Medische wetenschappen deel 3
Dermatologie:
Diagnose van huidaandoeningen
Anamnese
o Start symptomen
o Geschiedenis van het letsel
o Recidieven
o Factoren die symptomen uitlokken/ verergeren
o Jeuk
o Pijn (neurologische zona, acuut pulserende infectie, druk voetzoolwrat)
o Esthetische hinder (acne, littekens, haarverlies, …)
Klinisch onderzoek
o Inspectie (kleur, locatie, morfologie, …)
o Palpatie (hard, zacht, …)
Aanvullend onderzoek
o Histopathologisch onderzoek via biopsie/chirurgie wordt weefseldeel verwijderd
voor verder onderzoek
o Microbiologisch onderzoek na staalafname wordt er via een cultuur nagegaan of
er bacteriën, schimmels of virussen aanwezig zijn
o Allergologisch onderzoek
RAST-test: Bloedonderzoek om na te gaan of pt allergisch is voor bepaalde
stoffen
Huidpriktesten: Bij vermoeden van allergenen die via luchtweg, bloedbaan of
spijsverteringskanaal het lichaam betreden. Druppels op huid met mogelijke
allergenen, huid wordt dan doorprikt en na 20tal minuten wordt nagegaan of er
lokale reactie plaatsvindt (jeuk/zwelling).
Patchtest: Bij vermoeden van contactallergie worden mogelijke allergenen voor
2tal dagen onder pleister aangebracht. Nadien gaat men na of de huid reageerde.
o Venapunctie infectieparameters, allergenen (RAST-test), … nagaan
Beschrijving van verschillende huidletsels
Erytheem = roodheid van de huid door verwijding van de capillairen (erythemateus)
Macula = gekleurde vlekken in het niveau van de huid, bruin/zwart/rood/roze/blauw,
niet boven de huid verheven
Papel (papula) = kleine verhevenheid van de huid (<2cm), boebel zonder vocht
Vesikel (vesicula) = blaasje, met vocht gevuld vochtzakje in epidermis, kleiner dan een
blaar (<1cm)
1
, Medische wetenschappen deel 3
Blaar (bulla) = blein, met vocht gevulde holte in epidermis, lijkt op vesikel maar is >1cm
Puistje (pustula) = met pus gevuld vochtzakje in de epidermis
Abces = grotere met pus gevulde holte in de epidermis
Schilfers = stukjes van de bovenste laag van de epidermis die ‘en bloc’ afschilferen
Korst (crusta) = hard verdroogd mengsel van gestold vocht, etter en soms bloed
Hematoom = purpura, bloeduitstorting in de huid of slijmvliezen, niet wegdruk baar
Petechiën = kleine rode/paarse puntvormige huidbloeding (kleine hematomen)
veroorzaakt door een kleine bloeduitstorting, niet wegdruk baar
Urticaria = netelroos, zachte verhevenheid van de huid ontstaan door lokaal oedeem
Fissuur = kloof, lijnvormige ulceratie, meestal in huidplooi, soms ook rond een
natuurlijke opening
Litteken = weefsel dat zich vormt bij dichtgroeien van diepere wonde
Ulcus = zweer
Atrofie = verdunning van de huid
2