SAMENVATTING: LEVENSLOOPPSYCHOLOGIE
DOELSTELLINGEN - NIET KENNEN - LEZEN
1. H1: TERREINVERKENNING
a. KORTE HISTORIEK
• VERRE VOORGESCHIEDENIS
• START VAN ‘GENETISCHE’ PSYCHOLOGIE
• OMVORMING TOT ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
• UITGROEI TOT VOLWAARDIGE LEVENSLOOPPSYCHOLOGIE
b. INDELING IN FASE
• CONTINUÏTEIT OF DISCONTINUÏTEIT IN DE ONTWIKKELING
• TRAPMODEL
• GELAAGDE MODEL
• LIJNMODEL
• POGING TOT SYNTHESE
c. FACTOREN DIE DE ONTWIKKELING STUREN
• ROL VAN DE ERFELIJKHEID
• INVLOEDEN VANUIT HET MILIEU
• INTERACTIES TUSSEN ERFELIJKHEID EN MILIEU
• ZELFSTURING ALS DERDE FACTOR
UITWERKING DOELSTELLINGEN: TERREINVERKENNING
• LEG UIT: ZOWEL ERFELIJKHEID ALS MILIEU STUREN DE ONTWIKKELING EN
KUNNEN MEKAAR BEÏNVLOEDEN. TOON DE INVLOED VAN ERFELIJKHEID EN
MILIEU AAN MET EIGEN PRAKTIJKVOORBEELD
• WAT IS ZELFSTURING?
Niet enkel erfelijkheid en milieu vormen onze ontwikkeling. We geven onze
ontwikkeling ook zelf richting aan. Daarvoor worden dan diverse termen gebruikt,
zoals zelfbepaling, persoonlijke vrijheid of de eigen verantwoordelijkheid van het
individu.
• PAS DE INVLOED VAN ERFELIJKHEID EN MILIEU (OPVOEDING, STIMULATIE, ..) OP
ANDERE THEORIEËN BINNEN DE LEVENSLOOPPSYCHOLOGIE EN OP
VERSCHILLENDE ONTWIKKELINGSDOMEINEN.
• LEG UIT: THEORIE VAN BRONFENBRENNER (BIO-ECOLOGISCH MODEL) A.D.H.V.
VOLGENDE BEGRIPPEN: MICROSYSTEEM, MESOSYSTEEM, EXOSYSTEEM,
MACROSYSTEEM EN CHRONOSYSTEEM. PLAATS CASUSVOORBEELDEN IN DE
THEORIE.
Bronfenbrenner (bio-ecologisch model) bracht omgevingsinvloeden die een rol
spelen in de ontwikkeling onder in lagen:
- MICROSYSTEEM:
,verwijst naar personen en groepen waarmee het individu rechtstreeks mee in
aanraking komt.
bv. vriendenkringen, school, werkplek, buren, verenigingen, …
- MESOSYSTEEM:
Duidt op interacties tussen sommige actoren uit het microsysteem.
bv. manier waarop ouders positief of negatief kunnen inspelen op wat school
verwacht: warme interesse betonen voor schoolse prestaties
- EXOSYSTEEM:
Bevat groepen of instituties waar het individu door beïnvloed wordt, zonder er
rechtstreeks mee in contact te komen.
bv: maatschappelijke positie, vriendenkring ouders, wonen in een dorp of stad,
wonen in rijke of achtergestelde buurt, …
- MACROSYSTEEM:
Slaat op de bredere cultuur met haar waarden en gebruiken.
bv: cultuur waarin iemand opgroeit, open of gesloten samenleving, traditioneel
opgevoed of ruimdenkend, …
- CHRONOSYSTEEM:
De latere toevoeging van het chronosysteem moest duidelijk maken dat er zich in
de loop van de tijd allerlei veranderingen kunnen voordoen in die verschillende
beïnvloedingscirkels.
bv. iemand veranderd van job, huwelijk loopt op de klippen, milieuramp, corona, …
, 2. H2: TWEE FUNDAMENTELE ONTWIKKELINGSTHEORIEËN
a. PSYCHOSOCIALE IDENTITEITSTHEORIE VAN ERIKSON
• SITUERING T.O.V. FREUD
- Psychosociale identiteit:
* PSYCHISCHE IDENTITEIT: ervaren van innerlijke eenheid (zichzelf
steeds als dezelfde persoon ervaren)
* SOCIALE COMPONENT: Harmonie ervaren tussen eigen persoon en
sociale omgeving (harmonie tussen hoe ik mezelf zie en hoe mijn
omgeving mij ervaart)
- Kernconflict:
Tijdens elke levensfase (tot ouderdom) staan we voor een uitdaging / crisis die we
voldoende het hoofd moeten bieden om te kunnen voldoen aan de eisen van de
volgende fase.
Risico’s zorgen voor groeikansen. Omgeving speelt een grote rol in dit
kernconflict: “hoe steunen zij jou?”.
Egosterkte = “hoe ga je als persoon om met deze conflicten?”
Bv.
baby: uitdaging = verwerven van vertrouwen / omgeving dient
geborgenheid te bieden
adolescent: uitdaging = eigen identiteit verwerven / belang van loyale
omgeving (peers) en positieve identificatiefiguren
- Levenslang ontwikkelingsproces
• ERIKSONS THEORIE
• KORTE EVALUATIE
b. COGNITIEVE ONTWIKKELINGSTHEORIE PIAGET
• BASISBEGRIPPEN
• EIGENLIJKE ONTWIKKELING
• KORTE EVALUATIE
UITWERKING DOELSTELLINGEN: ONTWIKKELINGSTHEORIEËN
• ALGEMENE VISIE VAN ERIKSON OP DE PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING IN
EIGEN WOORDEN
Erikson geloofde dat het van cruciaal belang is dat mensen toegewijde relaties met
anderen aangaan. Zij die succesvol zijn in deze fase zijn beter in staat om duurzame
en veilige relaties aan te gaan. Elke fase borduurt verder op de vaardigheden die in
de vorige fasen zijn geleerd.
• 8 FASEN IN DE THEORIE VAN ERIKSON + BESPREEK
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jorenjoren. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.