Inleiding Schouder
Anatomie
▪ Caput humeri: convex (bolvormig).
▪ Cavitas: concaaf (labrum glenoidale vergroot de concaviteit).
▪ Het schoudergewricht is in principe een zeer mobiel gewricht maar intrinsiek een weinig stabiel
gewricht.
▪ ACG: neemt deel aan vnl anteflexie-elevatie; abd-elevatie; endorotatie en hor add.
▪ SCG: neemt deel aan vnl anteflexie-elevatie; abd-elevatie.
▪ Rotator cuff: belangrijke stabiliteitsfunctie .
▪ Scapulothor: belangrijke stabiliteitsfunctie.
▪ CTO: draagt bij tot de anteflexie-elevatie; abd-elevatiebeweging.
Functies
▪ Mobiliteit: anteflexie-elevatie/ abd-elevatie
▪ Mobiliteit: hor add & ook ext endorotatie
▪ Stabiliteit: vnl. ant-inf stabiliteit ifv vnl. de werpbeweging
▪ Compressie BBH (artritis; OA)
▪ Kracht-UH rotator cuff spieren & scapulothor musculatuur
▪ Rekbaarheid mm. Pectorales
Fysiologische functiestoornissen
Gewricht
Gewricht is een orgaan en is een geheel van:
▪ kraakbeen, subchondraal bot, G-kapsel, ligamenten, synovium, meniscus of labrum of discus
Stoornissen in de mobiliteit: verlaagd of verhoogd
▪ bv: osteoartrose (artritis), immobilisatie of postop: verlaagd
▪ bv: frozen shoulder: verlaagd
▪ bv: subacromiaal pijnsyndroom: dikwijls verlaagd
▪ bv: schouderluxatie: verhoogd
Stoornis in de compressie-belastbaarheid (kraakbeen/subchondraal bot/ synovium)
▪ bv: artritis; fractuur, immobilisatie
Stoornis in de stabiliteit
▪ Passieve component: mechanische treksterkte ligamenten
- GH: vnl lig GHAI (GlenoHumerale Anterior Inferior)
- ACG: vnl lig coracoclav; ligg acromioclav
▪ Actieve component: neuromusculaire controle = controle van krachten die inwerken op G,
controle door spierwerking en sturing zwaartepunt op basis van afferente info
- belangrijk: interactie tss RC en scapulothor
▪ bv: subluxatie-luxatie humerus of clavicula ook postoperatief of postimmobilisatie
Stoornis in de sensorische functie: pijn/ stijfheid
▪ bv: artritis GH, ACG
Stoornis in de sensorische functie: houdings-en bewegingsgevoel
▪ bv: post-luxatie, centraal of perifere zenuwletsel
Spier-pees
Stoornissen in de rekbaarheid: verlaagd
▪ bv: verkorting door gewoontehouding (bvb pectorales), spierscheur, postimmobilisatie
,Stoornis in de spierkracht: verminderd
▪ bv: tendinopathie, centraal of perifeer zenuwproblematiek, OA, aging, immobilisatie,
peesruptuur
Stoornis in de spiertonus
▪ bv: spiercontractuur, Z van Parkinson
Stoornis in uithouding
▪ bv: post immobilisatie, OA, aging
Stoornis in de sensorische functie: pijn/stijfheid
▪ bv: acute tendinitis/chronische tendinopathie
Zenuw
Stoornissen in de mobiliteit: verlaagde rekbaarheid
▪ bv: centraal neurologisch problematiek (hernia cervicaal), perifeer zenuwletsel,
postimmobilisatie
Stoornis in de sensorische functie: rekpijn, verandering in sensibiliteit zoals anaesthesie,
hyperaesthesie, paraesthesie
▪ bv: centraalneurologisch problematiek (hernia cervicaal), perifeer zenuwletsel, postimmobilisatie
Stoornis in de spierfunctie: verminderde of afwezige reflex, spierkrachtverlies, verlies coördinatie
▪ bv: centraalneurologisch problematiek (hernia cervicaal); perifeer zenuwletsel
Stoornis in de bewegingsfunctie: verminderde of afwezige reflex, verlies coördinatie
▪ bv: centraalneurologisch problematiek (hernia cervicaal)
Vestibulair
Stoornissen in de balans/evenwicht: verlaagd
▪ bv: centraal neurologisch problematiek, vestibulair probleem
Stoornissen in houdings-en bewegingsgevoel
▪ bv: centraal neurologische problematiek, vestibulair probleem
Bewegingsfunctie
Gewaarwordingen gerelateerd aan bewegingsfuncties: spierstijfheid
▪ bv: posttraining, spierletsel, post-immobilisatie
,Overzicht mogelijke pathologieën schouder
Rode draad
, Frequente pathologieën
Artritis GH
▪ Vormen: post-traumatische/ degeneratieve/ post-operatieve/ septische/ post-
immobilisatie/post-artroscopie
▪ GH gewricht heeft een multisegmentale innervatie (vnl. uit radices C5-C6) en kan daardoor
gerefereerde pijn vertonen in dermatomen C5-C6
▪ bv: FS, SAPS, OA, (sub)luxatie, fractuur humeruskop
Artritis ACG
▪ meestal posttraumatisch of degeneratief
▪ bv: luxatie en/of fractuur clavicula
Minder frequente pathologieën
▪ Spierpeesprobleem rotator cuff: tendinopathie/ruptuur vnl. M. SS en/of SUBScap, soms ook Tm
of IS
▪ Labrumletsel: meestal traumatisch (na bv val, luxatie of extreme werpbeweging)
- Bv: SLAP-, Bankart-laesie
▪ Bursitis subacromiodeltoïdea:
- acuut door een val of trauma
- chronisch als onderdeel van SAPS
▪ Pijn in de schouderregio kan ook gerefereerde pijn zijn op basis van:
- cervicale pathologie (C4-C5-C6)
- dysfunctie CTO (C7-T4)
Anterieure schouderpijn
Mogelijke oorzaken
▪ Artritis GH-ACG
▪ Tendinopathie RC ~ SAPS ~ SIS
▪ Referred pain vanuit CWZ (C5-C6
Posterieure schouderpijn
Mogelijke oorzaken
▪ Artritis GH-ACG
▪ Tendinopathie RC ~ SAPS ~ SIS
▪ SLAP
▪ Referred pain cervicaal/ CTO