de biofeedback therapie waarbij fysiologische processen, bvb bloeddruk, door de persoon zelf
opgevolgd worden om er controle over te winnen (via operante conditionering, feedback fungeert
als beloning). Behaviorisme was een van de belangrijke grondslagen van gezondheidspsychologie
De 4 doelstellingen van de gezondheidspsychologie
• De promotie en het behoud van gezondheid: bestuderen van (schadelijk) gedrag om school en
mediacampagnes te ondersteunen
• Het voorkomen en behandelen van ziekte: psychologische principes kunnen toegepast
worden in de preventie van ziekte (bvb hoge bloeddruk vermijden). Ernstig zieke mensen
kunnen dan weer baat hebben bij psychologische ondersteuning
• Het identi ceren van oorzaken en diagnostische verbanden tussen gezondheid, ziekte en
gerelateerde dysfuncties
• Analyse en verbetering van gezondheidssystemen en beleid
Huidige perspectieven op gezondheid en ziekt
Het biopsychosociaal perspectie
Het biopsychosociaal model: volgens deze visie is er zowel een rol voor biologische factoren, als
voor psychologische en sociale factoren in de vatbaarheid voor, de behandeling van en het omgaan
met ziekte. De grondlegger voor dit model was Engel (1977).
De rol van biologische factore
Biologische factoren: de genetische materialen en processen waardoor we karakteristieken erven
van onze ouders alsook de functie en de structuur van iemands lichaam. Het ef ciënt, effectief en
gezond functioneren van de lichaamssystemen hangt af van hoe hun componenten met elkaar
samenwerken en interageren
fi .
.
n
.
f
:
.
.
e
fi .
, De rol van psychologische factore
Hierbij wordt gekeken naar gedrags- en mentale processen
• Cognitie: de mentale activiteit van perceptie, leren, herinneren, denken, interpreteren, geloven
en problemen oplossen
• Emotie: een subjectief gevoel dat onze gedachten, gedrag en fysiologie beïnvloedt en erdoor
beïnvloed wordt
• Motivatie: het proces waardoor individuen aan een taak beginnen, richting kiezen en ermee
doorzetten
De rol van sociale factore
Door de interactie met anderen beïnvloeden we hen en worden we door hen beïnvloed. De relaties
met anderen kunnen ook een voorspeller zijn voor onze toekomstige gezondheid. Ons sociaal
leven is groter dan onze directe relaties, ook onze samenleving en cultuur hebben impact op onze
gezondheid
Gerelateerde wetenschappelijke discipline
Holistische benadering: alle aspecten van iemands leven en lichaam hebben een effect op ziekte en
gezondheid en dienen als geheel bekeken te worden
Tijdens de levensloop veranderen twee belangrijke systemen
• Biologisch: eerst is er groei, dan degeneratie
• Psychologisch: bvb cognitie: kennis en denkvermogen verbeteren bij het opgroeien
De gezondheidspsychologie kent vele invloeden uit verschillende andere wetenschappelijke
velden zoals psychologie, geneeskunde, sociologie, antropologie, gezondheidseconomie,.
Bvb epidemiologie: de wetenschappelijke studie naar het voorkomen en de frequentie van ziekte
en verwonding. Enkele termen
• Mortaliteit: overlijdens, vaak op grote schaal
• Morbiditeit: ziekte, verwonding of beperking: elke afwijking van gezondheid
• Prevalentie: het aantal cases van personen die een ziekte hebben of risicofactoren ervoor
• Incidentie: het aantal nieuwe gevallen gedurende een bepaalde periode
• Epidemie: situatie waarin incidentie snel toeneemt.
.
.
.
.
n
:
n
.
.
.
s
:
:
.
.
.
.
.
, 2. Het menselijk lichaa
Het zenuwstelse
Het zenuwstelsel ontvangt via de zintuigen informatie over de omgeving en het stuurt op basis
daarvan onze spieren en interne organen aan. Het brein slaagt informatie op en stelt ons in staat te
denken, redenen en creëren
Een neuron bestaat uit
• Cellichaam: bevat de nucleus en celstructuren
• Dendrieten: ontvangen informatie. In sensory neurons ontspruiten ze aan één zijde van het
axon, eerder dan vanuit het cellichaam
• Axon: verzenden van informatie naar andere neuronen, kunnen erg lang zijn. Axonen
eindigen met een synaptische knop en zijn soms omgeven door een myelineschede
Synaps: de opening tussen de axonuiteindes van het presynaptisch neuron en het cellichaam of de
dendrieten van het postsynaptisch neuron. Wanneer de actiepotentiaal een axonuiteinde bereikt,
stuurt dat neurotransmitters in de synaps zodat de ontvangende neuronen beïnvloed worden in
termen van het verkleinen of verhogen van de kans dat het neuron zal vuren. Bij bvb epilepsie
vuren neuronen aan abnormale rates waardoor de patiënt aanvallen krijgt die kunnen bestaan uit
convulsies en bewusteloosheid
Na de geboorte groeit het brein vooral door de toename van het aantal glia cellen (‘hulp’cellen:
regeling en behoud van neuronen) en de aanmaak van myeline. Het belang van myeline kan bvb
aangetoond worden via de ziekte multiple sclerose: wanneer de myelineschede degenereert en
zenuwen beschadigd geraken. Gedurende de eerste levensjaren verspreidt de groei van myeline
zich cephalocaudaal (van hoofd naar tenen) over de rest van het lichaam. De aanmaak van nieuwe
neuronen beperkt zich later tot enkele breinregio’s. Vanaf de volwassenheid begint het brein aan
gewicht te verliezen: het aantal zenuwcellen neemt niet zozeer af, maar wel het aantal synapsen
Centraal zenuwstelsel: brein en ruggenmerg
Perifeer zenuwstelsel: het netwerk van neuronen doorheen het lichaam
Het centraal zenuwstelse
De hersenen kunnen onderverdeeld worden in 3 delen
Forebrai
• Telencephalon: bevat het cerebrum (cerebrale cortex, bestaat uit 2 hemisferen) en het limbisch
systeem (betrokken bij de expressie van emoties zoals angst, boosheid en opwinding).
• Diencephalon: bevat de thalamus (hub voor het ontvangen van zintuiginformatie en het
versturen van motor informatie die sterke verbindingen heeft naar de cerebrale cortex) en de
hypothalamus (rol in emotie en motivatie, belangrijk bij homeostase) die net onder en deels
overhangen zijn door het limbisch systeem
n
:
l
.
.
l
m
.
.
.
.
:
.
.
.
.
, Algemeen zijn de buitenste en bovenste hersendelen verantwoordelijk voor perceptie, leren, motor
en conceptuele activiteiten en zijn de binnenste en onderste hersengebieden betrokken bij de
interne en automatische lichaamsfuncties en het verzenden en ontvangen van signalen van het
telencephalon
Het cerebellum ligt aan de achterkant van de hersenen onder de cerebrale cortex. De belangrijkste
taak is het coördineren van bewegingen en het behouden van lichaamsevenwicht. Er zijn vele
connecties naar de motor cortex en zintuigen. Bepaalde delen van de cerebrale cortex initiëren
speci eke bewegingen, het cerebellum zorgt dat onze acties precies en goed gecoördineerd zijn.
Beschadigingen kunnen leiden tot ataxie: slechte coördinatie van bewegingen
De hersenstam bestaat uit middenbrein, pons, reticulair systeem en medulla. Het middenbrein is
geconnecteerd met de thalamus die informatie van en naar delen van het forebrain stuurt en het
ontvangt visuele en auditieve input speci ek mbt spierbeweging. Het reticulair systeem is een
netwerk van neuronen dat doorheen de hersenstam naar de thalamus loopt en een belangrijke rol
speelt in de regulatie van slaap, opwinding en aandacht. Het pons is betrokken bij oogbeweging,
gezichtsuitdrukking en kauwen. De medulla bevat vitale centra die onze ademhaling, hartslag,..
controleren
Het ruggenmer
Bevat neuronen die impulsen weg van (efferent) en naar (afferent) de hersenen transporteren
Paraplegia: verlamming van de onderste lichaamsdelen
Tetraplegia: verlamming van armen en benen
Het perifeer zenuwstelse
Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit
• Somatisch zenuwstelsel: betrokken bij zintuig en motorfuncties, voornamelijk voor de huid en
skeletspieren. Belangrijke rol bij zien, horen, proeven, ruiken, voelen en bewegen
• Automatisch zenuwstelsel: activeert de interne organen en geeft feedback over hun werking
aan de hersenen. Dit systeem is op zijn beurt onderverdeeld in 2 divisies
• Sympathetic divisie: bij stressvolle stimulatie, helpt voorbereiden op ‘ ght of ight’
• Parasympathetic divisie: bij effecten tegenovergesteld aan stress, voor regeneratieve,
groei-bevorderende en energie-besparende functies
Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit zenuwen die het centraal zenuwstelsel verbinden met de
zintuigen, spieren en klieren. Er zijn 2 soorten zenuwen en die bestaan in paren, links en rechts
fi .
.
g
l
:
fi .
.
.
fi :
.
fl .
.
.
:
, • Craniale zenuwen: komen voort direct vanuit het brein (12 paar bij mensen)
• Spinale zenuwen: komen voort uit het ruggenmerg (31 paar bij mensen)
Het endocrien systee
Het endocrien systeem bestaat uit een set van klieren die vaak samenwerken met het automatisch
zenuwstelsel. Beide communiceren met verschillende delen van het lichaam: het automatisch
zenuwstelsel ahv elektrische en chemische boodschappen, het endocrien systeem ahv hormonen
Elke endocriene klier scheidt bepaalde hormonen af rechtstreeks in de bloedsomloop
Het zenuwstelsel is met het endocrien systeem verbonden door connecties tussen de
hypothalamus en de hypofyse die net daaronder ligt. De hypothalamus stuurt elektrische signalen
naar de hypofyse, waardoor deze hypofysehormonen loslaat in het bloed
Ook het endocrien systeem speelt een belangrijke rol in onze reacties op noodsituaties, via de
hypothalamus-hypofyse-bijnieren-as.
De bijnieren bevinden zich vlak boven de nieren en laten verschillende hormonen los in reactie tot
stress en nood, oa cortisol, wat zwelling doet controleren bij verwondingen. Andere belangrijke
hormonen van de bijnieren zijn epinephrine (adrenaline) en norepinephrine (non adrenaline) die
samenwerken met het centraal zenuwstelsel bij snel reageren op noodgevallen: verhoogde hartslag
en ademhaling, verhoogde suiker output van de lever,..
Ook andere endocriene klieren spelen een
belangrijke rol:
De thymusklier (zwezerik) is bij kinderen groot,
maar neemt in omvang af vanaf de puberteit
speelt een belangrijke rol bij immuniteit.
De schildklier regelt de groei en activiteit van het
lichaam.
De pancreas (alvleesklier) zorgt voor de regulatie
van bloedsuiker of glucose door de productie van
hormonen glucagon en insuline die een omgekeerde
werking hebben.
m
.
.
.
.
.
, Het spijsverteringssysteem
Het spijsverteringssysteem verteert onze voeding, zet deze
om in chemische stoffen die bruikbaar zijn voor het lichaam
en scheidt wat overblijft uit
De vertering gebeurt op 2 manieren
• Mechanisch: door het samentrekken van maag en darmen
• Chemisch: door de inwerking van enzymen
Enkele voorbeelden van enzymes
• Carbohydrase: werkt in op koolhydraten
• Lactase: werkt in op lactose
• Phosphatase: werkt in op fosfaat onderdelen
• Sucrase: werkt in op sucrose (suiker)
In de mond wordt het voedsel niet alleen gekauwd, het
verteringsproces wordt er opgestart door de speekselklieren
Door peristaltische bewegingen wordt de voeding door de
slokdarm naar beneden geduwd. Vervolgens worden in de
maag grote hoeveelheden maagsappen vrijgelaten. Na 3-4
uur duwt de maag het mengsel in het duodenum en verder
naar de dunne darm waar absorptie verhoogt.
De binnenkant van de dunne darm bestaat uit een membraan
dat bepaalde molecules doorlaat. Om het absorptie oppervlak
te vergroten, is de binnenkant van de dunne darm geplooid. In
deze plooien bevinden zich capillairen die aminozuren,
eenvoudige suikers en water absorberen en lacteale buizen die
zorgen voor de opname van glycerol, vetzuren en vitamines.
Vervolgens zakt wat overblijft verder naar de dikke darm
Metabolisme: alle chemische reacties in lichaamscellen,
3 functies
• Synthese van nieuw celmateriaal van proteïnen en
mineralen voor groei en herstel van het lichaa
• Regulatie van lichaamsprocessen door de productie van
enzymes en hormonen
• Energie voor activiteit en lichaamstemperatuur
De energie om onze interne functies en fysische reacties te voeden komt voornamelijk van het
metabolisme. De hoeveelheid energie in voeding wordt uitgedrukt in calorieën. Een calorie is de
hoeveelheid warmte die nodig is om de temperatuur van 1 gram water 1 °C te verhogen
Basaal metabolisme: de energie die nodig is om in rust de basis lichaamsfuncties te doen werken.
Activiteit verhoogt het metabolisme boven de metabolic rate. Voeding die niet opgebruikt is door
het metabolisme wordt opgeslagen als vet in vetcellen. Andere factoren die van invloed zijn:
temperatuur, stress, verhoogde hormoonproductie in de schildklier.
:
.
.
.
:
:
.
.
.
.
m
.
.
.
.
.