Dit is een samenvatting van alle hoofdstukken van economische sociologie gegeven in het 2e semester van 2e bachelor Handelswetenschappen aan de KuLeuven Campus Brussel. Met mijn eigen samenvatting heb ik 17/20 gehaald.
ECONOMISCHE SOCIOLOGIE
DEEL 1: ELEMENTAIRE EENHEDEN VAN DE SOCIOLOGIE
Hoofdstuk 1: Sociologie als wetenschap
Stelling 1: wat sociologie niet is
1) Sociologie is geen anti-economisme
o Een economengrapje over sociologie
o Anti-economisme is elke kritiek die zich verzet tegen de fundamenten van de
economische wetenschap die bestaat binnen de sociologie, maar ook elders
maar is niet dominant.
o Omgekeerd hebben vele sociologen ook een vruchtbare wisselwerking met
economische theorieën (en vice versa)
o Sociologie is geen tegenstelling met de economie, maar geeft een andere visie op
de werkelijkheid
2) Sociologie is geen socialisme
o Omdat sociologie een wetenschappelijke discipline is
o Een examen-anekdote
o Socialisme is een politieke ideologie (met marxistische achtergrond)
o Populatie van sociologen herbergt vele politieke ideologieën (maar wel een
modus; gemiddelde en standaardafwijking op schaal)
De sociologie als wetenschap heeft geen ideologie
De sociologie als wetenschap heeft geen politiek programma
3) Sociologie is meer dan een verhaal
o Een economengrapje over sociologie
o Verhaal= uitleg zoals het gebeurd zou kunnen zijn, zoals een model
o Verhaal =iets vertellen over de werkelijkheid zoals het gebeurd zou
kunnen zijn
o In de economie en sociologie is het vertellen van verhalen ontzettend
belangrijk
o Het is een nuttige stap naar een wetenschappelijke verklaring, maar niet
voldoende
o Kan nooit meer zijn dan een basis voor empirische toetsing
o Centraler in de economie (en meer geformaliseerd) dan in de sociologie
o Economen zijn het meest gedisciplineerd in verhalen vertellen
o Een econoom is beter in theoretische toetsing
o Een socioloog is beter in empirische toetsing
4) Sociologie praat het verwerpelijke niet goed
o Een grapje over de dief die sociologie studeerde
o De sociologie maakt zelf geen onderscheid tussen goed en kwaad, maar is wel
geïnteresseerd in wat mensen als goed en fout beschouwen, hoe en waarom
sommigen deze regels overtreden.
, o Sociologische verklaringen kunnen relevant zijn voor morele oordelen, maar ze
vervangen ze niet
o Sociologen proberen soms een uitleg te vinden waarom mensen stelen of
prostitutie onderzoeken (= wordt vaak slecht gezoen terwijl ze gewoon proberen
om hun gedrag te begrijpen)
o Sociologen bestuderen zogezegd datgene dat je niet ziet als slecht, maar
sociologie kan alleen beoordeeld worden door een wetenschap
o Een wetenschap praat niet goed of slecht, maar baseert zich op feiten
o Sociologie kan helpen om iets te begrijpen (bv. nu begrijp ik waarom ik een dief
ben)
Stelling 2: Sociologie bestudeert sociaal handelen
Hoe zijn mensen met elkaar verbonden?
Hoe interageren mensen met elkaar?
= proberen de maatschappij te begrijpen
Sociologengrappen (1)
Wat is het verschil tussen biologie en sociologie?
Biologie= de baby lijkt op zijn vader
Sociologie= wanneer de baby lijkt op zijn buurman
Wat doen mensen?
Mensen stellen gedrag
Gedrag= alles wat zichtbaar is aan mensen wat ze doen
o Bv. je hebt het koud en je lichaam begint te rillen. Ademen, niezen =
onbewust
Criteria:
1) Intentionaliteit
2) Coördinatie
Deelverzamelingen:
Handelen = alle gedragingen hebben een intentie
o Elke handeling is een gedrag, maar sommige gedragingen zijn geen
handelingen
o Bv. je neemt je jas met de bedoeling om te kunnen vertrekken. Of ik nodig
vrienden uit om te komen eten samen met een gezellige babbel. Praten, lezen
etc.
Sociaal handelen= handelen met een zinvolle betrekking op jezelf of op anderen
(gecoördineerd). Een intentie met invloed op de anderen en de maatschappij.
o Meestal een coördinatie met anderen
Thuis bidden= handeling
In de moskee bidden = sociale handeling
, Ademen= reflex
Bij de dokter ademen= handeling
Types van handelen
Rationeel handelen
= je denkt (delibereert) eerst en daarna ga je het doen
Doelrationeel handelen
= een keuze maken
=welbewust, doelgericht gedrag als gevolg van verwachtingen of gedrag van andere
objecten en mensen, een afweging van doelen en middelen
o Bv. lopen om te vermageren
Waarderationeel handelen
= rationeel, maar hierbij is de doelstelling de handeling zelf. De handeling die je doet
omwille van je eigen waarde, kan moreel zijn
= gedrag dat gebaseerd is op een bepaalde waarde of principe
o Bv. religieuze dienst bijwonen, lopen omdat men het graag doet
Affectief handelen (=emotioneel)
= niet rationeel, handelen op basis van diepgewortelde emoties bv. huilen bij een film
= gedrag dat wordt gemotiveerd door affecten en emotie
o Bv. Huilen, slaan, knuffelen
Traditioneel handelen (=gewoonte gebaseerd)
=niet rationeel, zoals het geven van een kruisje op het voorhoofd
= gedrag dat voortkomt uit geïnternaliseerde tradities, gewoontes en gebruiken
o Bv. kruisje maken op het voorhoofd bij het slapengaan
Conclusies over de types van handelen:
1) Zinloos handelen is een contradictie
o Echte handelingen hebben altijd een reden of intentie
2) Vat de overlap en het verschil in uitgangspunten tussen sociologie en andere sociale
wetenschappen (=economie)
a. Gedrag versus handelen als object
b. Sociaal handelen (cf. Robinson Crusoë)
i. Hij moest alleen overleven op een eiland, hij coördineert dus niet
meer met anderen. Menselijke economieën zijn wel op interactie
gebouwd, dus bijna altijd sociaal
c. Ook niet-rationeel handelen kan zinvol zijn
Sociologen zullen wel ruimer agnostische zijn over gedrag en
veronderstellen dat er niet-rationele vormen zijn van handelen die wel
degelijk zinvol zijn en de moeite waard zijn om te bestuderen
d. Er bestaat meer dan één soort rationaliteit
, Economen onderschatten heel vaak hoe belangrijk andere mensen zijn
voor beslissingen
Vorige stelling vertrekt van individu
Sommigen benadrukken dat het sociale net niet individueel is: het sociale als
bovenindividueel
Begrip ‘sociaal feit’:
het sociale gaat aan individuen vooraf (objectief), en
ze kunnen zich er niet zomaar aan onttrekken (dwingend)
Stel: wij mensen zijn er niet meer, dan zal het Nederlands nog altijd bestaan
(het heeft een bestaan buiten ons als individu)
Voorbeeld: taal als hypercollectief goed (vergelijk: collectief goed)
Hypercollectief goed= een goed waarbij de waarde van het goed waardevoller
wordt naarmate het meer mensen gebruiken
collectief goed= een goed waar iedereen recht op heeft. De consumptie van
de ene persoon gaat niet ten koste van de consumptie door de andere.
Het ‘normale’ van overtredingen: iedereen overtreedt wel een iets
Sociale feiten worden altijd overtreden
Toepassing: Dukheim zei dat zelfdoding een ‘normaal’ verschijnsel was
o Altruïstische zelfdoding: zelfmoord wordt opgelegd door de samenleving
omdat men goed geïntegreerd is en de normen volgt. Mensen plegen
zelfmoord door een tegenslag die hun integratie in gevaar kan brengen
o Anomistische zelfdoding: Mensen die slecht geïntegreerd zijn. Ze plegen
zelfmoord omdat ze niet voldoen aan hun eigen verwachtingen van het
leven
Verwante begrippen aan ‘sociale feiten’
Sociale feiten refereren aan bovenindividuele van sociale fenomenen
Sociale structuur
= het geheel van posities en groeperingen die in de samenleving voorkomen, en de
relaties die ertussen bestaan
= beschrijving van samenleving door instituties en instellingen zonder namen te
vernoemen
o bv. student versus prof ( positief, geen mensen van vlees en bloed)
Sociaal systeem
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marilnefranssens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.