Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Biologie samenvatting Ordening en Ecologie €4,66   Ajouter au panier

Resume

Biologie samenvatting Ordening en Ecologie

 0 vue  0 achat
  • Cours
  • Type

Ordening (kort), abiotische en biotische factoren, producenten en consumenten, symbiose en dynamisch evenwicht uitgelegd, voedselketen en voedselrelaties, stikstofkringloop, alle verschillende leerdoelen (vragen) uitgewerkt incl begrippenlijst,

Aperçu 2 sur 5  pages

  • 15 août 2023
  • 5
  • 2021/2022
  • Resume
  • Lycée
  • 4
avatar-seller
H25.1 Ordening: soort en populatie – klassieke ordening – moderne systematiek
Wat is de wetenschappelijke naamgeving, en kan ik dit toepassen?
- Soort = groep organismen onderling voortplanten en vruchtbare nakomelingen voortbrengt.
- Ecosysteem = min of meer begrensd gebied waarin de abiotische en biotische factoren een
kenmerkende eenheid vormen
- Populatie = groep individuen van soort die in bepaald gebied voortplantingsgemeenschap
vormt  alle individuen die in een ecosysteem een
voortplantingsgemeenschap vormen behoren tot populatie
- Wetenschappelijke naamgeving: Geslacht (groep)
(hoofdletter) – soort (kleine letter) – grote letter van persoon
die soort als eerste heeft beschreven  Parius major L
(koolmees)
- Sommige soorten lijken erg op elkaar, maar kunnen toch niet
voortplanten (niet dezelfde soort)  sommige soorten lijken
niet op elkaar maar kunnen toch voortplanten (zelfde soort)
- Soorten kunnen veranderen  evolutie, maar gaat geleidelijk
- Populaties die ver van elkaar af wonen kunnen steeds meer gaan verschillen  na verloop
van tijd niet meer als soortgenoten herkennen
- Soortnaam = wetenschappelijke naam van een individu; bestaat uit minimaal 2 namen:
geslachtsnaam en soortaanduiding
- Taxon = eenheid in taxonomie (ordening) die een
onderscheidende groep organismen weergeeft: bijv.
orde, familie
Wat zijn de organisatieniveaus?
- (185) Levels of organization of life song - YouTube
- Atoom – molecuul – celorganel – cel – weefsel –
orgaan – orgaanstelsel – organisme – populatie –
levensgemeenschap – ecosysteem – biosfeer
H23 Ecologie
Wat zijn voorbeelden van biotische en abiotische invloeden?
- abiotische factoren = factoren die tot de levenloze
natuur horen en ook nooit geleefd hebben
(temperatuur, licht, lucht, water, bodemstructuur)
- biotische factoren = levende omgeving en dode
omgeving (houtstronk/dood dier) soortgenoten etc.
Wat is de invloed van abiotische factoren in verschillende
situaties?
- Abiotische factoren zijn niet in elk ecosysteem hetzelfde  de een heeft soms invloed de
ander en ook op de biotische factoren -> neerslag heeft effect op de bodem
Wat is het verband tussen de uiterste waarden van tolerantie en het overleven van een soort?
- Tolerantie voor abiotische factor -> minimum en maximum waarden (nog net overleven) en
optimum waarde (optimaal)  beperkende factor = factor waarvan de waarde het verste
van de optimum waarde afligt (bepaald levenskansen)
Hoe werkt een tolerantiecurve (aflezen en interpreteren)?

Wat zijn verschillende ecologische relaties?

, - Relaties met soortgenoten (voortplanting maar ook concurrenten) en met niet-soortgenoten
(voedselrelaties en symbiotische relaties)
Voedselrelaties:
- Herbivoren (eten plantaardig) omnivoren (plantaardig en dierlijk) carnivoren (dierlijk)
- Vraat = opeten van planten, predatie = opeten van dier door ander dier
- Prooi-predator-relatie = regeling aantal prooien en predatoren  pakkans kleiner maken:
o Diersoorten leven in groepen -> beter beschermd en predator eerder opgemerkt
o Diersoorten met schutkleur, aanmaken gifstoffen, lijken op ander giftige diersoort
o Planten kunnen gifstoffen aanmaken om vraat tegen te gaan
-  geldt soms ook voor predatoren!
Wat is het verschil tussen intraspecifiek en interspecifiek?
- Intraspecifiek = relaties tussen soortgenoten  leven in groep voordelen: eerder vijand in de
gaten, samen verjagen, samen voedselbron ontdekken Nadelen: groepsgenoten zijn
concurrenten (zelfde voedsel en abiotische factoren nodig)  concurrentie planten: bomen
die zoveel mogelijk licht willen dus hoog
- Interspecifiek = betrekkingen niet-soortgenoten: voedselrelaties en symbiotische relaties
Wat zijn de verschillende typen symbiose?
Voorbeelden van alle typen symbiose?
Symbiose = het samenleven van verschillende soorten -> geen prooi-predator relatie, maar hebben
elkaar wel nodig  3 vormen:
1. Mutualisme: beide soorten voordeel (+/+) (kunnen niet zonder elkaar):
o Samenleven darmbacteriën en mens, bijen die bloemen bestuiven -> voedsel/nectar
2. Commensalisme: 1 van beide soorten voordeel, ander geen nadeel (geen hinder)(+/0):
o Korstmossen boom (geen hinder), mussen nestelen onderste takken ooievaarsnest
3. Parasitisme: 1 van 2 organismen nadeel, gastheer-parasiet relatie (-/+):
o Zonder parasieten -> plaag  vlooien honden, mensenluis, lintworm (soms ook weer
last van parasieten = hyperparasitisme)  gastheer kan overlijden aan parasieten ->
snel weg
Wat zijn de verschillende methoden van populatieonderzoek?
1. Telling van hele populatie (individuen goed te onderscheiden)
2. Telling van een steekproef: op bepaald oppervlakte tellen, ander oppervlakte ook proberen -
> daarvan gemiddelde nemen en je hebt de populatiedichtheid
3. Vangen, merken en terugvangen (alleen als beestjes snel voor de 2x in de val lopen): plaats
vallen, merk dieren, laat ze vrij -> na paar dagen weer: tel gemerkte en niet-gemerkte dieren
 x : y = o : g (x = onbekende populatiegrootte, y = totaal aantal gemerkte dieren, o = dieren
dat bij 2e x is gevangen, g = aantal teruggevangen gemerkte dieren)  vraag hieronder
Kan ik de populatiegrootte berekenen bij de onderzoeksmethode: vangen, merken, terugvangen?
Wat is het dynamisch evenwicht tussen prooidieren en predatoren?
- Meer prooidieren (kunnen zichzelf in de weg gaan zitten en
worden vanzelf minder)  wisselen elkaar af
Wat zijn de verschillende factoren die van invloed zijn op de
populatiedichtheid?
- Bijvoorbeeld beperkt voedsel, abiotische factoren en biotische
factoren
Wat is de rol van pedatoren op de populatiegrootte?
- Plagen kunnen lang stand houden als de soort zich gevestigd heeft in een gebied zonder
predatoren want predator is regulerende factor
Wat is het verband tussen draagkracht en producenten?

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur meikewibbelink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,66
  • (0)
  Ajouter