Historisch – culturele context van het wonen
Wonen en verblijven of “dwelling”; ergens zijn + emotionele band hebben met die plek: to be
somewhere to dwell somewhere
Op alle soorten manieren, benadert door verscheidene theoretici
Woontypologieën
Wat is wonen?
Thuis gevoel, herinneringen
Toevluchtsoord: naar kunnen teruggaan
Elementaire functies; slapen, eten, zitten, baden, werken, …
Fenomenologie – La poëzie d’espace
o Huis is een motor van verhalen
o Kapstok voor persoonlijkheid
Expliciete breuklijn bij het “alleen” gaan wonen
o Een nieuwe thuis creëren
o Psychologische verandering
Psychologisch, functioneel, “het leven zelf”, architectonisch, architectuurhistorisch archetype
Definities van wonen:
Juridische definitie: wonen = met 1 gezin/ alleenstaand ergens gewoonlijk verblijven
Psychologische definitie: beschutting = fundamenteel
Architecturale definitie: Beschutting = structuur die de bewoner beschermt tegenover
omstandigheden (minimaal), wonen = leef - ruimte hebben: plek om in te leven
Functionele definitie: basisfuncties in een woning, (secundaire functies; opslag, werken, …)
Beleving/ plekwaarde definitie: gewenste plekwaarde: ruimte, intimiteit, rust, veiligheid
Een huis als herinnering
Wanneer wordt een huis een thuis?
Hoe de architectonische definitie van een huis naar een thuis kan veranderen
o 1971: deconstructivisme: worstelen met wat wonen is, ongemakkelijk
Daarvoor alles vrij uniform (zelfde proporties, vormen, …)
Toch blijven de fundamentele behoeften hetzelfde
• Wordt beperkt bij minimalistische architectuur Eames Case Study House
no. 8
Filosofisch perspectief: huis & thuis
9 concepten van het individuele wonen
o Functionele eisen van de klant; wat wil je functioneel, ergonomisch, maar ook wat
verwacht je van deze functie (bv. leefruimte) = gezellig (wat is gezellig voor hun?)
o Als je ‘s avonds wilt ontspannen, wat doe je dan? = kort bij link programma van eisen,
functies
o Kook je graag, alleen/ met meerderen = anders over organigram gaan denken koken
en eten vermengen? ruimtelijke verlangens, zonder aspect met vierkante meters
o Niet zuiver functioneel of ruimtelijk, maar eerder plekwaarden zonder vierkante meters,
menselijke handelingen/ behoeftes vormgeven
,1 De Nacht
o Mensen die laat in bed kruipen hebben andere verwachtingen en noden dan mensen die
vroeg in bed kruipen.
o Een plaats om te rusten; niet wakker, veilig voelen, beschutting
o Alkoofbed = 1 grote ruimte waar mens, dier en kinderen samen leven = “noodbed”
koninklijke vertrekken in Versailles = luxe, maar toch een soort knus klein kamertje in een
grote kamer uitgewerkt
o Capsule Tower: metabolistische architectuur = soort doosje om de nacht door te brengen
o Het onderweg zijn; coupés in de Orient Express, bunk beds op tourbus, tree hotel in
Zweden = zoeken naar andere manieren van slapen op vakantie
o Sleeperie: ruimte waar je tussendoor even kan dutten in een soort van hangmatstructuur
o Slapen op het werk: sleep pod voor op kantoor – Casper Head Offices (= matrasbedrijf)
2 Water & Spiegel
WATER
o Nacht = fundamentele nood aan beschutting, water & spiegel = essentieel als bron van
het leven, maar minder rond beschutting.
o De behoefte aan water: kunnen overleven steden vestigen rond rivier en anders water
naar daar krijgen. Iets met water doen
Knossos = soort waterwerk, afleidingen, rioleringen Romeinen verfijnen dit &
hebben meer nood aan water (grotere nederzettingen = hygiëne, brand, ...)
o Idee van welness (Thermae = Roman baths), basilica Cisterna = Byzantijnse architectuur
voor wateropslag
o Sanitair = victoriaanse tijd Hygiëne, badkamer krijgt vorm (zoeken naar manieren van
wassen) zuiver functioneel naar een bron van welness
SPIEGEL
o Infinity Mirror Room – Kusama
o Baden, kleden, ..
o Boudoir (rijken) = man & vrouw maken zich apart klaar
Verder gezet: niet als aparte kamers, maar een soort hoekje waar je je kan
klaarmaken
o Stockage: dressing – walk in closet: overzicht van kledij iedereen wilt het want het ziet
er mooi uit, tot je weet wat het per vierkante meter kost (mooi uit de boekjes, of is het
echt een interesse voor de klant) = LEBENSRAUM
3 Feest
o Ruimte voorzien voor andere mensen; mens is een sociaal dier
o Marges zoeken in ruimte, gaatjes = flexibel omgaan met ruimte
Overstijgt het zuiver functionele; feest = statafels voor meer mensen in ruimte =
flexibel omspringen met flexibele plek
o Ruimte marge geven zodat er een tafeltje bij gezet kan worden; hoe vaak ontvangen ze
volk, hoeveel? = hoeveel marge heb je nodig?
o Romeinen aten liggend = “samen” eten & liggen middeleeuwse banketten,
boerenbruiloft
, 4 Vuur
o Fundamenteel karakteristiek van architectuur = de haard het vuur = het begin van het
gemeenschapswezen: bescherming ‘s nachts, eten maken, start van het sociale weefsel
o Vuur vorm geven; soort grot, schaal = plaats maken voor vuur (overgenomen door tv?)
o Knus, gezellig & warm: gesprek valt stil door vlammetjes (hypnotiserend)
o Ook in minimale architecturale plekken vuur voorzien
5 Het Boek
o Foto’s nemen, voor de boekenkast = het boek gezien als een plaats waar ze zich volledig
ontplooien = interviews opgenomen voor boekenkast
o Waarom? = overkomen als expert (tonen hoeveel boeken je bezit, kennis onderstrepen &
zelfontplooiing, centrum van wijsheid)
o Je mag in de boekenkast van mensen kijken, in wat zij geïnteresseerd zijn = staalkaart van
een mensenleven
o Het bureau: geeft persoon weer
6 Hemel & Aarde/ The Porch
THE PORCH
o Alles waar de woning de link legt met buiten
o Domus; plekken nodig in de schaduw wegens klimaat = atriumwoning, kloostergangen,
portaal voor de eigenlijke plek (Pantheon)
o Hoe ga je naar een woning toe? = weg afleggen (schaal gebouw t.o.v. toenadering)
HEMEL
o Het dak, promenade architecturale (extra afstand afleggen om “ufo” binnen te gaan
Oscar Niemeyer – Niteroi Contemporary Museum = vertraag & kijk rond
AARDE
o Grotwoningen, woning in steengroeve zonder veel aanpassingen (bewoonbaar?)
7 Service
o Beneden werkvolk, boven chique volk, vormgeving van technische ruimtes als praktische
manier, mooi, comfortabel inrichten
o Boiler room; esthetische kwaliteit – Villa Tugendhat
o Meer eisen bij voor techniciteit, alles op centrale sturing = technische vereisten complexer
(meer plaats!) = helder over nadenken voor logische structuur
8 Orangerie/ On the Road
ORGANERIE
o Alles van buitenruimtes, ecologie & duurzaamheid
ON THE ROAD
o Bijwoningen, service woning; Muji hut
9 Souvenir
o Mensen tonen hoe ze zijn; wat op de grond staat, souvenirs,
o Wat mensen, mensen maakt = wat je belangrijk vindt; plekwaarde & wat je hebt
WAT MENSEN WILLEN VAN EEN PLEK: HOE JIJ WILT LEVEN