hoofdstuk 12: 120/120
Vraag 1
Stel: op een rekeninguittreksel zie je dat de intrest op je spaarboekje 2,5% is, maar je
bankdirecteur is zo eerlijk je te vertellen dat de reële rente slechts 1% bedraagt. Welke
uitspraken zijn dan correct?
1. de inflatie bedraagt 1,5%
2. als er in het begin van het jaar 1000 euro op dit spaarboekje stond, en we
houden geen rekening met kosten verbonden aan deze spaarrekening, dan
zal na afloop van dit jaar het bedrag op je spaarboekje 1025 euro bedragen.
3. de nominale intrest is 3,5%
4. als er in het begin van het jaar 1000 euro op dit spaarboekje stond, en we
houden geen rekening met kosten verbonden aan deze spaarrekening, dan
zal na afloop van dit jaar het bedrag op je spaarboekje 1010 euro bedragen.
Vraag 2:
Welke uitspraken zijn correct over de Lorenzcurve en de Gini-coëfficiënt?
1. Hoe groter de Gini-coëfficiënt van een land, hoe ongelijker de
inkomensverdeling in dat land.
2. Hoe groter de oppervlakte (rechts) ONDER de Lorenzcurve, hoe ongelijker
de inkomensverdeling.
3. Doordenker: hoe langer de Lorenzcurve, hoe ongelijker de
inkomensverdeling
4. De Gini-coëfficiënt kan soms ook groter zijn dan 1.
Vraag 3: De hoogte van de lonen in België:
1. wordt enkel bepaald door de wet van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
2. wordt geenszins bepaald door de wet van vraag en aanbod op de
arbeidsmarkt
3. wordt onder andere bepaald door de overheid
4. wordt onder andere bepaald door het sociaal overleg tussen vakbonden en
werkgevers
, hoofdstuk 12: 120/120
Vraag 4:Het herverdelend effect van de Sociale Zekerheid in België werkt ten dele:
1. van arm naar rijk
2. van ziek naar gezond
3. van gezinnen met kinderen naar gezinnen zonder kinderen
4. van jong naar oud
Vraag 5: In welke van de onderstaande gevallen is sprake van verticale loonverschillen?
1. Sabine en Evelyn werken beiden in een gelijkaardige onderneming als
arbeidster in de onderhoudsdienst. Sabine werkt in Tongeren, Evelyn werkt
in Brussel. Evelyn verdient meer dan Sabine.
2. Charlotte en Rita werken beiden als maatschappelijk assistent in de sociale
dienst van een bedrijf met 2000 werknemers, Charlotte in een petro-chemisch
bedrijf, Rita in een voedingsbedrijf. Charlotte verdient meer dan Rita.
3. Milo werkt als boekhouder in een klein familiaal bedrijf in de metaalnijverheid.
Zijn vriend Jan is boekhouder in de Belgische vestiging van een grote
multinational in dezelfde sector.
4. Eric is de directeur van Sam, en verdient een stuk meer dan hem.
Vraag 6: Gegeven:
- alleenstaande zonder kinderen met brutoloon: 2970 euro
- werknemersbijdrage aan de RSZ: 13,07%
- bedrijfsvoorheffing: zie onderstaande tabel
Gevraagd:
Wat is correct?
1) het nettoloon bedraagt - enkel rekening houdend met de bovenstaande gegevens
- afgerond 1964 euro. (juist) (2517- 617,6)
2) Deze loontrekkend ebetaald maandelijk s805;44 euro berdijfvoorheffing (fout)
3) het nettoloon bedraagd - enkel rekening houdend met de bovenstaande
gegevens - afgerond 1776 euro (fout, dit is voor tweeverdieners)
4) de maandelijkse RSZ-bijdrage op dit loon bedraagt afgerond 388 euro