1
Samenvatting Wooncultuur Macro
Les 1: De sociale gelaagdheid van woonwensen en woonbehoeften
Centrale vraag = Waar komt smaak vandaan? Hoe komen woonvoorkeuren tot stand? -> Invloed vd
samenleving
Woonvoorkeuren zijn niet ‘zomaar’ verdeeld
Woonvoorkeuren =
Stukje “persoonlijke” smaak maar ook niet (diploma, opvoeding, …) => mensen zijn
voorspelbaar op vlak van wie ze zijn, wat ze kopen, welke krant ze lezen, welke zenders ze bekijken, ..
Heeft te maken met dat persoonlijke smaak veel meer door samenleving bestuurd wordt dan
we denken
Woonvoorkeuren verschillen, niet alleen op basis van persoonlijke smaak, maar ook op basis
van sociologische kenmerken van mensen.
Verschillen tussen groepen in samenleving = groot vlak van woonvoorkeur!
o Bv. ouderen <-> jongeren, rijk <-> arm (ook verschil geboren/ geworden), laaggeschoold
<-> hooggeschoold (niet enkel fincandieel, maar ook smaak) , ..
Ideeën sterk geïnspireerd op Pierre Bourdieu
Conclusie:
- Woonvoorkeuren staan niet op zich.
- -> onderdeel van een ruimere smaak, en van culturele patronen.
- Deze smaken, voorkeuren & culturele patronen niet enkel resultaat van onze persoonlijke
smaak.
- Persoonlijke smaak mee bepaald door sociale milieu & de sociale laag of klasse waarin we
zijn opgegroeid &/of waarin we leven
- Ontwerpen: niet van uit gaan dat iedereen hetzelfde mooi vindt
Bijvoorbeeld: cultuurconsumptie
Onderzoek welke muziekgenres luisteren
hoogopgeleiden en laagopgeleiden?
(Hoe langer balkjes -> hooggeschoolden)
Smaak wordt bepaald door:
o Socialisatie (opvoeding en gezin)
o Opleiding
o Werksetting & inkomen
Klasse & beroepsgroep
Bedrijven gebruiken die informatie voor doelbewust op personen richten
Bijvoorbeeld cultuurparticipatie
hoe hoger geschoold, hoe groter
cultuurparticipatie
, 2
GELDT DUS OOK VOOR ARCHITECUUR! -> voor wie ontwerp je?
Pierre Bourdieu
Werk van Franse socioloog Pierre Bourdieu : La Distinction nog altijd heel belangrijk!!
“Economisch, sociaal & cultureel kapitaal telt” - Bourdieu
o Sociaal: wie ken je, met wie ga je om,..
o Cultureel: wat weet je over kunst & cultuur, interpreteren van kunst,..)
CURSUS: CULTURELE DISTINCTIE & SOCIALE DISTANTIE!!
Bourdieu vs Immanuel Kant
- Kant: visie schoonheid
o ‘iets op zich, belangeloos1, noodzakelijk, leidt tot welbehagen2, doelmatigheid zonder
doel’
o = oude visie van Grieken -> Kant
- Bourdieu: heel andere visie op schoonheid
o ‘universele smaak bestaat niet, maar KLASSENGEBONDEN smaak
o = resultaat van machstrijd waarin de dominante groep erin slaagt haar definitie op te
leggen’ => rijke klasse legt het vaak op en duwt die visie door op andere klassen
o Nog altijd sterk herkenbaar
De 3 kerngedachten van Bourdieu:
1. Smaken : sterk verbonden economische & sociale condities
2. Opgroeien in bepaalde sociale klasse creëert een HABITUS die mensen ong voorbestemt om
zich wel / niet voor kunst te interesseren
o Geboren in bepaald gezin, neemt dingen op uit je opvoeding en van je ouders,
afhankelijk van gezin (opleiding, inkomen,..) zijn bepaalde dingen vanzelfsprekend, je
groeit op in een bepaalde context = habitus (bv. eerder cultuur dan sport)
o je leert van ouders nog voor je beseft dat je aan het leren bent
o Maakt dat iedereen een ander cultureel kapitaal heeft meegekregen, zorgt voor
ongelijkheid op veel vlakken IS NIET DETERMENISTISCH (bv ouders dokter maar toch
interieurarchitectuur) maar geeft je wel een voorsprong
3. Verschillen in gedrag, smaak en levensstijl dienen om verschillen tussen groepen te
legitimeren én te reproduceren
Socialisatie = cruciaal -> school, ouders & peers belangrijke rol -> gebeurd in habitus
‘gave’ = geen gave uit genen maar wat we geleerd hebben in socialisatieproces, we LEREN dingen
mooi vinden
Smaken verschillen en MAKEN verschillen -> smaak verbonden met sociale condities waarin smaak
ontwikkeld is -> GEEN zwart-wit beeld van sociale reproductie
Distinctie3 & distantie4!
Verschillen in smaak ‘wapen’ bij sociale reproductie van ongelijkheid
Dominante/ rijke klasse dwingt acceptatie van haar smaak & levensstijl af
1
Zonder voordeel, zonder belang, zomaar,..
2
Genot, plezier
3
onderscheiding; eigenschap van zich in gunstige zin van anderen te onderscheiden, m.n. door houding en beschaving
4
Afstand, afzijdigheid
, 3
-> als je dat niet mooi vindt ‘heb je geen smaak’
Voortdurend nieuwe streefdoelen
Smaak gebruiken om zich te onderscheiden van anderen -> distinctie & distantie
Sociale stijging => culturele inhaalbeweing
o Niet enkel economisch kapitaal -> ook cultureel kapitaal, er wordt
verondersteld dat ze zich inwerken in die klasse ( bv. verhaal prof verschil tussen
wijnen kennen wanneer je doctoreert)
Cartoon: ‘de lagere klasse snapt het niet, stel je voor dat je in zo’n klasse geboren
wordt’
Bourdieu: vandaag nog altijd relevant?
- Mechanismen van culturele reproductie werken nog steeds (interieurs in magazines, media, tv..
voor weinig mensen betaalbaar)
- Bourdieu werkt nog altijd in 2023, maar = genuanceerder geworden en minder voorspelbaar
(bv. winkels vroeger meer bepaalde klassen (delhaize = rijk, aldi = arm), nog altijd beetje
maar veel minder) MAAR er zijn nog altijd heel duidelijke culturele verschillen
- Smaak blijft mee sociaal bepaald
- Bekijken wat & VOOR WIE je wil ontwerpen!
Examenvraag: ‘lees artikel en pas Bourdieu daarop toe’
Les 2: Individualisering, veranderende gezinssamenstelling en
demografische transities als uitdaging voor wonen
Basisvraag vandaag: VOOR WIE ontwerpen we? -> 3 invalshoeken (demografisch,
sociologisch, wonen)
Dominant beeld van gezin: blank, mama, papa, 1/ 2 of 3 kinderen
Vandaag nog altijd vaak dat klassieke beeld in bv. magazines, maar realiteit = complexer
o Snelle demografische evoluties (bv. samenstelling gezinnen, culturele diversiteit)
EXAMEN: Demografische evoluties: grote lijnen geven, weten waarom bevolking toeneemt,
grafieken kunnen lezen & interpreteren
1STE INVALSHOEK: DEMOGRAFISCHE INVALSHOEK
Demografische transities
Belangrijk onderscheid:
o Bevolkingsprojecties: bevolkingsaantal (niet gekeken op wie samenwoont)
o Huishoudprojecties: veel concretere informatie over welke woningen er nodig zijn
Sociologische kijk veranderende situaties:
o Focus op:
Onderliggende individualiseringsprocessen
Veranderende woonbehoeften
Vertrekpunt: de loop van de bevolking (& woonbehoeften) zijn beetje voorspelbaar
- Bv. bevolkingspiramide -> aantal mensen per leeftijd, per geslacht
- Maakt onze bevolking beetje voorspelbaar (adhv leeftijd kan je zien hoeveel
plaatsen nodig zijn -> diegenen die dit jaar geboren worden (=> binnen 6 jaar
plaats in lagere school, binnen 18 jaar plaats in hoger onderwijs, … binnen 80
jaar rusthuis, ..)