Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Statistiek I voor bedrijfskundigen (boek + lessen) €5,59   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Statistiek I voor bedrijfskundigen (boek + lessen)

 9 vues  1 achat

Samenvatting van het boek + lessen + voorbeelden uit werkcolleges. Met deze samenvatting had ik 16/20 in eerste zit.

Aperçu 4 sur 41  pages

  • Non
  • Inconnu
  • 2 août 2023
  • 41
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tout pour ce livre (2)
Tous les documents sur ce sujet (6)
avatar-seller
de_beste_samenvattingen
Samenvatting statistiek

Hoofstuk 1: statistiek, gegevens en een kritische houding
Statistiek: de wetenschap van gegevens = het verzamelen, classificeren, samenvatten,
organiseren, analyseren en interpreteren van numerieke informatie (informatie met cijfers).
Andere betekenis: resultaat van een onderzoek.

Soorten statistische toepassingen

Steekproef trekken: gegevens selecteren uit een grote verzameling waarvan we de
kenmerken willen schatten.

Beschrijvende statistiek: die gebruiken numerieke en grafische methoden om patronen in
een gegevensverzameling te ontdekken, om de info in een gegevensverzameling
(datamatrix met rijen → respondenten, kolommen → variabelen) samen te vatten en om
deze info op een overzichtelijke manier te presenteren.

• Vier elementen van beschrijvende statistiek:
1) De populatie (of steekproef)
2) Een of meer variabelen
3) Tabellen, grafieken of numerieke hulpmiddelen om samenvatting te geven
4) Vermelding van de patronen die in de samenvatting naar voren komen

Verklarende statistiek: gebruiken steekproefgegevens voor het schatten, het nemen van
beslissingen en het voorspellen. De verklarende statistiek = inductieve of inferentiële
statistiek. Oorzaak zoeken. Bv. Conclusie dat videogames de visuele waarneming beïnvloedt.

• Vijf elementen van de verklarende statistiek:
1) De populatie
2) Een of meer variabelen
3) De steekproef
4) De conclusie over de populatie, gebaseerd op info uit steekproef
5) Een betrouwbaarheidsmaat voor de conclusie



De basiselementen van de statistiek

Experimentele eenheid: een object (persoon, ding, transactie, gebeurtenis,…) waarvan we
gegevens vastleggen.

De populatie: een verzameling eenheden (personen, objecten, transacties,
gebeurtenissen,…) die we verder willen bestuderen.
Vb. alle werknemers van Vlaanderen. (verzameling van personen)
Vb. totale voorraad onderdelen (verzameling van objecten)

,Vb. alle dagomzetten (verzameling van omzetten)
Vb. alle ongelukken in België (verzameling van gebeurtenissen)

Verschil populatie en steekproef
→ populatie: verzameling experimentele eenheden, steekproef: deelverzameling vd
populatie.

Bestuderen we een populatie? Concentreren op variabelen vb. leeftijd, geslacht, inkomen,…
Variabele: kenmerk of eigenschap van een eenheid uit een populatie.

Meten: proces waarbij we getallen toekennen aan variabelen.

Census: als we een variabele meten voor iedere eenheid van een populatie is het resultaat
de census.

Steekproef: een deelverzameling van eenheden van een populatie. Vooral bij grote
populaties is dit een oplossing.

Statistische conclusie: schatting, voorspelling of een generalisatie voor een populatie die
gebaseerd is op info uit een steekproef.

Betrouwbaarheidsmaat: een kwantitatieve uitspraak over de mate van onzekerheid die bij
en statistische conclusie hoort. Symbool = p. als p < 0,05 dan is het verschil statistisch
significant = betekenisvol. Als verschil klein is = waarschijnlijk geen toeval.


Soorten gegevens

Kwantitatieve gegevens: meetwaarden die worden geregistreerd op een van nature
voorkomende numerieke schaal.
Vb.: de temperatuur, werkloosheidpercentage, testscores, aantal vrouwelijke leiders.

Kwantitatieve gegevens kunnen we onderscheiden in gegevens op intervalschaal en op
ratioschaal.

• Ratioschaal: er is een logisch, natuurlijk nulpunt
- Vb. lengte, afstand, gewicht, temperatuur, personen, aantal minuten→ als lengte
0 is = geen lengte,…
- Vermenigvuldigen, delen, optellen aftrekken mag. 4u wachten is wel tweemaal
zo lang als 2u wachten.


• Intervalschaal: nulpunt is willekeurig gekozen.
- Vb. 0 graden, jaar 0, tijdstip 00:00.
- Enkel optellen en aftrekken mag. 4u op de klok is niet tweemaal zo laat als 2u.

,Kwalitatieve gegevens: metingen die niet op een natuurlijk voorkomende numerieke schaal
kunnen worden gemeten; ze kunnen alleen ingedeeld worden in categorieën.
Vb.: politieke voorkeur, al dan niet defect zijn, de grootte van een auto (klein, groot),
waarderingsschaal, rangorde (slechtste, beste,…), ja/nee vragen

Vaak kennen we willekeurige numerieke waarden toe aan kwalitatieve gegevens om de
invoer in de computer en analyses makkelijker te maken. Meisje: 1, jongen: 0. = code =
codeboek.

• Ordinale gegevens: de categorieën van een verzameling van deze gegevens kunnen
op een zinvolle wijze worden geordend.
- Vb.: waardering/waardencijfer, de uitkomsten staan niet op hetzelfde niveau.

• Nominale gegevens: kunnen niet worden geordend.
- Vb.: Geslacht, oogkleur, rugnummer.



Gegevens verzamelen

Hoe kom je aan gegevens (methode)?
- Uit een gepubliceerde bron: relevante gegevens die al verzameld zijn.
- Uit een experiment: de onderzoeker legt een behandeling op aan de te
onderzoeken eenheden (vb. van aspirine krijg je hartproblemen → controlegroep
(placebo) en behandelingsgroep (aspirine)).
- Uit een enquête: neemt een steekproef en stelt 1 of meer vragen.
- Uit een waarneming: waarnemend onderzoek: neemt experimentele eenheden
in hun natuurlijke omgeving waar, registreert relevante variabelen = legt geen
behandeling op.

Ontworpen experiment: een methode van gegevens verzamelen waarbij de onderzoeker de
gebruikte experimentele eenheden behandelingen laat ondergaan. Behandelde groep =
experimentele groep → niet behandelde groep = controlegroep. Zo vergelijken.

Waarnemend onderzoek: methode van gegevens verzamelen waarbij de experimentele
eenheden worden waargenomen onder natuurlijke omstandigheden. Geen behandeling.

Representatieve steekproef: belangrijk bij verklarende statistiek: vertoont kenmerken die
typerend zijn voor die van de relevante populatie.

Aselecte steekproef: van n eenheden wordt zo getrokken dat elke deelverzameling van n
stuks uit de populatie dezelfde kans heeft om deel uit te maken van de steekproef.


Blijf kritisch

Hoe is men aan de gegevens gekomen? Is het een aselecte steekproef? Is ze representatief?

, Veel onderzoek is gebaseerd op steekproefgegevens. PROBLEMEN: vertekening/bias in geg.
• Systematische afwijking door selectie: wanneer een deelverzameling van de
populatie uitgesloten is van het onderzoek, zodat niet alle eenheden van de
populatie in de steekproef terecht komen. Vaak hebben die mensen die op een
enquête reageren al een uitgesproken mening.

• Systematische afwijking door non-respons: wanneer de onderzoekers niet in staat
zijn om gegevens te verkrijgen over alle eenheden in de steekproef. Oorzaak?
Mensen die niet willen toegeven dat ze naar Temptation kijken.

• Meetfouten: slordigheden in de gegevens. Door mss dubbelzinnigheden of
suggestieve vragen, of door invloed van de ondervrager. Mss ligt het aan de
apparatuur.



Samenvatting

• Basiselementen van de statistiek bij beschrijvende en verklarende statistiek
• Soorten gegevens (kwal, kwant)
• Methoden om gegevens te bekomen
• Problemen met niet-aselecte steekproeven


Hoofdstuk 2: het beschrijven van gegevensverzamelingen

Kwalitatieve gegevens beschrijven

• Niet numerieke gegevens
• De waarde van de variabele kan enkel weergegeven worden in categorieën.
• Die categorieën = klassen.
• Zo gaan we ze samenvatten ➔

Klasse: één van de categorieën waarin kwalitatieve gegevens kunnen worden ingedeeld.

De frequentie per klasse / klassefrequentie (absolute frequentie): aantal waarnemingen in
de gegevensverzameling die tot een bepaalde klasse behoren.

De relatieve frequentie per klasse / relatieve klassefrequentie: de frequentie per klasse
gedeeld door het aantal waarnemingen in de gegevensverzameling = percent.

Klassepercentage: de relatieve frequentie maal 100.

Cumulatieve frequentie: de som van de frequenties van deze waarde en alle voorgaande
waarden. De gegevenswaarden moeten ordenbaar zijn.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur de_beste_samenvattingen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,59  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter