Samenvatting sociologie
Inleiding: 4 vormen van kennisverwerving
Sociaal probleem: sociaal fenomeen door een groep van mensen als onaanvaardbaar, niet
rechtvaardig of gevaarlijk wordt gezien.
Sociologisch probleem: sociaal fenomeen op een systematische, analytische en met
wetenschappelijke methodes bestudeerd.
1.1.1 Kennis o.b.v. geloof of openbaring
Geloven: iets aannemen zonder het zelf te onderzoeken, kennis gebonden aan een
autoriteit en bovennatuurlijke macht/entiteit. Niet kritisch. Gevaar: learning by doing
(ervaring overdragen).
Geloofskennis: de betrokkene is afhankelijk van de autoriteit die kennis verschaft bv. De
bron van kennis is goddelijk. Gevaar van dogmatisch denken.
Dogma: formulering van geloofswaarheid, ontegensprekelijke waarheid, geen verdere
controle naar gedaan.
Dogmatisch denken: ontbreken van een kritische, controlerende houding, niet verder in
vraag stellen.
Defensieve attributie: gebruiken we om ons eigen gedrag te verklaren.
- Succes toeschrijven aan interne factoren (goede punten goed gestudeerd)
- Faling toeschrijven aan externe factoren (slechte punten de prof verbetert streng)
= moeilijk objectief te blijven
Gesloten maatschappij: maatschappij waarin geloofskennis dominant is = toegang tot kennis
is afgesloten = alleen bereikbaar voor een bepaalde groep kennis = macht.
1.1.2. Ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid
We weten vaak iets door trial-and-error, maar ervaringskennis kan ook.
Ervaringskennis: weten o.b.v. ervaring, maar niet veralgemeenbaar en deels transferabel
naar anderen. We zijn verbonden aan de persoon met ervaring, vertrouwen op
kennis/ervaring van een ander.
Wijsheid: kennis door jarenlange ervaring, vertrouwen in opgebouwde kennis van een
ander.
Ervaringsdeskundigen: gevaar subjectiviteit van de deskundige.
,1.1.3 common sense
Common sense: kennis o.b.v. overgedragen kennis van anderen, o.b.v. wat de groep of de
collectiviteit als waar aanvaardt. Probleem = niet kritisch onderzocht. (van horen zeggen).
Fake news: gebruik van desinformatie = eigen doelen nastreven of bewust publieke opinie
beïnvloeden.
evidence-based werken: sociaal handelen baseren op de beschikbare
wetenschappelijke kennis.
factchecking: nagaan of beweringen en nieuwsberichten al dan niet kloppen met
beschikbare feitelijke en wetenschappelijke kennis (Trump, corona).
1.1.4 Wetenschappelijke kennis
Wetenschappelijke kennis: opgedaan o.b.v. een kritisch onderzoek = objectief.
- Iedereen kan het nagaan, want kennisverwervingsproces is publiekelijk toegankelijk.
- Iedereen in staat om bestaande wetenschappelijke kennis in vraag te stellen
- Empirisch (door ervaring geleerd o.b.v. feitelijke kennis)
- Universalisme
- Weerlegbare kennis
- Tegenovergestelde van dogmatische kennis, common sense
- Als voorlopig waar beschouwd
- Komt incrementeel tot stand: met vallen en opstaan door kritieken en discussie:
scepticisme
- Geeft aanleiding tot Entzauberung der Welt (onttovering van het wereldbeeld, Max
Weber, door sociologen gebruikt we leven in een wereld van wetenschappelijke
verklaringen en een rationalisering van het wereldbeeld + daling belang geloof). =
mechanisering van het westerse wereldbeeld.
Karl Popper: zegt als kritische wetenschappers moeten doen aan falsificatie en verificatie
van bestaande wetenschappelijke kennis == oude zekerheden vervangen door nieuwe
voorlopige zekerheden == progressie in onze kennis.
- Verificatie: bevestiging (onderzoekers goed kunnen uitleggen hoe te werk gegaan).
- Falsificatie: een feit kan een bevestigde theorie onderuithalen. Weerlegging.
= Popperiaanse methode
= wetenschappelijke methode en kennis werkt o.b.v. voortschrijdend inzicht.
Vb. Alle zwanen zijn wit, kijk maar naar alle vijvers waar zwanen zitten à kan gecontroleerd
worden. Rondwandelen in de natuur om dat na te gaan. Maar dan ga je op reis en daar zie
je een zwarte zwaan. Punt? Hardnekkig volhouden zwanen zijn wit? Andere zwaan zwart
,geschilderd? Altijd geneigd om geen afstand te doen van de eerste uitspraak. Maar nu
wetenschappelijk onderzoek doen à toegeven aan mezelf/ de aanname moeten herbekijken.
Alle zwanen zijn wit of zwart à kennis verruiming. = proces van wetenschap.
Popper uitspraken (nekeer lezen):
- Reliable, rational evaluations
- Logic and science
- Not guaratnee that we wil arrive at truth
- More likely than any of the alternatives do
- Je moet open-minded zijn
- Independent thinking
- Self-aware
- Creative and critical thinking
Popper paradoxen van de open samenleving:
- Paradox van de tolerantie: moet de samenleving tolerant (acceptatie van
andersdenkenden) zijn tegen de intoleranten / intolerante ideeën?
- Paradox van de democratie: wat als een meerderheid beslist om de democratie op te
heffen?
- Paradox van de vrijheid: kunnen we absolute vrijheid toelaten? En ten koste van de
vrijheid van anderen?
Occam’s razor / law of parsimony / economiebeginsel: principe dat zegt
houdt een wetenschappelijke verklaring zo simpel mogelijk, niet complex of met vage
entiteiten (geest, heilige,…) om zo verschijnselen te kunnen verklaren. Kies voor de
eenvoudigste hypothese (veronderstelling).
scheermes staat voor wegsnijden van alle onnodige ingewikkeldheden.
Communicatieve handelen: Habermas’ theorie: schema voor de analyse van de geldigheid
van uitspraken van mensen.
- Op objectieve zaken
- Op sociale of ethische kwesties (juistheid van normen)
- Subjectieve zaken
Waarheid: objectieve feiten
Juistheid: overeenkomend met de sociale context, normatief
Waarachtigheid: subjectieve uitingen, overeenkomend met de innerlijke
ingesteldheid van een persoon.
, 1.2. Sociologie als wetenschap
- Sociologen stellen zich vragen, zoeken antwoorden erop op een methodische wijze.
- De meest gehanteerde wetenschappelijke methode in sociologie = standaardmodel
van wetenschappelijk onderzoek
- Methodisch en analytisch handelen om tot sociologische kennis te komen
- Gebruik maken van wetenschappelijke criteria
1.2.1. Sociologische vraagstelling en methode
Stappenmodel (planmatig):
1) Omschrijving van het onderzoeksprobleem
2) Bronnenonderzoek
3) Vraagstelling van het onderzoek
4) Vastleggen van het onderzoeksconcept (hoe gaan we te werk)
5) Concrete uitwerking van het onderzoek (veel bijkomende zaken: privasy,..)
6) Uitvoering, gegevensverwerking en rapportage
7) Conclusies
het moet zeer transparant zijn, controleerbaar, becritiseerbaar
Wat doen sociologen?
- Stellen vragen
- Zoeken naar antwoorden
- Sociaalwetenschappelijk onderzoek = sterk gestructureerde werkwijze
- Vraagstelling operationaliseren
- Vraagstelling onderverdelen in subvragen
- Nagaan of gestelde vragen methodologisch onderzoekbaar zijn: weten met welke
onderzoeksmethode en op welke wijze we een antwoord zullen vinden.
- Houden aan strikte regels
- Gebruik maken van strategieën en onderzoeksmethoden
Verschillende onderzoeksmethoden zijn:
- Survey onderzoek: gebruikt bij de natuurwetenschappen, nadruk op positivistische
benadering
bv. Schriftelijke enquête, survey of persoonlijke enquête (gesloten vragen) facts
Gestructureerd interview (met open vragen, moeilijk statistische verwerking)
meningen
Dit is beschrijvend of hypothese-toetsend onderzoek.