Deze samenvatting bevat alle uitgewerkte colleges van anatomie en een samenvatting van de colleges over gebitsmorfologie.
De colleges van anatomie:
1. Blik in de mond
2. Botten en schedel
3. Gewrichten en schedel
4. Kaakgewricht & kauwspieren
5. Mondbodem- en tongspieren
6. Mimische spier...
Anatomie - HC1 - blik in de mond
anatomie: gaat over ‘waar ons lichaam uit bestaat’ en ‘hoe ons lichaam is vorm gegeven’ en het vormt de basis voor
alle medische disciplines
waarom is anatomie belangrijk voor een MHG:
1. lokale anesthesie geven → je moet weten waar de zenuwen lopen
2. behandelen van primaire caviteiten
3. maken van röntgenfoto’s en deze beoordelen → weten waar welke structuren zich bevinden
opbouw van mensen: cellen → weefsels → orgaan → orgaanstelsel/organen = anatomie van mensen
microscopisch: cellen/weefsels, je bekijkt het op kleine niveaus (histologie/celbiologie)
macroscopisch: organen/orgaanstelsels/organisme, je bekijkt het op ‘grote’ niveaus of als geheel (met blote oog
zichtbaar)
disclaimer anatomie: er wordt vanuit gegaan wat ‘gewoon’ is, maar er zijn heel veel verschillen tussen mensen. Dit kan
zijn qua vorm hoofd, kaaklijn, maar ook tussen man/vrouw.
→ voornamelijk veel verschil bij aderen; onder spier/boven spier/ achter zenuwen/tussen zenuwen
door. Minder variatie bij zenuwen, deze liggen bij de meeste mensen vast.
Nomenclatuur
nomenclatuur: naamgeving → met nomenclatuur geven we precies aan:
• hoe structuren gelegen zijn t.o.v. elkaar
○ spreken medici dezelfde taal
○ kunnen medici aangeven waar het probleem zit bij de patiënt
lichaamsregionen:
caput: hoofd termen die ook vaak gebruikt worden in andere structuren
collum: hals VB: knobbel van mandibula = caput mandibulae
Belangrijke en veelvoorkomende termen:
belangrijke en veelvoorkomende termen:
• type structuur:
○ slagader = arteria (a. ; mv: aa.)
○ ader = vena (v. ; mv: vv.)
○ zenuw = nervus (n. ; mv: nn.)
○ spier = musculus (m. ; mv: mm.)
○ bot = os/ossa
• vorm, verloop of ligging van structuur:
○ cavitas: holte
○ longus: lang tegenstellende termen:
○ brevis: kort longus ↔ brevis
○ major: groot major ↔ minor
○ minor: klein rectus ↔ obliquus
○ rectus: recht superficialis ↔ profundus
○ obliquus: schuin superioris ↔ inferioris
○ superficialis: oppervlakkig
○ profundus: diep
○ lateralis: zijkant
○ medialis: midden → deel van het lichaam wordt eerst vernoemd naar
○ superioris: boven ‘type structuur’, VB: spier; musculus, m. → de spier
○ inferioris: onder krijgt extra naam aan de hand van ‘vorm, verloop of
ligging’, VB: musculus pterygoideus medialis/lateralis
, 2
Conventies: anatomische positie
vlakken:
• frontaal / coronaal; verdeelt het lichaam in een voor- en achterkant
• mediaan / saggitaal; verdeelt het lichaam in links en rechts (midden van lichaam)
• transversaal / axiaal / horizontaal; verdeelt het lichaam in boven en onder
Frontaal / coronaal↓
dorsaal/ posterior: aan de rugzijde/achterkant
ventraal/ anterior: aan de buikzijde/voorkant
Mediaan / saggitaal →
mediaal: dichter bij het midden
lateraal: aan de zijkant
sinister: links
dexter: rechts
Transversaal / axiaal / horizontaal →
extremiteiten: deel van lichaam dat uitsteekt t.o.v. de rest
proximaal: dichter bij de romp (bovenarm ligt proximaal
van de hand)
distaal: verder van de romp (hand ligt distaal van
bovenarm)
superior/craniaal: aan de bovenkant
inferior/caudaal: aan de onderkant
→ deze dwarsdoorsneden worden gebruikt voor een MRI
Mondholte: terminologie
oraal: aan binnenkant van tandboog
• palatinaal
• linguaal
vestibulair: aan de buitenkant van de tanden
• labiaal (bij incisieven)
• buccaal (bij (pre)molaren)
mesiaal: de kant richting de mediaanlijn
distaal: de kant van de mediaanlijn af
Blik in de mond
LET OP: het lichaam bestaat uit holtes omgeven door een wand. Dit is ook het geval bij de mond;
• cavitas nasalis (neusholte)
• cavitas oris (mondholte)
, 3
Mondholte (= cavitas oris)
mondholte/cavitas oris: ruimte met (al dan niet) open verbindingen naar andere ruimtes en wordt ‘afgesloten’ van
de buitenwereld door de lippen/wangen
de cavitas oris wordt omgeven door:
• lippen
• wangen
• tanden en kiezen
• harde en zachte gehemelte
• keelbogen
je kunt de cavitas oris verdelen in twee delen:
1. vestibulum oris; ruimte tussen de wangen en elementen (geel) →
2. cavitas oris proprius; ruimte binnen de elementen, ook rondom de tong. Stopt bij
het sublinguale gebied(grijs)→
philtrum: kuiltje/geultje tussen neus en lippen (snotgootje) (1)
frenulum: bandje dat lip vasthoud (*) (frenulum labii superioris/inferioris)
Wangen (=buccae)
papilla ductus parotidea: opening van speekselklier (gl. parotidea) in het wangslijmvlies.
Dit voelt als een klein bobbeltje. (roze O)
de wand bestaat uit:
1. slijmvlies
2. m. buccinator
3. vetweefsel
4. lederhuid/opperhuid
Speekselklieren (= glandula)
3 grote speekselklieren:
1. glandula parotidea; speekselklier bij het oor
2. glandula submandibularis ; speekselklier onder de kaak
3. glandula sublingualis; speekselklier onder de tong
Regio sublingualis
structuren
inferior van de tong vind je de:
• glandula sublingualis
• glandula submandibularis
○ verloopt via een ductus uit onder
de tong. De uitmondig van de gl.
submandibularis heet carunculae
sublingualis
• frenulum linguae
, 4
schematisch
LET OP: slijmvlies ligt niet direct op de mondbodem spier, hier zit nog bindweefselruimte tussen en hier lopen
arteriën/venen/zenuwen
diaphragma oris:
mondbodem (bestaande
uit spieren)
raphe palati: naad in palatum, dit is de plek waar os palatinum aan elkaar groeit bij
de ontwikkeling van een kind
uvula: huig
palatum durum
palatum durum bestaat uit drie ‘botdelen’:
1. processus palatini (maxilla)
2. lamina horizontalis van os palatinum
3. os incisivum (maxilla)
palatum molle
palatum molle bestaat uit: spieren en is hierdoor beweeglijk (sluit de neus-keelholte af bij het
slikken; klep tussen paars/groen)
Keelbogen
Er zijn twee keelbogen, deze zitten vast aan het palatum molle;
1. arcus palatoglossus; voorste keelboog
► hierin zit de m. palatoglossus (spier van palatum molle naar de tong)
2. arcus palatopharyngeus; achterste keelboog
► hierin zit de m. palatopharyngeus (spier van palatum molle naar keel)
(glossa = tong)
tonsilla palatina: ‘keel’amandelen, bevindt zich tussen de twee keelbogen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur biemans2610. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.