Vennootschapsboekhouden
Hoofdstuk 1 Achtergrond en wettelijk kader
1.1 Welke jaarrekeningen worden bestudeerd
- Hier gaan we de jaarrekeningen bestuderen van ondernemingen die onderworpen zijn aan het
systeem van dubbel boekhouden. We krijgen hier enerzijds vennootschappen en anderzijds
verenigingen en stichtingen:
Zowel voor vennootschappen als verenigingen en stichtingen zijn er 3 basismodellen:
*Volledig model voor grote vennootschappen en beursgenoteerde
vennootschappen/Grote verenigingen en stichtingen.
*Verkort model voor kleine vennootschappen/Kleine verenigingen en stichtingen.
*Micromodel voor microvennootschappen/Microverenigingen en -stichtingen.
1.2 Wetgeving rond de boekhouding en de jaarrekening naar Belgisch recht
- Het boekhoudrecht voor ondernemingen heeft de volgende pijlers:
Wetboek van Economisch Recht (WER)
Het KB van 21 oktober 2018, wat bepaalt welke ondernemingen een vereenvoudigde
boekhouding mogen voeren.
Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)
Het KB van 29 april 2019 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen en
verenigingen.
- Daarnaast heeft de wetgever een adviesorgaan in het leven geroepen, namelijk de commissie voor
Boekhoudkundige normen (CBN). De taak van de CBN is:
Regering en parlement, op vraag of op eigen initiatief, advies geven.
Bijdragen tot de ontwikkeling van “de leer van het boekhouden” door adviezen en
aanbevelingen op te stellen.
Vragen beantwoorden betreffende de toepassing van het Belgische boekhoudrecht.
1.3 De onderneming
- Een onderneming is:
Ieder natuurlijk persoon die een beroepsactiviteit uitoefent als zelfstandige.
Iedere rechtspersoon.
Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid.
=> Dit betekent dat elke zelfstandige, elke vennootschap en elke vereniging en stichting in principe
als onderneming wordt beschouwd. Er zijn ook enkele uitzonderingen en die worden dus niet
gezien als onderneming:
Iedere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die geen uitkeringsoogmerk heeft.
Iedere publiekrechtelijke rechtspersoon die geen goederen of diensten aanbiedt op een
markt.
Federale staat, gewesten, gemeenschappen, provincies, hulpverleningszones, gemeenten,…
1.4 Vennootschappen, verenigingen en stichtingen
- Een vennootschap wordt opgericht door 1 of meerdere personen die een inbreng doen. De
oprichting gebeurt bij een rechtshandeling en wordt niet alleen opgericht om een welbepaald
voorwerp te realiseren, maar ook om de winsten uit haar activiteiten aan de vennoten uit te keren.
- Een vennootschap kan wel/geen rechtspersoonlijkheid bezitten:
Maatschap is een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid.
Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid:
*VOF, CommV
*BV, CV, NV
*SE (= Europese vennootschap), SCE (= Europese coöperatieve vennootschap)
,- Een vereniging wordt opgericht door 2 of meerdere personen. De oprichting gebeurt bij een
overeenkomst en ze streven een belangeloos doel na, er is dus geen winstuitkering aan
leden/bestuurders.
- Een vereniging kan wel/geen rechtspersoonlijkheid bezitten:
De feitelijke vereniging is vereniging zonder rechtspersoonlijkheid.
Vereniging met rechtspersoonlijkheid:
*VZW, IVZW
- Een stichting is een rechtspersoon zonder leden, enkel een raad van bestuur. De oprichting gebeurt
door 1 of meerdere personen en gebeurt bij een rechtshandeling en er wordt een belangeloos doel
nagestreefd (= geen winstuitkering).
- Een stichting heeft altijd rechtspersoonlijkheid en er zijn 2 soorten:
Private stichting, PS
Stichting van openbaar nut, zoals stichting tegen kanker.
1.5 De boekhoudplichtige onderneming
- Zijn boekhoudplichtig:
Iedere natuurlijke persoon die in België een beroepsactiviteit uitoefent als zelfstandige.
Iedere rechtspersoon naar Belgisch recht.
Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid naar Belgisch recht.
Iedere onderneming met in België gevestigde bijkantoren (Voorbeeld: Deutsche bank).
- Zijn niet boekhoudplichtig:
Natuurlijke personen van wie de zelfstandige beroepsactiviteit bestaat in het uitoefenen van
1 of meer bestuursmandaten.
Ondernemingen die de exploitatie van een land- of tuinbouwbedrijf tot doel hebben.
1.6 Volledige of vereenvoudigde boekhouding
- Ondernemingen die een vereenvoudigde boekhouding mogen neerleggen, moeten aan 2
cumulatieve voorwaarden voldoen:
De juridische vorm waarborgt de hoofdelijke en volledige aansprakelijkheid, het moet dus
gaan om:
*Natuurlijk persoon die een zelfstandige beroepsactiviteit uitoefent.
*VOF of een CommV
*Organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
De hoogte van de jaaromzet waarborgt het geringe individuele economische belang
(momenteel 500.000 exclusief BTW).
1.7 Jaarrekening voor vennootschappen: grote versus kleine vennootschappen
Criteria voor grote en kleine vennootschappen
- Het volledig model moet toegepast worden door vennootschappen die op balansdatum van het
laatste en het voorlaatste afgesloten boekjaar, meer dan 1 van de volgende criteria overschrijden (=
Wordt als groot beschouwd):
Jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50
Jaaromzet: 9 miljoen euro
Balanstotaal: 4,5 miljoen euro
- Het verkort model mag toegepast worden door ondernemingen die op balansdatum van het laatste
en voorlaatste afgesloten boekjaar niet meer dan 1 van de volgende criteria overschrijden (= Wordt
als klein beschouwd):
Jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50
Jaaromzet: 9 miljoen euro
Balanstotaal: 4,5 miljoen euro
!Kleine vennootschappen die beursgenoteerd zijn, moeten het volledig model gebruiken
,- Voor een vennootschap die start, worden de 3 parameters bij het begin van het boekjaar te goeder
trouw geschat. Als daaruit blijkt dat meer dan 1 criterium zal worden overschreden, dan zal een
volledig model opgemaakt worden.
- Als het boekjaar uitzonderlijk een duur heeft van minder of meer dan 12 maanden, dan wordt het
grensbedrag van de omzet vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer 12 is en de teller het
aantal maanden van het boekjaar.
Wanneer het boekjaar bv 9 maanden duurt, dan zal het bedrag vermenigvuldigd worden met
9/12.
Verbonden ondernemingen
- Als de vennootschap met 1 of meer andere vennootschappen verbonden is, dan worden de criteria
van omzet en balanstotaal berekend op geconsolideerde basis en die van persoon wordt gewoon
opgeteld.
Hier bestaat echter een uitzondering op, namelijk voor een dochteronderneming die zelf
geen moedervennootschap is. In dat geval mogen de criteria op individuele basis worden
berekend.
=> Berekening op geconsolideerde basis is enkel verplicht voor moedervennootschappen.
= Vennootschap die
controle heeft over 1/meer
dochtervennootschappen.
- Er is ook nog een andere mogelijkheid namelijk optelsommen en verhoogde grensbedragen. Het
balanstotaal en de jaaromzet moeten dan vermeerderd worden met 20% en vergeleken worden met
de eenvoudige optelsommen.
Jaaromzet: 10,8 miljoen euro
Balanstotaal: 5,4 miljoen euro
1.8 Jaarrekening voor kleine vennootschappen: verkort versus micromodel
Criteria voor micromodel
Jaargemiddelde van het personeelsbestand: 10
Jaaromzet: 700.000 euro
Balanstotaal: 350.000 euro
=> Deze voorwaarden gelden voor het veranderen van VKT naar MIC en omgekeerd. Het
overschrijden van de criteria moet gebeuren voor 2 achtereenvolgende boekjaren.
Hoofdstuk 2 Inbreng
2.1 Boekhoudrecht
- Er bestaan 2 soorten vennootschappen:
Kapitaalvennootschappen (NV, SE, SCE)
Kapitaalloze vennootschappen (BV, CV, CommV, VOF)
- Bij kapitaalvennootschappen maken we gebruik van Inbreng (Kapitaal) en dat is het bedrag van het
kapitaal, bestaande uit het deel van het kapitaal dat werd gevormd door:
De inbreng vanwege de aandeelhouders in het kapitaal.
De omzetting van uitgiftepremies in kapitaal.
De omzetting van geboekte herwaarderingsmeerwaarden of van reserves in kapitaal.
- Voor een BV en CV maken we gebruik van Inbreng en dat is het bedrag van het ingebrachte eigen
vermogen (geld of natura).
Inbreng beschikbaar
Inbreng onbeschikbaar
- Voor een VOF en CommV maken we gebruik van Inbreng en dat is het vennootschapsvermogen dat
bestaat uit het bedrag die al in de vennootschap is binnengebracht of nog binnen gebracht moet
worden.
, - Bij een natuurlijke persoon maken we gebruik van Inbreng en dat is de eigen middelen die de
natuurlijke persoon duurzaam besteedt aan de uitoefening van zijn bedrijf.
Begrippen
Inbreng
= Het vermogen dat personen ter beschikking stellen van een op te richten/bestaande
vennootschap om hiervan aandeelhouder te worden en te genieten van toekomstige
winstuitkering.
*Inbreng kan zowel in geld als natura of nijverheid (= betaling in aandelen en niet
geld, er wordt beloofd om arbeid te presteren. Dit is niet toegelaten bij NV).
Inbreng: beschikbaar
= Beschikbaar voor terugbetaling aan de aandeelhouders.
Inbreng: onbeschikbaar
= Kan niet terugbetaald worden aan de aandeelhouders.
Geplaatste inbreng
= Wat iedere vennoot heeft beloofd om binnen te brengen.
Niet-opgevraagde inbreng
= Gedeelte van de beloofde inbreng dat nog niet is opgevraagd door de vennootschap.
Kapitaal
= Inbreng bij oprichting of latere kapitaalverhoging.
Uitgiftepremies
= Positieve verschil tussen de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen en de
nominale/fractiewaarde van de bestaande aandelen.
2.2 Inbreng bij bijkantoren in België van ondernemingen naar buitenlands recht
Gebouwen 22100
Kredietinstellingen: R/C 55000
Aan Inbreng: Verbindingsrekening 11092
=> Gebouw en storting geld toe wijzen aan een bijkantoor in België
- Kapitaalverhoging door storting in contanten:
Kredietinstellingen: R/C 55000
Aan Inbreng: Verbindingsrekening 11092
- Kapitaalvermindering door terugbetaling:
Inbreng: Verbindingsrekening 11092
Aan Kredietinstellingen: R/C 55000
2.4 Private uitgifte: oprichting door inbreng in geld
- Bij een private uitgifte gebeurt de oprichting door geldstortingen van de oprichters. Degene die
geldstortingen verrichten zijn beperkt en onderling bekend. Bij een private uitgifte van aandelen,
kunnen we verschillende fases onderscheiden:
Voorbereidende fase
= Voor de oprichting van een NV en BV moeten de oprichters aan de notaris een financieel
plan overhandigen. Het financieel plan wordt door de notaris bewaard voor 3 jaar en naast
financieel plan moeten ook statuten (= regelen leven vennootschap) worden opgemaakt.
Storting op een geblokkeerde rekening
Minimumkapitaal of toereikend eigen vermogen
*Voor de NV wordt er een minimumkapitaal opgelegd van 61.500 euro.
*Voor een VOF, BV, CV en CommV is er geen minimale inbreng.
*Voor de BV en CV wordt er een toereikend eigen vermogen opgelegd.
Oprichting
*Een BV en NV worden opgericht door een authentieke akte.
Afwerking van de oprichting