(1) WAT IS PEDAGOGIEK? = academische studie van het fenomeen opvoeden → zeer (2) WIJSBEGEERTE EN PEDAGOGIEK = GELIJKOORSPRONKELIJK
moeilijk te definiëren fenomeen Hoezo?
- Oorsprong in de Griekse stadsstaat (6e & 5e E v. Chr.) → is ook ogenblik dat de school, democratie &
Hannah Arendt: opvoeden = een dubbele opgave
theater zijn uitgevonden
- Kinderen beschermen tegen de wereld EN de wereld beschermen tegen kinderen
- Voorwerp van pedagogiek = de wereld, niet het kind 2 centrale kwesties:
- Opvoeden = in 1e instantie doorgeven/beschermen vd wereld, want nieuwkomers - (1) Wat is een gepaste manier om vorm te geven ah individuele & collectieve leven?
kunnen vanalles doen met de wereld MAAR volwassenen moeten iets aanbieden o Ervan uitgaan dat er geen noodzaak zit id manier waar wij vormgeven aan ons leven → wat is
waarmee ze aan de slag kunnen gaan → in die zin: kinderen zijn potentieel gevaar dan goede vorm van leven? (= pedagogische & filosofische vraag)
voor de wereld, maar ook een belofte o Gingen er vanuit dat wat voorouders hebben gedaan de juiste manier van leven is, zowel
individueel als collectief
(3) FILOSOFIE ALS MANIER VAN LEVEN
INLEIDING o Wanneer deze gedachte verandert: ontstaan van de school & de gedachte van democratie
Filosoof zijn = - (2) Hoe kunnen we juiste verhouding vinden tss zelfvorming & vorming door anderen
- Heel bewuste keuze die komt met consequenties o Opvoeding = altijd zelfopvoeding én opvoeding door anderen → je moet willen opgevoed
- Werken aan zichzelf worden door degene die kennis over wereld kunnen overdragen
- Zichzelf vormen/opvoeden o Enkel sturing? Indoctrinatie ipv opvoeding → evenwicht = belangrijk
Vraagt veel inspanning, oefening & aandacht 1 o School = gevaarlijk want kan een bestaande maatschappelijke ordening doorbreken
(5) BEHAVIORISME = Leertheorie die stelt dat men via (6) PHILIPPE MEIRIEU: Faire l’école, faire la classe
(4) IS OPVOEDEN TECHNISCH HANDELEN? geprogrammeerd toedienen/wegnemen v positieve/negatieve ervaringen - Essentieel voor elk opvoeden? Geloof in vormbaarheid MAAR
(Mollenhauer – boek Vergeten Samenhang) om het even welk gedrag kan aanleren/afleren obsessie kan omslaan in initiatieven die opvoeding teniet doen (bv:
Mollenhauer: mislukte opvoeding? Schuld ligt niet - Watson = grondlegger behaviorisme)
bij individuen die ervoor verantwoordelijk zijn, - Skinner schreef boek “Walden” - Opvoeden vindt altijd plaats in spanningsveld tss sturen & voldoende
o Zijn maatschappelijke utopie? Kinderen niet langer in scholen & VH: tot op zekere hoogte = elke opvoeding ook zelfopvoeding
maar aan complexiteit van fenomeen opvoeden
gezinnen opvoeden, maar in bepaalde laboratoriumcondities - 3 dingen die we moeten accepteren als we willen opvoeden
zelf → denken daar vaak anders over omdat we
o Opvoeden in skinner-box o (1) Vormbaarheid
opvoeden zien als kwestie van technisch handelen
o Kinderen zouden op 6 jaar al volledig moreel ontwikkeld zijn ▪ IEDEREEN = opvoedbaar: moeten ervan uitgaan dat je toch
- MAAR: opvoeden ≠ technisch handelen → iets met het kind kan doen
opvoeden = ontmoeting tussen oude mensen & o Heerst een soort van neerkijken op traditie, op wat ze in het
verleden hebben gedaan → lieten opvoeden teveel ah toeval over o (2) Niet-transparantie
jonge mensen die in VH moet gelaten worden → ▪ Aanvaarden dat: we nt alles onder controle kunnen
waardoor sommigen onterecht een betere opvoeding kregen dan
in die zin: mislukking = inherent aan opvoeding hebben, zekere onwetendheid = vereist, kan daarom altijd
anderen
o Opvoeden = een gebeuren: komst van het mislukken
- Skinner: teaching machine = teacher proof education
onvoorstelbare in ons leven, zullen verrast o (3) Vrijheid
o Goede opvoeding = opvoeding door computers → opvoeding kan
worden, weten nooit wat gaat komen,
zo niet om zeep geholpen w dr onkunde lkr ▪ Kinderen moeten vrij zijn, elke opvoeding = ook
kunnen opnieuw beginnen (= verschillend zelfopvoeding
van dieren die altijd hetzelfde leven)
(7) OPVOEDING EN MENSELIJK SUBJECT WORDEN (IN SAMENHANG MET ANDEREN EN EEN WERELD)
o Opvoeden = gebeuren tss 2 generaties
- Biesta: wat is opvoeding? Mensen antwoorden daar vaak op dat het gaat over dingen leren → MAAR B. zegt: is niet wat opvoeding in
waarbij oudere generatie een betekenisvolle
essentie is
wereld wil bewaren door deze door te
- Centrale gedachten Biesta:
geven aan komende generatie o Kritiek op het herleiden van opvoeden & onderwijzen tot “leren” = learnification → zo geen aandacht vr diepere betekenis van opvoeden
▪ Opvoeden = een existentieel o Learnification verhindert ons om echte pedagogische vragen te stellen → we kijken nr leren geïsoleerd v context & waar het plaatsvindt
fenomeen: zaak waar het om gaat, is o Door learnification: enkel interesse in wat eindresultaat is → is OW geslaagd of niet? → kijken zo niet naar de pedagogische betekenis vh
“het goede in ons leven doorgeven” → handelen (straffen is mss wel effectief, maar is het pedagogisch verantwoord?)
als we geen kinderen willen, heeft het o Onderscheidt 3 mogelijke opvoedingsdoelen: (1) Kwalificatie: overdracht van kennis & vaardigheden, diploma’s, (2) Socialisatie: initiatie in
geen zin om het goede in het leven een traditie, in waarden v/e SL, (3) Subjectivering: leven leiden als mens/subject, vorm geven aan eigen leven + verlangens (is het
door te geven (hierin zit het belangrijkste, maar verliezen we vaak uit het oog!)
existentiële fenomeen) ▪ Vandaag de dag: sterke tendens om onderwijzen te herleiden nr socialisatie (bv: Vlaamse canon) OF kwalificatie (focus op outcome-
based learning)
,(1) VERANDERINGEN IN 5e E VOOR CHRISTUS (over wat filosofen (2) DE SOFISTEN = leraren in de welsprekendheid (retoriek) die inspelen op de
interesseerde) nood van jonge mensen die een politieke carrière ambiëren KLASSIEKE PERIODE
- Waarom? Door kolonialisering & ontstaan v handel: Grieken kwamen - Trekken rond doorheen Griekse wereld
in contact met andere zeden, gewoonten, manieren van leven die - Wie succes wil id politiek moet er op de agora in slagen om grote massa’s mensen (3) KRITIEK VAN SOCRATES &
hen compleet vreemd waren te overtuigen → daarvoor: gebruiken van retorische middelen (retorische PLATO OP SOFISTEN?
- Daardoor: traditionele ordening MS was niet langer vanzelfsprekend monoloog) → konden de sofisten hen aanleren - Zijn enkel geïnteresseerd id
→ moesten zelf maatstaven gaan zoeken: nadenken over hoe vorm o Bv: gebruik van manipulatie, misleiding, drogredenen, … overtuigingskracht & schoonheid
te geven ah leven én het samenleven - Politieke visie = cynisch: kan nuttig zijn om bevolking voor te spiegelen dat beleid van ons spreken → spelen enkel
o Gingen op zoek naar beste maatschappelijke ordening obv gebaseerd is op dwingende & waarheidsgetrouwe argumenten terwijl men in op onze emoties, zijn niet
eigenlijk bruut macht uitoefent geïnteresseerd id waarheids-
argumentatie en debat
waarde van argumenten
o Alle vrije burgers w geacht aan dit debat op de agora deel te
nemen (>< idiotes = degenen die zich vh debat onthielden) H1: FILOSOFIE EN OPVOEDING IN - Lieten zich betalen voor hun
diensten
- Leidde tot ontstaan van 1e westerse democratie, theater & school DE KLASSIEKE OUDHEID
(5) SOCRATES (6) SOCRATES
(4) BELANGRIJKE SOFISTEN - Filosoof & leraar/pedagoog - Stellingen die aan Socrates zijn toegewezen:
Protagoras: - Leven (en willen sterven) in naam van de waarheid o Deugd = inzicht
- Er is geen absolute & universele - Socratische ironie: de wijze mens moet ervan uitgaan dat hij eigenlijk nog niets ▪ Niemand doet wetend verkeerd → misdadigers = mensen
WH → mens = maat van alle weet die blind zijn dr hun passies, hun redelijke vermogens =
dingen o Het goede/ware leven: bereid zijn om alles (ook eigen meningen) constant vertroebeld
- Dingen zijn nooit in se goed of te bevragen in zoektocht naar het ware leven → het niet beredeneerde ▪ Kennis (over goed/kwaad) leidt automatisch tot een goed
kwaad: dingen worden goed leven is de moeite nier waard om te leven leven → daarom: straffen geen zin, moet met de mensen
genoegd voor zover ze het ▪ Constant streven naar een leven dat waarachtig is (= constante spreken & hen tot inzicht brengen
gemeenschapsleven bevorderen zelfzorg) o Kennis = wederherinnering
- Politieke en morele ervaringen - Het belang van de kritische dialoog >< in scherp contrast met retorische ▪ Iedereen draagt WH in zichzelf, maar mensen weten dit nog
hebben tijdelijke geldigheid monoloog (sofisten) niet → daarom dialoog zo belangrijk! Ware filosoof &
- Waarheid = altijd ondergeschikt o Gesprek = medium van de waarheid → de plaats waar men zich enkel laat opvoeder moeten assisteren om waarheid geboren te laten
aan het (algemene) nut leiden door het betere argument worden
Prodikos: ▪ Heeft maar zin te spreken indien men bereid is om te luisteren nr het ▪ Leren = paradoxaal → leren is iets nieuws bijbrengen +
Godsdienst: betere argument & eigen opvattingen in twijfel te trekken beseffen dat iets juist is en dat we het dus altijd al geweten
- Oorsprong is in de verering vh hebben
nuttige, onder persoonlijke o Het doel van het leven ligt in trouw aan zichzelf
(7) PEDAGOGISCHE CONSEQUENTIES STELLINGEN SOCRATES
vorm ▪ WH zadelt mensen op met morele plicht → eenmaal
- Straffen is nutteloos
- Goden = projectie van wat de verlicht, kan men niet meer terugkeren nr de situatie
- Pedagogische taak filosoof: als een vroedvrouw inzicht ter wereld
mens tot nut strekt voordat men dit inzicht opdeed
brengen
▪ We moeten eerlijk zijn & waarheid onder ogen zien →
Kritias: Goden = uitvinding van - Belang van de juiste intentie die bovendien geheel consistent
echte gelukkig leven bestaat erin om id WH te staan & te
sluwe heersers hoort te zijn: trouw aan zichzelf
leven + deze altijd & principieel te willen verkondigen
- Het eigen leven waarachtig vormgeven (op een juiste manier
Isocrates: 2 ▪ Waarheid bestaat uit 2 dingen:
leven, dwz: altijd, overal en in alle mogelijke aspecten)+ dat
Uitvinding van de school • Ware leven bestaat eruit om id wereld te staan & te
eerder voorbeeldig voorleven voor anderen
- Goed leren leven → niet-beredeneerde leven ≠ de moeite waard
o Bv: principieel alles willen onderzoeken, altijd voor je mening
spreken/argumenteren door om te w geleefd
uitkomen, sober en armoedig leven, dood verkiezen boven
positie pro & contra te kunnen • Op een bepaalde manier vormgeven aan eigen leven
een leven dat de moeite niet waard is (cf. Socrates en de
verdedigen → hier veel op → principieel leven voor de waarheid, streven naar
gifbeker)
oefenen constant het goede voorbeeld te geven
,(1) ALLEGORIE VAN DE GROT (Plato) (2) DE IDEEËNLEER (Plato)
KLASSIEKE PERIODE
- # mensen zitten geboeid tegen een muur en kunnen enkel voor zich - Er zijn 2 werelden: de echte wereld (de Idee) & de schijnwereld (3) WAT IS DE IDEE?
uitkijken → zien enkel wat er verschijnt op de achterwand van die grot (zintuiglijk) → = tegen-intuïtieve werkelijkheidsopvatting: de wereld die Een ‘wat is’-vraag kunnen we niet beantwoorden
- Dit zijn enkel schaduwen van voorwerpen die dr een vuurtje achter hen we kennen uit alledaagse ervaring = onvolmaakt, vergankelijk & dr te verwijzen nr concrete dingen, mr dr
op de grotwand worden geprojecteerd minderwaardige kopie vd echte wereld algemene definitie
- Wanneer bevrijd, komen ze tot de vaststelling dat wat ze zagen enkel o Wat we zien = slechts een schijn van ‘echt’ - Bv: de cirkel is een verzameling punten die op
schaduwen waren en dat ze gewend waren geraakt aan de - Echte kennis = kennis van de Ideeën een gelijke afstand liggen van een middelpunt →
duisternis/onwetendheid - Schijnkennis: kennis waarbij we ons laten leiden dr onze zintuigen is de idee die we hebben van een cirkel → een
- De zon zorgt voor de verlichting: maakt ons mogelijk dat we de dingen - Deze visie verklaart ≠ dingen: perfecte cirkel zoals de def. beschrijft bestaat
echter niet → daarom heeft die definitie meer
zien, maar in de zon zelf kunnen we niet kijken o Waarom sofisten menen dat er niet 1 universele WH is, maar mens
realiteitswaarde dan de dingen die we concreet
Pointe verhaal: filosoof/pedagoog moet mensen laten inzien dat ze slaaf maat is van alle dingen → klopt voor zover het gaat over zintuiglijke
waarnemen
zijn van foutieve voorstellingen en moet hen wegleiden uit de grot nr het wereld → kennis van ‘De Idee’ = echte kennis, is universeel en kan
o Het is mr omdat we een idee hebben vd
licht vd rede alle mensen overtuigen cirkel dat we in onvolmaakte tekeningen v
o Socrates zijn claim dat echte kennis wederherinnering is: alle kennis cirkels ook cirkels k herkennen
Heersende zit al in ons - Kennis over de Ideeën = al aanwezig voor de
(4) PLATO’S MENSBEELD klasse - Hiërarchie binnen de Ideeënwereld geboorte, maar velen verliezen deze kennis door
Dualistische mensenvisie: 2-werelden-model o De hoogste idee = de Idee vh Goede of het Schone (= synoniem) → hun geboorte (lichaam = ideale gevangenis)
- Mens = tragisch wezen gekneld tussen de Wachters die Idee = zo perfect dat ze zelfs niet kenbaar is (bv: de zon bij de
Ideeënwereld & zintuiglijke wereld (tss geestelijke & allegorie vd grot)
stoffelijke) Handwerkslieden
- Mens = samengesteld uit 2 dimensies: lichaam en ziel
o Onze ziel = ons echte zijn → verwant aan de
Ideeën, voor onze geboorte waren wij enkel ziel
(5) PLATO’S STAATSOPVATTING H1: FILOSOFIE EN OPVOEDING
- Ideeënleer biedt rechtvaardiging vr dictatuur vd filosoof-
& aanschouwden we de eeuwige Ideeën → door koningen én afwijzing vd democratie → leren sterven = roeping IN DE KLASSIEKE OUDHEID
onze geboorte: in lichaam terechtgekomen, die slechts voor enkelingen is weggelegd → merendeel vd
verblindt ons & houdt ons veraf van onze ware mensen: verblind en niet in staat om zich vh lichamelijke te
bestemming onthechten (6) SOCRATES & PLATO ALS FILOSOFEN EN ALS OPVOEDERS
o Ons lichaam = stuk afval: kerker & graf voor onze o Staatsgezag kunnen we dus niet aan die massa - Langs ene kant: enorm pedagogisch optimisme: iedereen is (met nodige
ziel → meeste mensen laten zich meevoeren dr toevertrouwen → laten zich leiden dr hun lichaam & sturing) in staat bevrijd te w uit de grot → hier w idee geboren dat
hun lichaam & laten zich opsluiten id uiteindelijk dr hun eigenbelang opvoeding in wezen emancipatie is (antw op vraag nr de essentie v
schijnwereld → lichaam verslaaft ons ad o Enkel hoogopgeleide filosofen = in staat om te besturen obv opvoeding, tot op heden nog zeer sturend)
materiële wereld omwille van passies → inzicht & dus om het algemeen belang écht te dienen o Iedereen = in wezen opvoedbaar: mensen die nog geen inzicht
beseffen dus niet dat er mr 1 verlangen is dat ons ▪ Metafoor vh schip: wie moet de bevelen geven? De hebben uit de grot leiden nr het licht en tot inzicht brengen
écht nr onze ware bestemming voert: het matroos of de kapitein? Niemand laat de matroos het - Langs andere kant: heel pessimistisch mens- en maatschappijbeeld
verlangen nr kennis, de wijsbegeerte schip besturen, vanzelfsprekend dat de kapitein de o Haat voor de democratie: Plato: laat mensen met kennis van zaken
leiding neem → zo ook in de staat: ieder moet doen besturen >< iedereen mag mee zijn/haar zeg hebben ih bestuur →
Filosofie = als leren sterven tegen de idee dat iedereen even competent is om te regeren (heerst
- Moeten onze ziel bevrijden uit het lichamelijke dr waar hij goed in is
▪ Voorwaarden: ascetisch, bezitloos & celibatair leven en nog in Westerse wereld, cf. verkiezingen: keuze uit partijen)
redelijke vermogens te ontplooien, door te o Haat voor de kunsten: kunst heeft kracht mensen samen te brengen
filosoferen & de Ideeënwereld te leren kennen een zeer lange filosofische opvoeding (in de Academie)
- Sterke hiërarchische maatschappijvisie: ieder heeft zijn eigen en doet hen betere werelden verbeelden
- Geen pleidooi voor zelfmoord, maar voor onthechting o Haat voor de school: zijn Academie is geen school! School =
van het zintuiglijke, het lichamelijke, het passionele plaats (Wachters: besturen de stad administratief, politioneel en militair
omdat ze de deugd van dapperheid belichamen) materiële belichaming vd idee dat er geen noodzaak zit id manier
Enige zintuiglijke toegangspoort tot Ideeënwereld: - Enorm pessimisme met deze visie: (1) enerzijds gaat P. ervan uit waarop we vormgeven aan ons individueel & collectief leven → men
schoonheid vh menselijke lichaam → volmaaktheid van dat id realiteit nt alle mensen uit de grot kunnen w bevrijd, (2) gaat ervanuit dat iedereen dezelfde capaciteit heeft om tot inzicht
lichamelijke vormen = zo perfect dat ih schone lichaam anderzijds is er mr 1 goede manier om vorm te geven aan ons te komen (zoon vd pottenbakker kan mss een wiskundige w) →
de harmonie die eigen is aan Ideeënwereld zichtbaar samenleven: meerderheid vd mensen op hun plaats houden → Plato gelooft dit niet!
wordt zware onderdrukking! → SL kan nt uit zichzelf tot orde &
harmonie komen → harmonie moet eerst gecreëerd worden 3
, KLASSIEKE PERIODE
(1) SOCRATES & PLATO ALS FILOSOFEN EN ALS OPVOEDERS (3) ARISTOTELES VS PLATO
- Veel hangt af vh beeld dat we hebben Socrates → lijken 2 Socratessen ah (2) TEGENSTELLING TUSSEN ‘KEN UZELF’ EN ‘ZORG VOOR UZELF’ Verschillen:
woord te zijn in Plato’s dialogen = interessant pedagogisch perspectief
- Plato: toevlucht id immateriële wereld
o De belerende meester: spreekt de mensen toe vanuit superieure - Opvoeding heeft niet zozeer te maken met bevrijding uit slavernij &
vd ideeën
houding (hij weet al, de anderen nog niet) → pedagogisch principe: onwetendheid wegens gebrek aan kennis → heeft te maken met bepaalde
- Aristoteles: verdediger vd gewone,
gnoothi seauton (= ken uzelf) manier om vorm te geven ah leven (individueel of collectief)
alledaagse, stoffelijke & zintuiglijke
▪ Het goede leven = afhankelijk v/e juiste epistemologische o Pedagoog is hier:
realiteit
relatie tot zichzelf → perfect zelfinzicht ▪ NIET: iemand die andere mensen moet aanspreken op gebrekkig
• Zeker zijn dat wat men gelooft juist is, dat datgene inzicht in zichzelf & de wereld Gelijkenissen:
waaraan men waarde hecht overeenstemt met de ▪ WEL: iemand die de kracht heeft de ander ertoe aan te zetten zorg - Vijanden vd sofisten: kennis is meer
echte werkelijkheid te dragen voor eigen leven dan subjectieve mening
o Degene die filosofie belichaamt als een manier van leven o Opvoeden is hier: - Geloven dat er 1 WH bestaat die geldt
▪ Pedagogisch principe: zorg voor uzelf ▪ NIET: zomaar eigen bestaan beleven zoals men altijd geleefd heeft vr alle mensen → mens = in staat om
• Een ethische & existentiële keuze om niet om het even ▪ WEL: andere manier van leven = mogelijk waarin men het eigen universeel geldig inzicht te bereiken
welk soort leven te leiden & om constant te waken over leven tot voorwerp maakt v/e zorgzame relatie tot zichzelf dat onze wisselvallige & subjectieve
de kwaliteit van dit leven opinies overstijgt → taak vd filosofie =
Iedereen is uit zichzelf in staat zelfinzicht te hebben, om na te gaan of H1: FILOSOFIE EN OPVOEDING IN die meer fundamentele WKHD te leren
kennen
mijn leven eigenlijk een goed leven is en als ik beslist heb wat voor mij
een goed leven is (ken uzelf), doe ik dit dan ook wel (zorg voor jezelf: DE KLASSIEKE OUDHEID
conform dat inzicht leven) → als ik het inzicht heb en de kracht om
volgens dat inzicht te leven, dan bereik ik geluk (het goede leven) (5) TELEOLOGIE (Aristoteles) = denken in termen van 4
doeloorzakelijkheid
- Dingen zijn wat ze zijn door de stof waarin ze gevormd (6) MENS- en GODSBEELD (Aristoteles)
(4) HYLEMORFISME (Aristoteles) - P.: ziel = onstoffelijk & onsterfelijk (gevangen ih lichaam)
Waar moet de essentie gevonden worden? zijn, maar nooit op een volmaakte manier
- Ultieme doeloorzaak = perfectie (= onbereikbaar - A.: ziel = niet meer dan de organisatie vd stof van levende
- A. vindt dat P. ipv het probleem op te lossen, het probleem heeft wezens → Mens: heeft vegetatieve, animale en rationele ziel:
verdubbeld → A: we moeten de essenties vd WKHD vinden id streefdoel)
o Het zo perfect mogelijk realiseren vd vorm id stof organiseert onze materie op zo’n manier dat wij in staat zijn
concrete materiële WKHD → hylemorfisme: de leer van stof en vorm te spreken & te denken
→ uitleggen vanwaar de orde & structuur id WKHD komt ▪ Stof = dus slechts in potentie WKHD (kan
nog alles worden) o Ziel ≠ geen onstoffelijke substantie die ih lichaam
4 vragen beantwoorden om te begrijpen wat iets is (voor om het even ▪ Stof w actueel wnr het een structuur krijgt gevangen zit, het is organisatie v ons lichaam zelf
welk zijnde) → deze actualisering = nooit af → vorm kan o Lichaam & ziel sterven samen: sterven = organisatie die
- Stofoorzaak: specifieke stof waaruit iets is gemaakt zich nooit 100% id materie realiseren (= uit onze stof verdwijnt
- Vormoorzaak: de vorm, manier waarop de stof is georganiseerd, de imperfectie) MAAR: 1 zijnde = immaterieel: God → als alle dingen streven
‘formule’ die het ding maakt tot wat het is & onderscheidt v andere naar perfectie, moet er ook ergens die perfectie bestaan = God
• Verklaart wrm sofisten deels gelijk
dingen - God = vorm die zich niet meer hoeft te realiseren id stof
hebben, mr vooral ongelijk: nooit
- Werkoorzaak: datgene dat de vorm ad stof heeft opgelegd - God = het denken dat zichzelf denkt (geen gevoelens zoals
voltooide actualisering zorgt vr
- Doeloorzaak: de reden waarom de vorm ad stof is opgelegd, wrm iets
veelheid & veranderlijkheid, mr liefde & genade) → want: denken = onstoffelijk, maar bij
gemaakt is tot wat het is mensen gekleurd dr de stof omdat het vertrekt vanuit
essentie WKHD zit in gelijkenissen
Deze 4 oorzaken gekend? Alles begrepen wat er zintuiglijke indrukken → daarom: enkel denken dat zichzelf
vinden
wetenschappelijk te zeggen valt over de zijnden denkt, kan onstoffelijk & dus perfect zijn
- Voor A.: doel (perfectie) = zelf een oorzaak → die
Voorbeeld: de mens - God = onbewogen beweger: God houdt zich niet bezig met
o Stofoorzaak: vlees, botten, slijm
doelgerichtheid op perfectie maakt dat wereld is zoals
ze is: georganiseerd & samenhangend → veelheid in ons maar wij zijn er wel voortdurend mee bezig: hij beweegt
o Vormoorzaak: structuurformule: door te denken & spreken ons (voortdurend streven naar perfectie)
onderscheiden wij ons v dieren veranderingen zijn er maar omdat de essenties zich id
stof te realiseren hebben o MAAR: heeft niets te maken met God v Christendom
o Werkoorzaak: ouders die tijdens bevruchting vorm ad stof hebben
opgelegd o Moeten dus vertrekken v onze zintuiglijke (wereld niet geschapen & houdt zich niet bezig met de
o Doeloorzaak: een zo perfect mogelijk wezen te worden (zo indrukken (≠ einddoel v onze kennis) → obv mens & zijn lot)
rationeel mogelijk) zintuigelijke indrukken beginnen redeneren