VEILIGHEID, TERRORISME EN MENSENRECHTEN
LESSEN
Hoorcollege 1: 16/02/422
1. PROLOOG – PRESENTATIE VAN VAK & VERWACHTINGEN
EXAMEN
Het examen:
• Meerkeuzenvragen
• Gesloten boek
• Samenvattingen
• Vragen komen uit hoor- en gastcolleges – vragen in verband met ’filosofie’ van een tekst/gastcollege –
geen details
• Het examen is gesloten boek en de vragen zijn meerkeuze – voorbeelden aan begin van elke les
Verdeling van de punten op examen:
• Op het examen worden twee vragen gesteld over elke te bestuderen tekst (zie hierna voor de
referenties) – 9 teksten in totaal
• 9 teksten die klassikaal in de hoorcolleges behandeld worden = 9 x 2 vragen op 1 punt = 18 punten in
totaal
• Vier vragen komen uit de (vier eerste) gastcolleges – 1 vraag per gastcollege – worden elk gequoteerd op
0,5 punt = 2 punten in totaal
• Verschil in gewicht tussen hoor- en gastcolleges wordt verantwoord door de te leveren inspanning –
actief werken met literatuur versus passief volgen – participatie in de gastcolleges wordt echter wel
aangemoedigd en kan het verschil zijn tussen slagen of niet slagen voor dit vak
LES- EN EXAMENMATERIAAL (+ AANVULLENDE LITERATUUR/DOCUMENTATIE)
• Verplichte literatuur – zie canvas – op het examen
• Aanvullende literatuurlijst – band met de actualiteit – niet op het examen
• Kranten & tijdschriften, documentaires, foto’s – zie bijvoorbeeld de iconische 9/11 en ground zero-foto’s
van Meyerowitz of fotoboek Het gezicht van de oorlog door Rudi Vranckx
• Als de materie beklijft, grasduin dan ook in de talrijke romans (bv. Harry Mulish, Ian McEwan, Javier
Marías) en non-fictieboeken (bv. Stefan Hertmans, David Van Reybrouck) in dit genre – literatuurtips in
elke les
Verplichte literatuur wordt klassikaal behandeld in de les
→ 9 teksten in totaal – twee per hoorcollege – je moet ze KUNNEN en niet kennen.
Ulrich Beck, “The Terrorist Threat. World Risk Society Revisited”, Theory, Culture & Society 2002, afl. 4, 39-55
Iris Marion Young, “The logic of masculinist protection: reflections on the current security state”, Signs 2003,
afl. 1, 1-25
David Garland, “The Limits of the Sovereign State. Strategies of Crime Control in Contemporary Society”, The
Britisch Journal of Criminology 1996, afl. 4, 445-471
Lucia Zedner, “Too much security?”, International Journal of the Sociology of Law 2003, 155-184
Jude McCulloch & Sharon Pickering, “Pre-crime and counter-terrorism”, Brit.J.Criminol. 2009, 628-645
Maja Zehfuss, “Forget September 11”, Third Wold Quarterly 2003, afl. 3, 513-528
Joel Feinberg, “Voluntary Euthanasia and the Inalienable Right to Life”, Philosophy & Public Affairs 1978, afl.
2, 93-123
1
, Alexandra Campbell, “Keeping the ‘lady’ safe: the regulation of femininity through crime prevention
literature”, Critical Criminology ,2005, 119-140
David Luban, “Liberalism, Torture, and the Ticking Bomb”, Virginia Law Review 2005, 1425-1461
(B. Herremans & T. Destrooper, “Stirring the Justice Imagination: Countering the Invisibilization and Erasure
of Syrian Victims’ Justice Narratives”, International
Journal of Transitional Justice 2021, 576-595)
Wat aanvangen met de verplichte literatuur voor het examen?
• In het kielzog van elke les lees je de verplichte literatuur traag/grondig door (zie de l(e)eswijzer op canvas)
– je laat de materie langzaam bezinken
• Je neemt die twee teksten door na afloop van het college waarin deze gesitueerd worden
• Tijdens daaropvolgende les repeteren we de stof en beginnen we telkenmale met enkele voorbeeldvragen
& herhalen we de bedoeling van de teksten kort als er vragen dagen
• In de tekst mag je met stift markeren en kruisverwijzingen maken – de kruisbestuiving tussen de
verschillende teksten (& disciplines) wordt ook aangeduid in de les
• Van de gastcolleges neem je nota – aanvullende literatuursuggesties via canvas (niet verplicht te lezen) –
deze nota’s van gastcolleges mag je niet gebruiken op het examen
DOELSTELLINGEN VAN HET VAK – VEILIGHEID ALS SEMANTISCH SLEEPNET
• Veiligheid als ordenend maatschappelijk paradigma (semantisch sleepnet) voor voetlicht krijgen – google
‘9/11’ en je krijgt meer dan achthonderd miljoen hits (13x zoveel als ‘Auschwitz’)
• Verknochtheid van diverse disciplines (rechtsfilosofie, sociologie, criminologie, het recht, (geo)politieke
theorie) bereflecteren
• Tegenwerken van intuïtie – argumenteren – betekenishorizon verbreden – zelfstandig nadenken – zorgen
maken om het maken van zorgen & hun consequenties:
• Houten vorkjes (veilig tafelen)
• Het moeten inleveren van deodorant (veilig vliegen)
• Focus op ‘eerste duizend dagen’ (veilige hechting)
• ‘Sensitivity readers’ (veilig lezen)
• ‘Dag van de veilige campus’ (veilig studeren)
• App met restaurants voor ‘dikke’ mensen (veilig uit eten gaan)
• ‘Trigger warning’ (!) – veiligheid/terrorisme is een controversieel thema – debat wordt vaak in identitaire
verwoordingen gevoerd
• Zo bijvoorbeeld zou veiligheid een ’rechts’ thema (hard doorpakken) zijn en ‘laisser faire laisser passer’ een
‘links’ axioma (elke vorm van geweld heeft zijn oorsprong in een vorm van deprivatie) – dit klopt niet
• Cursus is niet ontworpen om debat op te roepen over/proces te maken van de ‘kwaadaardigheid’ van
bevolkingsgroepen of van (politieke) overtuigingen
• Wel zullen we op nuchtere wijze een aantal wetenschappelijk uitgewerkte theorieën bereflecteren – ook
voorbeelden uit de actualiteit kunnen ter illustratie aan bod komen in de les
• Een strafrechtelijk traject aardt bij een balans tussen instrumentaliteit en bescherming
• Zie hierover de moderne klassieker van Foqué en ‘t Hart
• Zo ondervraagt men een verdachte om informatie te sprokkelen in verband met een strafbare gebeurtenis,
maar dat moet op de geëigende (bij wet bepaalde) wijze gebeuren
• Veiligheid is geen onomstreden rechtsgoed – de roep om veiligheid is vaak (te) luid, dit vanuit het idee dat
niemand ertegen kan zijn
• Jullie worden in de cursus uitgenodigd om zich machtskritisch te uiten
• Een verwante splijtzwam is de verhouding tussen (collectieve) veiligheid en (individuele) vrijheid
• Hobbes en Rousseau zijn de grootste opponenten op dit vlak
• https://www.youtube.com/watch?app=desktop&v=glgU6o4nZQc
• Momenteel wordt de discussie minder op het scherp van de snee gevoerd – consensus is dat een bepaalde
mate van veiligheid niet onbelangrijk is om vrijheid tot gelding te kunnen brengen
• Af en toe laait het debat terug op, zoals ten opzichte van de vraag of het dragen van maskertjes kan/moet
afgedwongen worden om anderen te beschermen
2
,• Hang naar veiligheid is de voorbije drie decennia fors toegenomen – ervaren onveiligheidsgevoel in
tegenspraak met observatie dat samenleving (objectief gezien) steeds veiliger wordt – onder invloed van
centraal politiek gezag en geweldsmonopolie van de overheid – verinnerlijking van strategieën die
(subjectieve) veiligheid moeten bewerkstelligen – zelfdisciplinering & pastorale machtspraktijken
(Foucault)
• De ‘codificatie’ van veiligheid in functie van beschermingsterminologie en als tweeledige vorm van
beschutting is van recente datum – aan de ene kant bescherming van burgers tegen medeburgers –
anderzijds bescherming tegen overheid – vooral (onder impuls van liberale verlichtingsfilosofen als Locke
en Beccaria) tegen ‘te grote’ overheden die geweldsmonopolie op arbitraire basis benutten – codificatie in
Amerikaanse en Europese mensenrechtenverklaringen
• Het accent ligt in deze cursus op de machtskritische aspecten van veiligheid & terrorisme maar ook de
horizontale werking van mensenrechten komt aan bod – zie les 5 in verband met positieve plichten
• Zie voor cultuurfilosofische uitwerking van het concept veiligheid de publicatie van mijn voorganger – J.M.
Piret, “Het recht op veiligheid: fundamenteler dan een sociaal grondrecht” in K. Rimanque et al. (eds.), Het
recht op veiligheid, Antwerpen, Maklu, 2002, 11-37 – onder aanvullende literatuur canvas
DE EIGENHEID VAN TERRORISME IN VERHOUDING TOT VEILIGHEID
Terrorisme neemt sinds 2001 een aparte plaats in ten opzichte van (het denken over) veiligheid – geen doel an
sich maar methode om (politiek) doel te bereiken door creëren van maatschappelijke onrust – kan altijd en
overal plaatsvinden en heeft daarom potentieel om samenleving sneller en ernstiger te ontwrichten dan
andere vormen van geweld - terrorisme is een emotioneel beladen moreel bolwerk.
Terrorisme draagt het risico van overschatting in zich – ’terror’ = extreme angst – die overwaardering voor het
fenomeen vindt effectief plaats – ontstaan/exponentiële groei van een bloeiende industrie van anti-
terrorismemaatregelen – bevoegdheden van overheid om te controleren en analyseren groter dan ooit.
Terroristen bestaan maar het is de vraag of de remedie om de kwaal te bestrijden niet erger is dan de kwaal
zelf – veiligheidsindustrie heeft er alle belang bij om de dreiging en angst te bestendigen (zie les 3).
Sommige overheden zijn maar wat blij met aandacht voor terrorisme – repressie van andersgezinden stuit op
minder internationaal protest als die geframed wordt als strijd tegen terroristen (zie les 7) – ook voor
democratische overheden is het moeilijk om terug te keren op gezette schreden – kans op gezichtsverlies (zie
les 2) – morele kosten van schandalen als Abu Ghraib en Guantanamo (zie les 6).
Een samenleving die gevoeliger wordt voor (de angst voor) terrorisme en waar sociale relaties worden
vormgegeven op basis van wantrouwen creëert de terroristen van morgen – groeiende vraag naar
criminalisering van gedragingen die wijzen op een traject van radicalisering zonder veruitwendiging aan de
hand van daden wijst op shift van post-crime naar pre-crime/intentiestrafrecht (zie les 4).
Contraterrorismewetten die in overstelpende mate een uitzonderingsregime creëren ten opzichte van de
misdrijven van gemeenrecht bewerkstelligen juist de aantasting van de democratische toetsingskaders die ze
wensten te bestendigen – mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch somt in een rapport een schier
eindeloos aantal aantastingen op van de basisrechten van verdachten/gedetineerden in het kader van (de strijd
tegen) terrorisme.
https://www.hrw.org/report/2012/06/29/name-security/counterterrorism-laws-worldwide-september-11
Onder impuls van terrorisme en terreurdreiging lijken mensen meer dan ooit bereid om veel verworven
vrijheden (zoals privacy) op te geven in ruil voor veiligheid – juiste maat (‘le juste milieu’) lijkt zoek.
Tom Lanoye (foto links) stelt in het DS-kerstpamlet 2013 ’Nine eleven aan de Schelde’ dat fetisj met veiligheid
gevoelens van onaantastbaarheid bij diegene die zekerheid & veiligheid moet bewerkstelligen kan doen
aanzwellen – ijzersterke verwoording van “de terreur van de anti-terreur” – parallel tussen post 9/11-beleid en
wijze waarop Jonathan Jacob in een Antwerpse cel werd ‘gefolterd’ en doodgeslagen door de politie (zie ook
les 6).
(Plicht tot) dankbaarheid ten opzichte van onze ‘helden’ kan leiden tot het verzwijgen van blunders en
wantoestanden en tot sfeertje van straffeloosheid (zie ook les 2).
3
, Grootste triomf van de terrorist zijn niet de burgerdoden of de ontplofte gebouwen – wel angst ervoor en het
feit dat mensen om die angst te bestrijden zich steeds meer gedragen zoals ze denken dat terrorist zich
gedraagt – fanatiek, wars van waarden of propere rechtsgang – elektroshocks op teelballen komen dan niet als
foltering voor maar als noodzaak – ‘preventie retributie’.
In 2015 drukte The Atlantic een artikel af van journalist Graeme Wood – “What ISIS really wants” – werd het
meest gelezen digitale artikel dat jaar - ongeveer tienduizend lezers per dag – daags na de aanslagen in Parijs
(november 2015) werd het artikel 1,9 miljoen keer gelezen.
Artikel was controversieel omdat het poneert dat IS is verhouding tot andere vormen van terrorisme (en zelfs
verwante terroristische organisaties als Al-Qaida) geen onmiddellijk politiek doel voor ogen heeft – het kalifaat
van IS is een consequent doordenken van historische wortels van Islam als religie – politieke doeleinden van
secundaire orde na vestiging van kalifaat op eigen territorium – Al-Qaida is/was (zoals andere terroristische
organisaties) een geografisch onbestemd netwerk van terreurcellen.
Dat IS actief zevende eeuwse interpretatie van Koran zou aanhangen en Wood daardoor Islam an sich in
diskrediet bracht stuitte vele moslims tegen borst – werd aanzien als (de zoveelste westerse) poging om Islam
belachelijk te maken – Wood draait argument om – westerse bias ten opzichte van (actuele irrelevantie van)
religie zou juist niet mogen verhullen dat vele IS-strijders wel dergelijk een religieuze ideologie & religieuze
motieven koesteren – zou een rol moeten spelen in uitstippelen van de reactie.
https://www.theatlantic.com/magazine/archive/2015/03/what-isis-really-wants/384980/
De journalistieke bevinding van Graeme Wood dat het IS vooral te doen was om het kalifaat (niet om
internationale erkenning of het plegen van aanslagen in het westen) correspondeert met de wijze waarop IS
zich in het eigen glossy (propaganda)magazine uitdrukt.
In juni 2014 verscheen het eerste nummer van Dabiq – veelzijdig magazine met artikelen, advertenties en
vooral veel beelden – visualisaties vormen een belangrijk onderdeel van de IS-strategie om te rekruteren voor
het kalifaat – het laatste (vijftiende) issue verscheen in de zomer van 2016 – IS leed toen al grote verliezen.
Met name de legitimering van geweld in het westen komt pas in de laatste nummers aan bod – vooral in het
laatste nummer lijkt de oproep om aanslagen te plegen in westerse landen die militaire actie voeren tegen IS
de oproep tot hijrah (emigratie naar kalifaat) te overstemmen – in het veertiende nummer (zie illustratie
rechts) worden de terroristen van de aanslagen in Brussel opgehemeld.
Jettenaar en terrorisme-expert Rik Coolsaet probeert de bekoring van IS en drijfveren van Belgische
syriëstrijder te begronden op basis van de maatschappelijke context – lijkt aannemelijke redenering.
Volgens Coolsaet is er in het debat over ‘push en pull’-factoren in verband met radicaliseringstrajecten te
weinig oog voor de context(en) die het radicaliseringsproces veroorzaken en voeden – alle aandacht gaat (naar
zijn gevoel ten onrechte) uit naar het individu (en individuele wonderoplossingen).
Syriëstrijders van vandaag laten zich niet vergelijken met de jihadi’s van vroeger – alleen al de leeftijd van de
gemiddelde foreign fighter (20 jaar, de jongste Belg die naar Syrië vertrok was 13 jaar, 15- en 16-jarigen zijn
geen uitzondering) geeft voor dat de achtergrond en motivatie van terroristen vandaag radicaal verschilt van
die van twintig jaar geleden.
Terroristen vertrekken snel en impulsief – (relatief) lange periode van (zelf)indoctrinatie lijkt voorbij –
Syriëstrijders vertrekken vaak ook met weinig religieuze bagage – geopolitiek is minder belangrijk – eenmaal in
Syrië is hun drang om zichzelf in het centrum van de belangstelling te plaatsen (met selfies en posts op sociale
media) hun voornaamste bekommernis – uiting van narcisme dat ‘oudere’ jihadi’s ontbeerden – Syriëstrijder
van vandaag is vooral bezig met zichzelf.
In verhouding tot het ‘oude’ terrorisme wortelt het huidige radicaliseringstraject veeleer in vorm van no future
jongerensubcultuur – specifieke internationale & maatschappelijke context als voedingsbodem.
4