Mens en leren 2
HOOFDSTUK 1 : ONTWIKKELINGSSTOORNIS VS PROBLEEM
ONTWIKKELINGSSTOORNIS: TERMINOLOGIE EN AFBAKENING
DEFINITIE
Ontwikkelingsstoornis
= een langdurig, groter probleem
= een neurobiologische stoornis die in de (vroege) ontwikkelingsperiode tot uiting komt, die
gekenmerkt wordt door ontwikkelingsachterstanden op 1/++ functiedomeinen en die levenslang
beperkingen veroorzaakt i/h persoonlijke, soc., schoolse of beroepsmatige functioneren
Neuro-biologisch:
- aangeboren stoornis : oorsprong in hersenontwikkeling
- kan resultaat zijn van :
1. genetische aanleg (overerving, spontane mutaties)
2. prenatale omgevingsfactoren bv. overmatig alcoholgebruik tijdens zwangerschap
3. en/of perinatale factoren bv. vroeggeboorte, geboortecomplicaties (luchttekort)
Start in de vroeger ontwikkelingsperiode (latere ontdekking)
• symptomen meestal zichtbaar op kinderleeftijd
• mate waarin symptomen tot uiting komen wordt beïnvloed door versch. omgevings- en
kindfactoren
• zie je niet direct maar achteraf vallen de puzzelstukjes wel in elkaar : “Als ik terugdenk
aan…”
Ontwikkelingsachterstanden
• de ontwikkeling wordt belemmerd op 1/++ domeinen : taal, spraak, cognitie,
motoriek, sociaal emotioneel functioneren…
bv: kind met ADHD kunnen veel schoolse kennis missen en ontlopen zo ook
sociale banden door klunzigheid of dergelijke
Levenslange beperkingen
• is levenslange stoornis die belemmeringen veroorzaakt i/d participatie v/h dagelijkse
leven op verschillende terreinen (in maatschappij, onderwijs…)
eerste twee kenmerken
impliceren dat het niet gaat om psychische/psychiatrische stoornissen die ook op latere leeftijd
kunnen ontstaan (bv. angsstoornis) of die enkel veroorzaakt worden door stress/andere
omgevingsfactoren (bv. PTSS)
vierde kenmerk
betekent dat ook stoornissen bij kinderen die door medische/psychologische interventies
volledig kunnen verdwijnen (bv. eetstoornissen) niet tot de ontwikkelingsstoornissen worden
gerekend
,SOORTEN
verstandelijke beperkingen deficiënties (i.e. tekorten) in alg. cognitieve functies als
redeneren, problemen oplossen en abstract denken, die zorgen
voor problemen i/h aanpassingsvermogen
• verstandelijke ontwikkelingsstoornis
• globale ontwikkelingsachterstand
communicatiestoornissen gekenmerkt door verstoorde ontwikkeling van taal, spraak en/of
sociale communicatie
• taal(ontwikkelings)stoornis
• spraakklankstoornis
• ontwikkelingsstotteren
• sociale (pragmatische) communicatiestoornis
autismespectrumstoornis overkoepelende term die wordt gebruikt om alle stoornissen
(ASS) binnen het autismespectrum aan te duiden - men vertoont
ernstige tekorten in soc. omgang (interactie/communicatie) en
beperkte, repetitieve interesses in gedragingen
aandachtsdeficiëntie- ontwikkelingsstoornis waarbij stoornissen i/d aandacht en/of
/hyperactiviteitsstoornis hyperactiviteit en impulsiviteit centraal staan - wordt gerekend tot
(ADHD) ‘disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen
(specifieke) leerstoornissen gaat om specifieke tekorten i/h leren v/d basale schoolse
vaardigheden lezen (dyslexie), spellen (dysorthografie) en/of
rekenen (dyscalculie)
motorische bestaat uit :
ontwikkelingsstoornissen • coördinatieontwikkelingsstoornis (DCD)
• de stereotiepe-bewegingsstoornis
• de ticstoornis
DSD problemen in coördinatie van motorische handelingen bv.
knippen, balvaardigheid) waardoor deze onhandig en
traag/onnauwkeurig worden uitgevoerd
ticstoornissen gekenmerkt door plotseling optredende, snelle, herhaalde, niet-
ritmische bewegingen/geluiden
stereotiepe- gekenmerkt door repetitieve, driftmatige en doelloze bewegingen
bewegingsstoornis bv. wiegen, fladderen, zichzelf slaan
Andere :
hoogbegaafdheid geen ontwikkelingsstoornis, wel heel complex om
ontwikkelingsstoornis vast te stellen bij kind dat hoogbegaafd is
hoogsensitiviteit is eigenschap, geen stoornis - komt frequent voor met
hoogbegaafdheid + grote gelijkenis tss aantal gevolgen hiervan &
symptomen v/e aantal ontwikkelingsstoornissen
,CRITERIA STOORNIS
1. Significant meer problemen dan gemiddeld
o stoornis is dimensionele aandoening (eigenschap, trek, kenmerk, vaardigheid)
o elke dimensie loopt op een continuüm van min. tot max. aanwezig
o kinderen met ontwikkelingsstoornis vertonen significant meer problemen dan
gemiddeld : situeren zich aan het extreme uiteinde (rechterkant in geval van
ongewenste trekken en linkerkant gewenste trekken)
→ dimensionele benadering van ontwikkelingsstoornissen : er kan sprake zijn van meer/
minder ernstige mate v/d stoornis
2. Op verschillende dimensies
o kind met ontw.stoornis vertoont niet op één dimensie meer problemen dan gemiddeld,
maar wel op VERSCHILLENDE dimensies
o de combinatie van probleemgebieden/symptomen die samen het klinisch beeld v/e
spec. ontwikkelingsstoornis vormen
3. De problemen zijn hardnekkig/persistent
o kenmerken zijn niet tijdelijk : houden gedurende langere tijd aan
o kenmerken verdwijnen niet zomaar vanzelf v/d ene dag op de andere
= hardnekkingheidsciterium
4. De problemen zijn pervasief
o symptomen zijn aanwezig in versch. contexten bv. op school, thuis, op werk, in vrije
tijd
o symptomen zijn niet louter verbonden aan (stresserende) omgevingsfactoren
= pervasiviteitscriterium
5. Niet leeftijdsadequaat
o gedragingen moeten significant afwijken van wat passend is voor een bep. leeftijd
⇒ er moet rekening gehouden worden m/d ontwikkelingsfase wrin het kind zich bevindt
⇒ diagnosticus moet kennis hebben met wat typerend is voor een bep.leeftijd
6. Significante belemmering
o problemen moeten hinder vormen voor de persoon in zijn dagelijks leven : berokkenen
last op versch. levensdomeinen zoals omgaan met lftsgenoten, mee kunnen op
school, functioneren in een gezin
= beperkingscriterium
SECUNDAIRE KENMERKEN
Verschil tss primaire en secundaire kenmerken
Primaire/diagnostische kenmerken Secundaire kenmerken
kernsymptomen v/d stoornis, kenmerken die kenmerken die niet specifiek zijn voor de stoornis -
minimaal aanwezig moeten zijn om de diagnose te zijn geen kernsymptomen maar HET GEVOLG van
kunnen stellen de primaire symptomen v/e stoornis
Hoe ontstaan?
1. wanneer een ontwikkelingsstoornis niet tijdig wordt herkend
2. wanneer de persoon zelf en/of zijn omgeving er niet adequaat mee omgaan
, VEEL VOORKOMENDE (GEMEENSCHAPPELIJKE) GEVOLGEN VAN
ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN OP PSYCHOSOCIAAL VLAK
1. vaak geconfronteerd met faalervaringen
2. grote frustraties door weinig successen/andere positieve ervaringen ondanks extra
inspanningen
3. schaamtegevoelens
4. demotivatie
5. door 2,3,4 : laag zelfbeeld, lage zelfwaardering en weinig zelfvertrouwen
6. inadequate attributiestijl (= de manier waarop men gedrag en gebeurtenissen
verklaart)
bv. falen toeschrijven aan stabiele factoren in zichzelf → ik ben dom
succes toeschrijven aan toevallige/externe factoren → gemakkelijke taak
7. groter risico op ‘fixed’ mindset : denken dat capaciteiten vaststaan en niet te
veranderen zijn / oefenen tot niet veel zal leiden
8. faalangstig tov schoolse taken, sociale situaties, situaties wrin moet worden bewogen
9. leerproblemen : vormen bij leerstoornis de kernsymptomen + kunnen gevolg zijn van :
• aandachts- en concentratiemoeilijkheden
• niet begrijpen van opdrachten
• negatief zelfbeeld
• verminderde motivatie
10. afwijzing door leeftijdsgenoten : vaak slachtoffer van pesterijen op school en/of in de
buurt
⇒ negatieve impact op zelfbeeld want aanvaarding leeftijdsgenoten heeft grote
invloed op hoe kind over zichzelf denkt
11. negatieve interacties met belangrijke volwassenen in omgeving : door onbegrip op
weinig constructieve manier met kinderen omgaan
⇒ participatieproblemen in klas, op school, in vrije tijd en thuis
Gevolgen leerproblemen
groter risico op :
- zittenblijven
- schoolmoeheid
- schooluitval
- lager diploma
Ontwikkelen van een growth mindset (oefenen leidt tot succes)
1. uiting van positieve verwachtingen
2. geven van positieve feedback
3. prijzen van proces
FAALANGST
= angst om beoordeeld te worden omwille v/d angst om te mislukken - komt tot uiting i/h
blokkeren bij of het ontwijken van situaties wrin men een prestatie moet leveren
Comorbiditeit
lichamelijke signalen :