Zwakke krachten zijn belangrijk voor interacties => 1 van de 4 zwakke krachten.
Interacties = bindingen = zwakke, niet-covalente associaties tussen moleculen. Niet
permanent! Komt terug los.
1) H-bruggen
2) Ionaire of elektrostatische binding
3) Hydrofoob effect
4) Van der Waals interactie
Eerste drie ontstaan door naburige watermoleculen.
1.1. Watermoleculen vormen een netwerk via
waterstofbruggen
- Levende organismen bevatten 70 tot 80% water.
- Zuurstofatoom trekt gemeenschappelijke
electronenparen van covalente binding naar zich toe.
- Geen elektronenparen gedeeld.
Polaire structuur => dipoolmoment
- Hoog kookpunt van water
- Zwak!! => energie ligt veel lager dan de covalente binding
1.2. Waterstofbruggen tussen biomoleculen met functionele groepen
- Geschikte functionele groepen = atomen met elektronegatief karakter (O,N)
- Bv. OH, NH2, C=O, amidegroepen
- Hydrofiel, lost goed op in water
- Donor & acceptor
1.3. De ionaire binding
- Verschil in EN karakter groot is
- Elektronen paar in donor gaat over naar
acceptor
- + = kation/ - = anion
- Wet van Coulomb bepaalt aantrekkingskracht
tussen + en - & weergegeven door D = diëlektriciteitsconstante
- Water lost ionen goed op
1
,Biochemie, Cel II
1.4. Van der Waals interacties
- Dipool geïnduceerd
- Optimale afstand; van-der-Waals-radius = 2x de afstand van de covalente binding
1.5. Het hydrofoob effect
- Moeilijk oplosbaar in water => hydrofoob
- Hydrofobe moleculen associëren in waterige oplossingen
- Drijvende kracht bij eiwitopvouwing
1.6. Vele kleintjes maken een groot
Stabilisatie = som van de individuele bijdragen van al de zwakke interacties die in deze
structuur optreden.
Bv.
- DNA dubbelstreng= H-bruggen + hydrofobe kracht
Krachten werken niet onafhankelijk van elkaar
!!de vormen van hun oppervlakten moeten complementair zijn en de groepen in dit
oppervlak moeten energetisch gunstige interacties kunnen aangaan.
• Structuur
Glycerolruggengraat + vetzuurketen + fosfaat
Hydroxylgroepen op C1 en C2 veresterd zijn met 1
vetzuurketen en C3 met een fosfaat
Vetzuurketen = lange koolstofketen met een
carboxylfunctie
Polair: glycerol, carbonyl O en P
Apolair: R
4 verschillende substituenten= chiraal centrum
Meest voorkomende vorm = L
Essentiel= moet via de voeding worden opgenomen, kan niet zelf aangemaakt worden.
• Fosfaatgroep
Meestal fosfaatgroep nog eens veresterd => polair alcohol
! NIET= diacyglycerol-3-fosfaat of fosfatidinezuur
! Bijkomende substituent: ethanolamine, choline, serine of inositol
• Acetylketen
Onvertakt + even aantal koolstofatomen (14 tot 24/ meest voorkomend: C16 en C18)
3
, Biochemie, Cel II
Dubbele bindingen = onverzadigd; variabel
- Dierlijke; 1 van de 2 verzadigd.
- Hoe meer dubbele bindingen => hoe gekromder. Bv. arachidonzuur. (Signaalmolecule
die de lichaamstemp doet stijgen.)
• Speciale
Difosfatidylglycerol: 4 vetzuurketens
Glycerofosfolipidevarianten: in plaats van een esterbinding, een etherbinding met C1.
Cholineplasmalogen, ethanolamineplasmologen
Of slechts 1 vetzuurketen hebben. Lysofosfatidycholine en lysofosfatidylethanolamine.
(Mitogen; stimuleert groei kankercellen)
Autofagie:
Cardiolipines zetten autofagie in gang, mitochondriën bestaan uit een binnenste en
buitenste membraan. Deze brengen het binnenste naar het buitenste.
(Cellen die geen zinvolle functie meer hebben breken zichzelf af.)
2.3. De glycolipiden
Afgeleid van glycolipiden.
Suikergroep in plaats van
een fosfocholinegroep.
3 groepen.
1) Cerebrosiden
Eenvoudigst
Kort (<5) en onvertakt
2) Tweede groep
Vertakt
Langere
Neutrale suikerketens
3) De gangliosiden
Complexe suikerketens
Negatief geladen N-
acetylneuraminezuur
• Intermezzo; ziekte van Tay Sachs
Verstoorde afbraak van sphingolipiden
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ManonMusschoot. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.