Sociaalwetenschappelijke theorieën en stromingen
Les 1: Waarom sociaalwetenschappelijke theorie?
Inleiding: waarom theorie?
Het einde van de theorie
• Chris Anderson, hoofdredacteur Wired Magazine, 2008
• “Petabytes allow us to say: correlation is enough. We can stop looking for
models. We can analyze the data without hypotheses about what it might show.
We can throw the numbers into the biggest computing clusters the world has
ever seen and let statistical algorithms find patterns where science cannot.”
• “Out with every theory of human behavior, from linguistics to sociology. Forget
taxonomy, ontology and psychology. Who knows why people do what they do?
The point is they do it, and we can track and measure it with unprecedented
fidelity. With enough data, the numbers speak for themselves.”
• Antwoorden hierop
o 1: Filosoof Massimo Pigliucci (CUNY), antwoord op Anderson
o “If we stop looking for models and hypotheses, are we still realy doing
science? (…) Why collect certain pieces of information rather than
others? Without models, mathematical or conceptual, data are just noise.
(…) Science advances only if it can provide explanations, failing which,
it becomes an activity more akin to stamp collecting.”
o Voorbeeld snelheidsmeter in de auto
▪ Goed voorspeller voor snelheid van wagen
▪ Maar zegt niets over onderliggende causale mechanismen
o 2: sociaalgeograaf Rob Kitchin (Maynooth University, Ierland)
o “Correlations between variables within a data set can be random in
nature and have no or little causal association, and interpreting them as
such can produce serious ecological fallacies.”
o “Making sense of data is always framed – data are examined through a
particular lens that influences how they are interpreted.”
, • Big data zonder theorie: problematische praktische gevolgen
o Datawetenschapper Cathy O’Neil: “Weapons of Math Destruction”, 2016
o Voorspelling van sociaal gedrag door algoritmes (predictive algorithms)
o Big data vaak verzameld door private bedrijven voor private doeleinden
o → Geen controle over en inzicht in hoe data verzameld werd
o Voorspellende algoritmes
▪ Zijn niet objectief maar meningen ingebed in code
▪ Dienen particuliere belangen
▪ Zijn meestal geheim (bedrijfsgeheim), dus formules niet
begrijpelijk
▪ Herhalen discriminatorische praktijken uit het verleden
• The end of theory in science: antwoord uit de sociologie
o Elementen uit de werkelijkheid krijgen pas de status van “bewijs” of
“data” binnen een theorie
▪ Geen observatie zonder interpretatie
o Iedereen (ook een leek) maakt gebruik van “theorie”
▪ Categorisering, rangschikking, hypothesen etc.
o Verschil is niet tussen wetenschap die “meer” of “minder” theoretisch is
o Verschil is tussen wetenschap die bewust of onbewust theorie hanteert
o → Maak assumpties en biases zo expliciet mogelijk
o Anders: mogelijk serieuze praktische gevolgen
• Dus: (sociaalwetenschappelijke) theorieën zijn wel nodig
Waarom we sociaalwetenschappelijke theorieën nodig hebben
• Theorieën zijn
o Werktuigen om de (sociale) werkelijkheid te beschrijven, interpreteren,
analyseren en verklaren
o Belangrijke basis voor voorspellingen, beslissingen en beleid
o Vertrekpunt voor nieuwe ideeën, vragen en onderzoeksproblemen
• Theorieën leveren begrippen en uitspraken over het samenspel tussen de
verschijnsels waarop de begrippen gericht zijn
, • Sociaalwetenschappelijke begrippen “breken” vaak met dagelijkse connotaties
o Actor, interactiemedia, klasse, constructie, cultuur, systeem, functie,
netwerk, discours, status, macht…
• Maar let op: gewoon gebruik van vreemde begrippen (of begrippen met
vervreemde connotaties) maakt nog geen goede theorie!
Sociaalwetenschappelijke theorieën & stromingen: overzicht over het vak
Achtergrond: geschiedenis van sociaalwetenschappelijke theorie
• Sociaal-filosofische theorie buiten / naast de sociologie (verlichting en anti-
verlichting)
• Klassieke sociologen (behandeld in het vak Geschiedenis van het sociologisch
denken)
o Marx & Engels: maatschappij als product van historische strijden om
controle en resources
o Durkheim: sociologische methode; samenleving als realiteit “sui
generis”, belang van sociale cohesie
o Weber: sociologische basisbegrippen, rationalisering en overheersing
o Simmel: samenleving als wisselwerking tussen individuen, sociale typen
en vormen
o Mead: sociale theorie van het denken en socialisatie bemiddeld door
symbolische interactie
Doelen van sociaalwetenschappelijke theorieën en stromingen
• Selectie van belangrijke sociaalwetenschappelijke theorieën en theorietradities
• Spanning tussen theorieënpluralisme vs. Cumulativiteit
• → vooral pluralisme, maar ook cumulativiteit
o Cumulativiteit: vooruitgang dankzij empirische studies en veel “evidence”
die bepaalde theorieën al dan niet bevestigen of laten verder ontwikkelen
, Theorieënpluralisme: wat willen we eigenlijk verklaren?
• Grote variatie over explanandum en explanans
o Explanandum: wat willen we verklaren
o Explanans: wat het te verklaren verklaart
• Klassieke voorbeelden
o Max Weber
▪ Sociale instituties / verschijnsels (explanandum) verklaren door
sociale handelingen (explanans)
▪ Sociale handelingen (explanandum) verklaren door subjectief
bedoelde zin (explanans)
o Emile Durkheim
▪ Sociale feiten verklaren (explanandum) door sociale feiten
(explanans)
▪ Individueel gedrag (explanandum) door sociale feiten verklaren
(explanans)
o Karl Marx
▪ Sociale ongelijkheid verklaren door werking van kapitalistisch
systeem
▪ vooruitgang / verandering verklaren door tegenstellingen van
materiële verhoudingen (dialectiek)
▪ ideologie verklaren door materiële belangen en controle van
productiemiddelen
o George H. Mead
▪ Vorming van bewustzijn als resultaat van symbolische interacties
met anderen
▪ Sociaal handelen als respons op (sociale) stimuli met interventie
door bewustzijn
• Hoe verklaren we sociaal gedrag / handelen?
o Bv. door
▪ Cultuur / socialisatie
▪ Sociale structuur
▪ Individuele preferentiehiërarchie om nut te maximaliseren