PID: alle onderzoeken, testen en personen
SNOOP De mate waarin je in staat bent iemands persoonlijkheid af te leiden uit
diens omgeving. Wat hangt er aan iemands muur, welke films kijkt hij,
welke muziek luistert hij? Hoe geeft hij zijn facebook- of instagram
account vorm? En van daaruit conclusies over hoe iemand in elkaar zit.
Dit is een vorm van L-data.
Generation Me De huidige generatie is meer individualistisch, “selfie”. De vraag is echter
of dit wel degelijk zo is.
Terraciano Geïnteresseerd in verschillen tussen groepen, in culturele stereotypen.
We hebben allerlei stereotypen over hoe andere nationaliteiten zijn qua
persoonlijkheid. Nederlanders zijn directer, opener, Belgen geslotener,
Duitsers zijn punctueel. Terraciano deed onderzoek waarbij hij in tal van
Europese landen grote groepen mensen bevraagd heeft over hoe ze
denken dat hun buurlandgenoten zijn. Tegelijk maten ze de
persoonlijkheid van de proefpersoon zelf. Dat gaf de mogelijkheid om te
gaan kijken in welke mate die stereotypen overeenkomen met verschillen
in persoonlijkheid. Die correspondentie is zeer klein dus onze stereotypen
komen weinig overeen met hoe ze werkelijk zijn.
Henri & Binet De benaming differentiële psychologie/PID. In 1895 kondigen ze een
(dezelfde Binet nieuwe discipline aan: la psychologie individuelle die zich bezighield met
als die nog gaat het oplossen van twee problemen, namelijk ‘wat zijn interindividuele
terugkomen) verschillen’ en ‘wat zijn intraindividuele verschillen’.
William Stern De benaming differentiële psychologie/PID. In 1900 maakte hij
een eerste gebruik van de differentiële psychologie en beschreef
hij er een drievoudige taakomschrijving voor. 1) De aard en de
grootte van de verschillen in kaart brengen (beschrijven). 2) Hoe
manifesteren de verschillen zich? Hoe kunnen we het meten
(methode)? 3) Welke factoren of determinanten bepalen
verschillen (verklaren)?
Intelligentie en IQ. Binet kwam met de term mentale leeftijd maar
het was Stern die mentale en chronologische leeftijd combineerde
in 1 score, het IQ = mentale leeftijd/chronologische leeftijd x 100.
IQ is dus een specifieke kwantificatie van intelligentie op basis van
een intelligentietest. Met dit quotiënt is echter wel een groot
probleem verbonden. Intelligentie blijft namelijk niet stijgen
doorheen het leven maar stopt bij aanvang van de
vroegvolwassenheid. IQ is dus weinig bruikbaar voor mensen
ouder dan 18jaar.
Robert Yerkes De benaming differentiële psychologie/PID . In 1913 trachtte hij
eenheid te brengen in de takken van de psychologie die
vergelijken, al deze zouden ondergebracht moeten worden in de
comparatieve psychologie: de objecten of de groepen waren van
, ondergeschikt belang, als men maar de vergelijkende of de
correlationele methode gebruikte.
Wet van optimale arousal
Army Alpha/Army Beta. Yerkes (die president is geweest van de
APA) zag de nood in van een test die soldaten kon classificeren.
Waar zijn uw rekruten goed in en hoe kun je ze zo goed mogelijk
inzetten in uw leger? Hij stelde een task force op om tests op te
stellen en hiermee werd de collectieve intelligentietest geboren.
De opdeling tussen de alpha en de beta test kwam doordat er een
grote immigratiegolf was in de VS, waardoor heel wat potentiele
rekruten het Engels niet heel machtig waren. De Alphatest diende
voor soldaten die het Engels machtig waren en de Betatest was
een zo gelijkaardig mogelijke test voor niet-Engelstaligen of
analfabeten. Deze testen kwamen echter grotendeels te laat voor
de oorlog maar in 1919 werd de nationale intelligentietest
gepubliceerd en meteen waren de overheid en heel wat bedrijven
sterk geïnteresseerd. In onderwijs, leger, industrie,… hebben deze
beide testen een grote rol gespeeld. Het is in de geschiedenis
trouwens wel vaker gebeurd dat de oorlogen een grote boost
hebben gegeven aan wetenschap en intelligentie.
Yerkes liet zich verder, net als Terman, ook in met het eugenetisch
gedachtegoed.
Pythagoras Meten en beschrijven van individuele verschillen. 6de eeuw BC:
broederschap met strikte regels, taboes, geloften van geheimhouding,…
Pythagoras was zeer selectief in zijn keuze van de leden. Hij ontwikkelde
een toelatingstest op basis van de fysionomie: bv via de
gelaatsuitdrukking van iemand zien of die persoon te vertrouwen is of
niet.
Plato Meten en beschrijven van individuele verschillen. Beschrijft de
ideale staat als plaats waar individuen die taken toegewezen
krijgen waarvoor best geschikt. De ideale staat is dus gebouwd op
de verschillen tussen mensen. Plato gaat de verschillen tussen
mensen (want geen twee mensen worden identiek geboren)
optimaal inzetten in de maatschappij. Hij stelt militaire
geschiktheidstests op om soldaten te selecteren: sommige goed in
het ontcijferen van berichten van de vijand, anderen beter in de
aanval…
Psychologische (proximale) verklaringen. Ontleding van de ziel in
twee/drie delen: rationele en irrationele deel.
Constellatie, distale verklaringen. Plato zegt in de reminiscentie
theorie dat de ziel eeuwig en onafhankelijk van het lichaam
bestaat en dat ze de vormen al kende van voor ze in het lichaam
kwam. Kennis en leren zijn bijgevolg niets meer dan het naar
boven halen van wat we reeds weten.
, Theophrastus Meten en beschrijven van individuele verschillen. Eerste systematische
studie van karakterverschillen, beschrijft types mensen.
Juan de Dios Meten en beschrijven van individuele verschillen. Schreef een
Huarte y Navarro boek dat een grote invloed kende. Hij erkende grote individuele
verschillen met als oorzaken lichaamssappen, klimaat en brein. Hij
zei ook, net als Plato dat verschillende beroepen verschillende
vaardigheidspatronen kennen en zette ook sterk in op het belang
van individuele verschillen voor de organisatie van de
maatschappij. Hij erkent verder het belang van een goede
professionele diagnostiek door de staat. Hij zou jongeren
verplichten het kennisdomein te gaan bestuderen waarvoor ze
het meest geschikt zijn. Dit kent niet alleen een voordeel voor de
staat, ook voor het individu. Tot vandaag bestaat er discussie rond
deze oriënteringsproef.
Psychologische (proximale) verklaringen. De belangrijkste
individuele verschildimensies geassocieerd met wat toen
belangrijkste cognitieve functies van de geest waren, bv prediken:
verbeelding. Begrijpen en verbeelden sluiten elkaar uit, je kan
maar 1 talent hebben.
Francis Galton Meten en beschrijven van individuele verschillen. Dit is de neef
van Darwin. Hij is sterk geïnteresseerd in individuele verschillen.
Louter naar gemiddelden kijken vergelijkt hij met de bergen van
Zwitserland weg willen, wat het land net zo mooi maakt. Francis
Galton was een pionier in het ontwerpen van allerlei
meetinstrumenten om verschillen te meten. Hij had verder ook
interesse in het meten van mentale kracht. Dit deed hij op basis
van motorische beperkingen bij personen met een mentale
handicap. Francis Galton stelde vast dat uiteenlopende
vaardigheden onderling samenhangen. Hij hanteerde elementaire
sensori-motorische taakjes: gehoorsafstand, grijpkracht,
genegenheid. Hij was dus pionier in het ontwerpen van allerlei
meetinstrumenten, maar ook in het aanleggen van
databestanden, frequentieverdelingen, hij gaf aanzet tot de
correlatie en voerde debatten over nature-nurture en eugenetica.
Distale verklaringen. Geïnspireerd door zijn neef. Als Darwin gelijk
heeft, zou je verwachten dat zeer intelligente mensen ook veel
familieleden hebben die ook zeer intelligent zijn. Zijn idee was dat
genialiteit erfelijk zou zijn. Hiervoor maakte hij gebruik van de
stamboommethode, wat een grote denkfout was. Galton was
ervan overtuigd dat nature veel belangrijker is dan nurture.
Intelligentie en IQ. Francis Galton wordt een alleswetenschapper
genoemd. Hij was ook de ‘eerste’ die verschillen tussen mensen in
vaardigheden wetenschappelijk onderzocht. Zijn veronderstelling
dat allerlei vaardigheden samenhingen zag hij als aanwijzing voor