Les 1.a: Onderzoek van de huid
(niet te kennen)
ALGEMENE PRINCIPES
Patiënt moet zich volledig uitkleden: warme omgeving belangrijk!
o Inpsectie is zeer belangrijk: Goede belichting + vergrootglas!
Volledige huidoppervlak moet bekeken worden (inspectie)
o + haar, nagels en mucosa! bepaalde afwijkingen betrekken deze structuren
Palpeer de huid om de textuur na te gaan!
o Naast de textuur, kan je ook zien of het letsel verheven is
o Niet-palpabel = maculeus
o Palpabel = papel of nodus
Observeer de distributie, configuratie tov elkaar en de morfologie van de letsels
Anamnese doe je voor, tijdens en na het onderzoek!
Technische hulpmiddelen en onderzoeken
SPECIFIEKE TERMEN VOOR HET BESCHRIJVEN VAN HUIDAFWIJKINGEN
Primaire efflorescenties: term die gebruikt wordt wanneer de letsels het meest kenmerkend
zijn voor een bepaalde dermatosen
o Bv. Een blaar (bulla)= een primaire efflorscentie van een bulleuze dermatose
Secundaire efflorescenties ontstaan tijdens het verloop van een aandoening (bv. als reactie
van de patiënt op zijn aandoening)
o Bv. Excoriaties door krabben = een secundaire efflorscentie
Afmeting, vorm en configuratie
Distributie, lokalisatie (predilectieplaatsen)
PRIMAIRE EFFLORESCENTIES
Onderscheid tussen letsels die niet boven huidniveau verheven zijn (macula, of vlek, niet
palpeerbaar) en letsels die boven het huidniveau verheven zijn
o Niet boven huidniveau: macula (vlek)
o Boven huidniveau
Compacte opbouw
Papel
Nodulus (knobbel)
Plaque: vlak verheven haard
Urtica (kwaddel)
Niet-compacte opbouw (holten)
Vesikel (blaasje): helder vocht
Bulla (blaar): helder vocht
Pustula (pustel): troebel vocht
Maculae zijn niet verheven (niet voelbaar), niet geïnfiltreerd
o Kan gaan om een gelokaliseerde verandering in textuur van de huid, maar meestal
gaat het om kleursverandering
o Bv. Ephelides = gehyperpigmenteerde maculae (= sproetjes) deze mensen zijn
niet goed beschermd tegen de expositie aan zonlicht
o Bv. Vitiligo = gedepigmenteerde maculae (door verlies van pigmentcellen, hier zitten
geen melanocyten)
Pagina 1 van 16
, o Bv. Erythemateuze maculae = te zien bij oa. fixed drug eruptie (bij inname van de
medicatie ontwikkelt patiënt een rode plek, deze vlek zal altijd op dezelfde plek
komen, daarom de term “fixed”)
Papels zijn een welomschreven verhevenheid, kleiner dan 1 cm, geneest zonder
verlittekening
o Kan ontstaan door vermeerdering van cellen in epiderm of in het derm
o Xanthomen = opstapeling van vet in de huid, je krijgt een toename van schuimcellen
(= met vet beladen macrofagen)
o Mollusca contagiosa: papels door celvermeerdering in epiderm, door infectie van
keratinocyten met mollusca contagiosa virus (papelwratjes)
o Verruca vulgaris: papels door celvermeerdering in epiderm, door infectie van
keratinocyten met humaan papillomavirus
Initieel een kleine papel, maar meerdere papels kunnen samen versmelten
o Lichen planus = inflammatoire aandoening
waarbij de eerste presentatie een afgeplatte
papel is, het aspect van de papel is typisch voor
de aandoening (glanzend en afgeplat)
Nodulus: meer dan 5mm, kan oppervlakkig in de huid
liggen (bv. basocellulair carcinoom), of dieper (erythema
nodosum)
o Basocellulair carcinoom = kwaadaardige tumor
van de huid die zelden metastaseert, maar kan
wel heel destructief doorgroeien in de huid
Verschillende subtypes waaronder bv. Nodulair basocellulair epithelioom
o Erythema nodosum: diepere infiltraten in de huid, infiltraten van cellen in subcutis
geven aanleiding tot diepgelegen nodeuze infiltraten
Plaques: vlak verheven haard
Pagina 2 van 16
, o Psoriasis = ovale en ronde plaques die samensmelten (conflueren)
Dieprode kleur + zilverwitte schilfering
Zeer scherp begrensd tov omringende huid
Verschillende subtypes, psoriasis vulgaris
Biopsie om de diagnose te bevestigen
Kwaddels: verhevenheden van de huid die luchtig zijn (trekken weg binnen 24u)
o Berust op dermaal oedeem door toegenomen doorlaatbaarheid van de dermale
vaten, wanneer het vocht wordt geresorbeerd zal de kwaddel verdwijnen
o Urticaria (netelroos) = frequent, kan door verschillende zaken uitgelokt worden
(zoals medicatie, voedingsstoffen in voeding, fysische factoren)
Bv. dermografisme (= door aanraking), maar kan ook door oa. koude
uitgelokt worden (= koude urticaria) Diagnose van koude urticaria door
ijsblokjestest
Vesikel: verhevenheden met niet-compacte opbouw, gevuld met helder vocht, <5mm (klein)
o Niveau van de blaarvorming kan op verschillende niveaus van de huid!
Wanneer het klievingsvlak zit tussen derm en epiderm = subepidermale blaar
Klievingsvlak in epiderm = intra-epidermale blaar
o Herpes simplex vesikels: intra-epidermale vesikel, fragielere blaasjes, die makkelijker
stuk gaan (geven aanleiding aan spongiose (opzellen van cellen) en acanthose (cellen
laten los van elkaar)
o Dermatitis herpetiformis: subepidermale vesikel
Blaren: verhevenheid van de huid, gevuld met helder vocht, >5mm (groot)
o Bulleus pemphigoid = strak gespannen subepidermale blaren, weinig fragiel (redelijk
sterke blaren), wanneer ze toch stuk gaan, zie je echte erosies
Teken van Nikolsky negatief (= huid komt niet los)
o Pemphigus vulgaris = fragiele intra-epidermale blaren, die makkelijk stuk gaan
Teken van Nikolsky positief: wanneer je drukt op de blaar, of op de huid rond
je blaar, gaat de huid loskomen
Pustel: wanneer de holte gevuld is met troebel vocht (seropurulent materiaal), dit kan wijzen
op een infectie (bv. folliculitis), maar kan ook steriel zijn (bv. psoarisis pustulosa)
Pagina 3 van 16