Samenvatting vakstudie Nederlands 5 component taalbeschouwing: beeldvorming.
De samenvatting bevat de syllabus, de pokerpoints, extra notities, extra voorbeelden...
SV VSNED5: TAALBESCHOUWING - BEELDVORMING
H2. WAT IS EEN BEELD?
2.1 TWEE BETEKENISSEN
Beeld heeft twee betekenissen:
- Een beeld in de letterlijke zin.
Een beeld is een representatie, een afbeelding, van (een deel van) de werkelijkheid.
Kennis – ervaringen – persoonlijkheid – rol en hoedanigheid van de kijker – ideologie – moraal en
emoties spelen ook hier een rol.
Bv. een foto – een schilderij – een projectie – een tekening – een gravure.
- Een beeld dat we van iets of iemand kunnen hebben.
Kan vergeleken worden met een mening over – een idee van gevormd door omgeving – opvoeding –
cultuur.
Bv. Welk beeld hebben we van ontwikkelingshulp?
Een beeld = Het geheel van opvattingen – verwachtingen – (voor)oordelen dat men over zichzelf (= zelfbeeld)
en anderen (= vijandbeeld) of over politieke en maatschappelijke toestanden op nahoudt.
Beeldvormingen = Indien men zich daardoor in zijn denken over degelijke opvattingen – toestanden laat
leiden.
ð Wat wordt bekeken, wordt maar gezien door het in een geheel van kennisinhouden – betekenissen –
beelden in te passen.
In beide betekenissen is een beeld een representatie of een voorstelling van een deel van de werkelijkheid.
De representatie is altijd subjectief.
ð Een beeld = Een vervorming van de werkelijkheid.
Iconiciteit = De vervorming en de relatie met de werkelijkheid.
Bv. Het schilderij van Magritte – Ceci n’est pas une pipe.
-1-
,3OSO FEBE DE WINNE 2022-2023
2.2 BEELDEN IN HET COLLECTIEF (ONDER)BEWUSTZIJN
In onze huidige samenleving hebben beelden een onwrikbare positie ingenomen: ze zijn overal aanwezig +
winnen steeds aan belang.
à De westerse stedeling ziet gemiddeld 300 – 400 beelden of afbeeldingen per dag.
Elke generatie heeft een paar Kennedy-momenten.
= Beelden die onlosmakelijk op ons netvlies gebrand staan + ons leven – geschiedenis worden bepaald door
beelden.
Bv. Als iemand refereert aan de Titanic is de clichéscène met Leonardo Di Caprio en Katewinslet onvermijdelijk.
Beelden worden opgenomen in ons collectief geheugen + zijn niet meer weg te denken.
Bv. Nieuwsbeelden van 9/11.
MAAR: Ook beelden uit films – reclame nemen een grote plaats in onze werkelijkheid.
ð Ons collectief geheugen wordt gevormd door beelden.
De meeste kijkers laten zich meeslepen door hetgeen ze voorgeschoteld krijgen, zonder zich hierbij kritisch op
te stellen.
In reclame worden we (on)bewust gemanipuleerd.
MAAR: Consumenten voelen meer aan dat reclame niet altijd waarheidsgetrouw is.
2.3 BEELDCLICHÉS
Beeldclichés = Beelden die tot ons collectief (onder)bewustzijn behoren.
Stereotypen = Beelden die zo kenmerkend worden voor een bepaalde gebeurtenis – volk – levenswijze.
Geen foutieve weergaves, maar wel ongenuanceerde weergaves – vereenvoudigingen van de werkelijkheid.
à Beelden die iedereen kent + waarop vaak geparodieerd en gepersifleerd wordt.
Bv. De verschillende versies van het bekende ‘I want you for the US Army’
-2-
,3OSO FEBE DE WINNE 2022-2023
2.4 HYPERREALITEIT
= Een situatie waarin echt en onecht niet meer van elkaar te onderscheiden zijn.
Jean Baudrillard beweerde dat de mens het contact met de echte wereld is verloren doordat hij een beeld van
de wereld creëert aan de hand van wat hij in de media ziet.
à Ontwikkelde een simulacrumtheorie.
Een simulacrum
Een beeld – een belevenis waarvan wij denken dat het een afspiegeling is van de echte wereld, maar in feite
echter is/wordt dan datgene uit de realiteit.
= Een valse kopie van de werkelijkheid.
We denken dat wat we zien een afspiegeling – een representatie is van de realiteit, maar eigenlijk gaat die
representatie vooraf aan de realiteit.
Bv. Een neerstortend vliegtuig: iedereen heeft in zijn hoofd een beeld van hoe een neerstorend vliegtuig
eruitziet, maar niemand heeft in het echte leven ooit al een vliegtuig zien neerstorten.
We hebben al beelden gezien + we veronderstellen dat die beelden waarheids- en werkelijkheidsgetrouw zijn.
à Volgend Baudrillard is niet het neerstortend vliegtuig zelf de realiteit voor ons, maar het beeld dat wij
daarvan hebben.
ð We leven in een wereld gedomineerd door simulacra.
Foto’s – beelden bepalen onze realiteit + we kennen de realiteit enkel door die simulacra, niet meer
omdat we die realiteit zelf beleefd hebben.
2.5 FAKE NEWS (= NEPNIEUWS)
= Een begrip geworden voor elke vorm van nieuws waar ergens een vleug van onwaardheid – leugen in zit.
Claire Wardle (2017) onderscheidt 7 vormen van fake news:
SATIRE OF PARODIE = Een ludieke manier om met het nieuws om te gaan.
Bv. de Ideale Wereld
VALSE CONNECTIE OF CLICKBAIT = Op een (nieuws)site zie je enkel de krantenkop van een artikel, maar die
is zo geformuleerd om je te laten doorklikken. De titel is erg overdreven +
heeft weinig te maken met de eigenlijke inhoud van het artikel.
MISLEIDENDE INFORMATIE = Verkeerde informatie over iets – iemand.
Bv. Gezondheidswebsites die je advies geven, maar die eigenlijk hun winst
halen uit de reclame ernaast.
VALSE CONTEXT = De informatie klopt, maar de inhoud is binnen een foutieve context
gebruikt.
BEDRIEGELIJKE INHOUD = De informatie is vals.
GEMANIPULEERDE INHOUD = Er wordt vertrokken van originele foto’s en informatie, maar die worden
bewerkt.
GEFABRICEERDE INHOUD = De informatie is volledig vals.
-3-
, 3OSO FEBE DE WINNE 2022-2023
De nieuwe sociale media hebben ervoor gezorgd dat fake news veel sneller verspreid kan worden + er zijn
veel meer bronnen – media die het kunnen verspreiden.
à Leren omgaan met Fake News vermits we het niet kunnen vermijden.
Onderzoek van Deprez, Vermeulen en Janssens (2018):
Bij 641 Vlaamse jongeren tussen 15 en 24 jaar blijkt dat voor de helft van de jongeren (44,4%) Facebook het
belangrijkste nieuwskanaal is. Vooral leerlingen uit het BSO zijn zich minder bewust van het feit dat fake news
op Facebook wordt verspreid.
ð Ontwikkelden een overzicht met criteria op basis waarvan we een nieuwsbericht kunnen controleren
op zijn waarheidsgehalte.
-4-
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Febedw. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.