Psychogerontologie
Les 1: Belangrijke thema’s en begrippen bij veroudering
Psychogerontologie: Definitie =
De psychologie van het ouder worden en het bestudeert het sociaal-emotioneel
functioneren van ouderen
2 grote delen:
1.
- Vergrijzing: wie zijn de ouderen? +enkele cijfers
- Biopsychosociale perspectief
- 4 principes van het ‘ouder worden’
- Persoonlijk vs sociaal ouder worden
2.
- Modellen van ontwikkeling: Nature and Nurture
- Benadering van de vergrijzing en het verouderingsproces
o Biologische benadering
o Psychologische benadering
o Socioculturele benadering
Kennismaking met de leefwereld van de oudere:
→ Dankzij betere hulpmiddelen, medicijnen, zorg, ... zijn mensen in staat om ouder
te worden. Vanaf de leeftijd van 70 jaar: daling van de gezondheid van de
levensjaren. Die jaren dat men nu langer leeft dan vroeger, leeft men vaker minder
gezond. Vanaf de leeftijd van 70-80 jaar is er een groot functieverlies (bv.
functieverlies van het zicht)
→ Kans optreden van bepaalde stoornissen wordt steeds groter. Vroeger werd men
bv. niet oud genoeg om stoornissen als Alzheimer te ontwikkelen., maar nu de
levensverwachting toenam, is er meer sprake van degeneratieve aandoeningen.
Vroeger stierf men meer aan acute ziektes (bv. griep, tbc, ...)
Nu sterft men meer aan comorbide, chronische aandoeningen (bv. diabetes, hoge
bloeddruk, ...) Deze komen vaak samen voor en leidt als gevolg tot een grote
kwetsbaarheid van de oudere populatie.
- Ons huidig zorgsysteem is nog steeds niet voldoende aangepast aan ouderen. Ons
gezondheidszorgsysteem is nog vaak toegespitst op een bepaald specialisme. Vaak is
er sprake van een gefragmenteerde zorg: er zijn specialisten aanwezig voor diabetes,
osteoporose, longaandoeningen, ... Maar bij ouderen is er vaak comorbiditeit van
heel veel verschillende chronische aandoeningen en een holistisch beeld zou heel
belangrijk zijn, maar hier houdt de gezondheidszorg te weinig rekening mee.
Ouderen moeten bijvoorbeeld 5 verschillende paden op gaan. Deze specialisten
communiceren vaak niet goed met elkaar, waardoor er bv. een overgebruik van
, medicatie ontstaat. Een specialistenbezoek is veel te kort om de psychosociale noden
van de oudere te analyseren. → Holistische kijk. Ook de biologische noden
analyseren kan niet zo snel. → Verschillende noden op verschillende vlakken!
Geconnecteerde/ geïntegreerde zorg is nodig!
- In het filmpje spreekt men ook van de “Sandwich generatie”= de mensen die nu 60-
65 jaar oud zijn en die zowel zorg dragen voor hun kleinkinderen als voor hun
hoogbejaarde ouders. Zij staan vaak erg onder druk, waardoor ze weinig tijd over
hebben voor zichzelf. → Leidt vaak tot een daling in QOL.
Vergrijzing ouderen: Wie zijn ze?
- Verschillende termen voor 65+ers
o “Senioren”, “bejaarden”, ... (negatieve connotatie) → ouderen
o Men heeft een onderzoek gedaan naar hoe ouderen zich het liefst genoemd
willen laten worden. Het resultaat is ‘ouderen’.
- Welke leeftijd?
o Chronologische leeftijd = kalanderleeftijd (=de leeftijd geteld van de geboorte
tot nu = meest gehanteerd) = “leeftijd volgens de jaren”
o In bevolkingspiramides, bevolkingsvooruitzichten, ... wordt vaak verwezen
naar leeftijden. Het gaat hier over de chronologische leeftijd van de mensen.
o Binnen de grote groep van ouderen maakt men nog een onderscheid tussen:
▪ 65-74 jaar: ‘jonge’ ouderen
▪ 75-84 jaar: ‘oude’ ouderen
▪ > 85 jaar: ‘oudste’ ouderen (“oldest old”)
▪ > 100 jaar: ‘centenarian’
▪ > 110 jaar: ‘super centenarian’
- De oudste persoon is een 122-jarige vrouw, zij is een super centenarian.
In de volgende grafiek zien we dat het aantal honderdjarigen sterk stijgt en zal blijven stijgen
,Vergrijzing ouderen:
Functionele leeftijd
Naast de chronologische leeftijd, maakt men ook soms gebruik van de functionele leeftijd.
Deze moet je voortdurend aftoetsen, want deze is variabel (kan veranderen). Sommige 65-
jarigen voelen zich al erg oud, sommige 80-jarigen daarentegen voelen zich nog heel jong.
De chronologische leeftijd zegt eigenlijk niet zo heel veel, want er is een grotere
heterogeniteit tussen verschillende ouderen met dezelfde leeftijd. De functionele leeftijd
gaat de diversiteit meer benadrukken die er bestaat tussen ouderen van dezelfde leeftijd.
3 verschillende soorten functionele leeftijd:
- Biologische leeftijd
- Psychologische leeftijd
- Sociale leeftijd
Biologische leeftijd
= gebaseerd op de kwaliteit van de werking van de lichaamssystemen/organen
“Biologische leeftijdstest” (nagaan levensverwachting + hoe gezond men gaat ouder
worden)
- Mensen met het verouderingssyndroom (progeria) hebben een jonge
chronologische leeftijd (bv. 7 jaar), maar een oude biologische leeftijd (bv. 80 jaar).
→ De chronologische leeftijd komt niet telkens overeen met de biologische.
- hoe goed of hoe slecht ons lichaam functioneert
Psychologische leeftijd
= gebaseerd op het functioneren van psychologische/ cognitieve tests (geheugen,
intelligentie, leercapaciteit, ...)
- Ook de psychologische leeftijd hoeft niet overeen te komen met de chronologische
leeftijd. Bv. mensen met jongdementie hebben een jonge chronologische leeftijd,
maar een oudere psychologische leeftijd. Zo kan een 40-jarige met jongdementie bv.
cognitief functioneren als een 70-jarige.
Sociale leeftijd
= gebaseerd op welke sociale rollen een persoon inneemt (op vlak van familie, werk,
gemeenschap)
Vb.: een grootouder heeft een hogere sociale leeftijd dan een ouder; een
gepensioneerde is “ouder” dan een werkende persoon
- Ook de sociale leeftijd hoeft niet overeen te komen met de chronologische leeftijd.
Bv. topsporters gaan vroeg op pensioen, dus hebben een jonge chronologische
, leeftijd, maar een oudere sociale leeftijd. In dit geval is bv. de kalenderleeftijd van de
topsporter 30, maar de sociale leeftijd bv. 65.
Functionele vs. Chronologische leeftijd
CHRONOLOGISCHE leeftijd = meest gehanteerd (= “leeftijd volgens de jaren”)
- bevolkingspiramides
- bevolkingsvooruitzichten
Cijfers:
Vergrijzing van de bevolking
→ Er is zelfs sprake van een dubbele vergrijzing => niet enkel het aantal jonge ouderen
neemt toe, maar ook het aantal oudste ouderen.
Vergrijzing van de bevolking: dubbele vergrijzing
Gemiddeldeleeftijd van de bevolking in jaren in België, ook de gemiddelde leeftijd stijgt sterk
Het aantal ouderen neemt al een lange tijd toe, maar het aantal oudere ouderen is ook heel
sterk beginnen toenemen. De kans dat gewerkt wordt met morbide ziektes is groter.
Dubbele vergrijzing: het aantal ouderen neemt toe, het aantal oudste ouderen stijgt ook.