Examen Constructie
Even verkennen (53-117)
Onder constructie verstaan we alle materialen, elementen en structuren die ervoor zorgen
dat het geheel de krachten die erop inwerken kan weerstan;
en dit van bij de ontwerpfase, over de uitvoeringsfase, tot de gehele levensduur van de
structuur, het element of het materiaal.
Een materiaal = een verzameling van eigenschappen
- Fysische eigenschappen (= een verzameling eigenschappen die kunnen veranderen
zonder de chemische samenstelling te veranderen of te vernietigen) : sterkte,
stijfheid, eigengewicht, isolatiewaarde, brandweerstand, …
- Esthetische eigenschappen: kleur, textuur, transparantie, reflectiegraad, …
- Duurzaamheid en ecologie
Hout, natuursteen, baksteen, beton, glas, staal, …
Een element = materialen in een vorm; met dimensies; afmetingen; eigenschappen in vorm
- Balken of liggers: horizontale ééndimensionale slanke contructie-elementen; veelal in
hout, staal of (gewapend)beton
- Kolommen: verticale ééndimensionale slanke constructie-elementen; veelal in hout,
staal of (gewapend)beton
- Platen: horizontale tweedimensionale, vlakke, constructie-elementen
- Wanden: verticale tweedimensionale, vlakke, constructie-elementen
1D = één van de 2D = één van de 3D = meerdere 4D = tijd – Als je elementen
afmetingen is veel afmetingen is veel elementen samen, constructies definieert als
groter tov de kleiner tov de elementen die bekijken over de samenstellende
andere afmetingen andere afmetingen verbonden ganse levensduur delen dan is er de
worden, vormen facto (5de soort el.)
structuren = verbindingen
Een structuur = een configuratie van verschillende elementen tesamen; een samenstelling
van elementen die aan elkaar gekoppeld worden met verbindingen
- Massieve structuren: bij massieve structuren (massiefbouw) worden krachten
overgedragen over de ganse structuur - dragen de lasten en krachten over, zorgen
dus voor sterkte, stabiliteit, stijfheid
- Skeletstructuren: bij skeletstructuren (skeletbouw) worden krachten overgedragen
op slechts enkel / bepaalde punten in de structuur
- Gemengde structuur: deel massief, deel skelet (bijvoorbeeld: Seagram Building)
De betonnen kern wordt gebruikt om laterale stijfheid te verzekeren; skeletstructuur
wordt gebruikt om lichtere (en dus ook hogere) structuur te kunnen maken.
,Examen Constructie
Elementen Onderscheid naar functie
Dragende elementen Dragen de krachten en lasten over; zorgen
voor sterkte, stijfheid en stabiliteit
Scheidende elementen Zorgen voor afscheiding van ruimtes,
functies, (klimatologische)
omstandigheden, …
Alle dragende of structurele elementen samen, vormen de draagstructuur
Structuren Definitie in functie van elementen
Massieve structuren Dragende elementen & scheidende
elementen zijn dezelfde
Skelet structuren Dragende elementen & scheidende
elementen zijn verschillende elementen
Gemengde structuren Combinatie van massief en skelet
Over krachten (118-187)
Doelstelling van constructies = krachten weerstaan
- Sterkte = weerstand tegen doorbuiging (is een kwestie van materiaal en element)
- Stijfheid = weerstand tegen vervorming
Spanning-rek-diagram; verteld ons hoe een materiaal
reageert op belasting, welke vervorming zal optreden, en
wanneer het zal breken
- Stabiliteit = weerstand tegen beweging
Een instabiele structuur zal onder invloed van belasting gaan bewegen.
Kruisverbanden zorgen voor de laterale stabiliteit.
(bijvoorbeeld: Tacoma Narrows Bridge, ingestort door windbelasting en slechte stabiliteit)
, Examen Constructie
Wetten van newton:
- 1ste wet – traagheidswet = een voorwerp waarop geen kracht inwerkt, is in rust of
beweegt zich met een constante snelheid voort
= om een object in beweging te brengen (of beweging te
veranderen), is er een kracht nodig
de
- 2 wet – kracht verandert de snelheid = de verandering van beweging is recht
evenredig met de inwerkende kracht en volgt de rechte lijn waarin de kracht werkt.
Een kracht heeft een grootte en een richting; beiden hebben invloed op de
verandering van de beweging.
2de wet: F = m . a Kracht = massa . versnelling Eenheid: Newton: 1N = 1kg . m/ s2
Zwaartekracht: Fz = m . g Kracht = massa . valversnelling Met g = 9,81 m/ s2
Massa (kg) is een eigenschap van materie
Gewicht (N) is een maat voor de aantrekking van massa
- 3de wet – actie & reactie = als een voorwerp A een kracht uitoefent op een voorwerp
B (actie), gaat deze gepaard met een even grote maar tegengestelde kracht van B op
A (reactie)
Externe krachten of lasten = krachten uitwendig aan de structuur
Interne krachten = reactiekrachten, reacties in de structuur/element/materiaal
Gebruikslasten of veranderlijke lasten = alle inwerkende krachten bij gebruik
Mensen, meubels, installaties, machines, …
Weersbelasting: regen, wind, sneeuw, …
Dode lasten of eigengewicht = het gewicht van de ganse constructie (alle materialen,
elementen, structuren) onderhevig aan de zwaartekracht
Soorten krachten
- Puntlast = de kracht werkt op het element in op één punt
- Verdeelde last = de kracht werkt op het element in over een zekere lengte
- Koppel = samenstel van twee even grote krachten maar tegengestelde krachten
waarvan de werklijnen niet samenvallen. Geeft aanleiding tot rotatie
(bijvoorbeeld: tandwiel en ketting)
Krachten ten opzichte van het element
- Normaalkracht (Fn) = kracht die inwerkt volgens de as van een element; geeft
aanleiding tot trek en/of druk
- Dwarskracht (Fd) = kracht die loodrecht inwerkt op de as van een element; geeft
aanleiding tot afschuiving