Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - socialezekerheidsrecht €15,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - socialezekerheidsrecht

 79 vues  4 achats

Samenvatting van ppts en notities van het deel sociale zekerheidsrecht. Let op: dit komt niet overeen met de volgorde van het boek, maar wel met de lessen. Enkel dit document gestudeerd en behaalde 15/20.

Aperçu 4 sur 102  pages

  • 30 juillet 2023
  • 102
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
Studen35
Samenvatting socialezekerheidsrecht
1. Begrip sociale zekerheid en sociale zekerheidsrecht
1) Definitie
-Verscheidenheid van mening nationaal en internationaal
 Definitie verschilt van land tot land en binnen het land krijgt het een verschillende invulling
 Werkdefintie: geheel van (boven)wettelijke regelingen die op basis van solidariteit prestaties
leveren aan personen geconfronteerd met een gebrek aan inkomen en/of met bijzondere kosten,
omwille van ouderdom, overlijden van partner, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, gezinslast,
nood aan gezondheidszorg of zorg en/of omwille van armoede
 3 grote componenten: inkomsten vervangen, kosten compenseren en residuair is er het leefloon
om uit armoede te blijven

-Onvoorzienbare risico’s
 Let op: storm: rampenfonds zijn ook onvoorzienbare risico’s, maar geen deel van de sociale
zekerheid

 A. Arbeidsongeschiktheid =fysieke of mentale aandoeningen waardoor u uw werk niet meer kunt
vervullen en u uw loon verliest (inkomstenvervanging)
o 1) ziekte = arbeidsongeschiktheid van korte duur (je kunt later terug uw werk opnemen)
o 2) invaliditeit = arbeidsongeschiktheid waar men niet meer kan terugkeren naar werk
(lange duur)
o 3) arbeidsongevallen/beroepsziekten = arbeidsongeschiktheid door gebeurtenis tijdens
werk
o 4) moederschap = wanneer vrouw gaat bevallen is zij fysisch niet meer in staat om te
gaan werken

 B. Ouderdom (inkomensvervanging na pensioen)
o Traditioneel: 65 jaar was de leeftijd dat mensen stierven
o Tegenwoordig: mensen hebben het recht om te genieten van hun laatste jaren
o Ouderdoms/rustpensioen en overlevingspensioen (weduwe en weduwenaar pensioen,
levensstandaard behouden) om verder te kunnen leven na leeftijd waarop je niet meer
werkt

 C. Werkloosheidsuitkering (inkomensvervanging)
o Mensen die willen werken, maar die geen werk vinden (in België dient men al voldoende
gewerkt te hebben in zijn leven)
o Reden: slecht werkende arbeidsmarkt
o Ook helpen om nieuw werk te vinden door heropleiding, bemiddeling…

 D. Gezondheidszorg = kosten van verzorging (voorkomen dat mensen zich niet laten verzorgen
en ziekte laat verergeren) (kostencompensatie)
o Sociale zekerheid neemt voor een groot stuk ook die kosten

 E. Kinderbijslag & gezin (kostencompensatie)
o Hebben van kinderen zorgt voor kosten, die deels worden gecompenseerd in de
gezinsbijslag
o Let op! Studiebeuren zijn geen sociale zekerheid in België

 F. Zorg (afhankelijkheid) (kostencompensatie)
o Eg. Iemand in de familie is zwaar ziek of oud en om voor die persoon te zorgen blijft
iemand thuis
o Regelingen om middelen te geven zodat derden die zorg kunnen toedienen,
eg.mantelzorg

 G. Sociale bijstand/armoede (OCMW) = leefloon
o Art. 23 GW, art 1 OCMW-wet: “iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan”


1

, o Indien bovenstaande mechanismen falen (residuair): mensen werken wel, maar niet
voldoende middelen om te overleven (vnl. bij gezinnen waarbij maar 1 vd partners werkt
en veel kinderen)
o Bestrijden van armoede: eenieder moet nodige middelen hebben om uit armoede te
blijven

-Maar zijn er nog andere risico’s?
 Studiebeurzen => is dat sociale zekerheid? Nee (niet in België), want geen vorm van collectieve
solidariteit
 Vakantiegeld => is dat sociale zekerheid? Ja (België is een van de weinigen die dat doet), want
gebaseerd op solidariteit
 Wetgever beslist zelf in een land wat een risico is en dus wat sociale zekerheid is (verschilt dus
per land)

-Sociale verzekering/solidariteit
 Hogere inkomens gaan de lagere inkomens dragen (arbeidsinkomsten)
 Hogere inkomens betalen meer sociale zekerheid, hoewel ze minder gebruik maken van sociale
zekerheid
 Horizontale solidariteit: groepssolidariteit
o Als iemand in de problemen komt dan helpt de rest van de groep
o Zowel in privéverzekering als sociale verzekering
 Verticale solidariteit
o Hoge inkomens dragen meer bij tot sociale zekerheid dan de lage inkomens
o Sociale zekerheid (geregeld door publiek recht)
 Bijdragen bij wet vastgelegd, 36% van het arbeidsinkomen
 Niet afhankelijk van de kans dat u een voorval zult hebben
 Iedereen verplicht verzekering en men kijkt niet naar risico voor bepaling van
premies, wel naar je inkomen (veel solidariteit)
o Zo niet is het een privé verzekering (dus geen verticale solidariteit in
privéverzekeringen): risico is waarschijnlijkheid dat u schade zult berokkenen, hoe groter
waarschijnlijkheid hoe hoger premie + geen verplichting om je te verzekeren

-Verscheidenheid van mening nationaal en internationaal => verschillende definities
 IAO-conventie nr.102 (IAO =internationale arbeidsorganisatie)
o Standaarden die in de wereld worden erkend als zijnde sociale zekerheid => dekking van
de opgesomde sociale risico’s: gezondheidsverzorging, ziekte, moederschap, invaliditeit,
ouderdom, vroegtijdig overlijden, arbeidsongevallen, beroepsziekten, kinderlast en
werkloosheid
 Men somt risico’s op waarover men akkoord is dat ze sociale zekerheidsrisico’s
zijn
 Standaard definitie voor EU en internationale richtlijnen en verdragen
o Lijstje is niet zaligmakend (opgesteld in ’52), sommige zaken staan er niet bij omdat deze
zaken op dit moment nog niet erkend was als sociale zekerheid: zorg en sociale bijstand
o Sommige zaken van het lijstje is niet meer onder sociale zekerheid: vroegtijdig overlijden
 Prof. Van langendonck
o Het geheel van wettelijke systemen (publiek recht) die prestaties leveren op individueel
vlak, hetzij in geld, hetzij in natura, zonder onderscheid naar de wijze van financiering,
uitvoeringsorganisatie of aard of berekeningswijze van de uitkeringen
o Hele ruime definitie, maar is ze niet te ruim? Hij zegt niet wat risico’s zijn

2) Subcategorieën van sociale zekerheid
A. Sociale zerzekering & sociale bijstand
-Subcategorieën concepten van sociale zekerheid
 1) inkomsten vervangende regeling
 2) kosten compenserend regeling
 3) armoede regeling = bijstand



2

,-Sociale verzekering vs. sociale bijstand
Sociale verzekering Sociale bijstand (armoede bestrijden)
Achterliggende afweging risico
-Geen middelentoets -Behoeftigheid/middelentoets
 U wordt ziek, arbeidsongeschikt => je  Behoeftig: ontbreekt die persoon
krijgt uitkering, in casu geen middelen?
middelentoets gedaan  Enkel als u te weinig middelen heeft gaan
 Wel relevant: hoe werkloos geworden? de bijstand tussen komen
Zoekt persoon werk? Indien
toepassingsvoorwaarden voldaan krijg je
uitkering

Bv. notarisvrouw: vrouw die werkte en wordt
werkloos => vraagt werkloosheidsuitkering
omdat ze verzekerd was in
werkloosheidsverzekering => heeft zij dat wel
nodig, want zij is vrouw van rijke notaris, maar
sociale verzekering houdt zich daar eigenlijk niet
mee bezig => zij kijken of onvrijwillig is (ontslag)
en of zij al lang genoeg gewerkt heeft, is zij op
zoek naar werk (actief aan het solliciteren), … =>
als je die voorwaarden kan afvinken dan recht op
werkloosheidsuitkering (of ze het nodig had of
niet staat niet centraal, je moet gewoon die
voorwaarden nagaan)

Bv. gezinsbijslagen: steeds meer wil men deze
wel koppelen aan dergelijke middelentoets =>
belangrijke discussie (beter om ze te reserveren
voor arme kinderen en niet geven aan rijke
mensen, want dan zouden we zelfs meer kunnen
geven aan arme kinderen) => maar
gezinsbijslagen zijn bedoeld om kosten te
compenseren en niet om armoede te bestrijden,
maar in praktijk blijkt dat het wel helpt om uit
armoede te geraken

Financiering
-Door bijdragen = geaffecteerde belastingen -Budget (lokaal/centraal)
 Belastingen die onmiddellijk naar hun doel  Uit belastingopbrengsten, de algemene
gaan, gaan niet eerst naar de pot, maar pot
gaan onmiddellijk naar de sociale  Zowel gemeente en federale belastingen
zekerheid


Aanspraak
-Subjectief recht -Discretionaire bevoegdheid
 Voorwaarden duidelijk en je voldoet dan  Discretionaire bevoegdheid aan instantie
heb je subjectief recht, dan heb je er recht die uitkering geeft (in voorbije jaren
op verstrengt)
 Geen goed onderscheidingscriterium meer
(vroeger wel): ook subjectief recht op
leefloon



-Is onderscheid relevant => ja, In heel wat Europese reglementering doorgaans enkel over sociale
verzekering

-Is onderscheid pertinent => meer en meer hybrides (bv. de gezinsbijslagen)


3

,  Soms wel verzekeringen aan middelen toetsen (kleine inkomen uit arbeids-toets, is geen grote
toets)
 Bijstand is grotendeels ook subjectief recht: als je geen middelen hebt, heb je recht op
vergoeding, geen discretionaire bevoegdheid van OCMW (maar wel nog aanvullende of
specifieke bijstand voor bepaalde groepen naargelang sociale noden in een stad, met een gelijke
basisbijstand)


-Wanneer is iets privéregeling/sociale bijstand/verzekering en wanneer sociale zekerheid?
 Waarom is socialezekerheidsregeling publiek en waarom zijn verzekeringen/bijstand
privéregelingen?
o Wetgever wil basis hebben waarin iedereen verplicht participeert en wat daarboven op
komt is aanvullend en moet je dus privé regelen (bv. basiskosten worden gedragen door
gezondheidszorg)
 Waarom gaan we dat verplicht maken door publieke regelingen?
o Regelingen waar voldoende solidariteit aanwezig is om ongelijkheid te verminderen zijn
socialezekerheidsregelingen, terwijl regelingen waarbij solidariteit beperkt aanwezig zijn,
zijn vaak privé-afspraken (waarbij doorgaans contracten aan de grondslag liggen)
 Vaak punt van discussie, bv. arrest in Frankrijk
o 2 Franse heren weigerden verplichte bijdragen van wettelijk pensioen te betalen, want zij
wilden privéproducten aankopen vanuit GB dat veel betere pensioenen aanbiedt en zij
hebben daar de middelen voor
o Je kan ons niet verplichten bij te dragen aan Frans wettelijk pensioen, want door te
verplichten vervals je de concurrentie (wettelijk pensioen werd aangevallen, want
verstoring van de mededinging, zowel internationaal als nationaal doordat Frankrijk
subsidies moet geven voor die pensioenen)
o Sociale regelingen dus staan buiten mededinging, zolang er voldoende solidariteit in de
regeling zitten, dus vaak aanvullende regelingen zijn moeilijker om verplicht te stellen
(want dat is privéproduct, want geen voldoende mate van solidariteit)

B. Bismarck/Beveridge
Bismarck (Duits) Beveridge (UK en Common Wealth)
-Historiek -Historiek
 Bismarck voert een pensioenregeling in  WOII: Beveridge (UK & Common wealth)
in het eengemaakte Duitsland na WOII, kreeg mandaat van regering om
nadien snel navolging gekend in andere blauwdruk te schrijven voor een sociale
landen zekerheid, moderne en niet-duitse
sociale zekerheid zoeken
 Contradictie met Duitse model

-Persoonlijk toepassingsgebied: ingezetenen
-Persoonlijk toepassingsgebied: werknemers/
 Iedereen die zich in dit land bevindt,
beroepsactieve bevolking
sociale risico’s zijn een universeel
 Bismarck focust op arbeiders, werkenden
probleem
(werkenden worden verzekerd)

-Uitkering:
inkomensgerelateerd/levensstandaard -Uitkering: forfaitair/basisbescherming
 Levensstandaard die u had handhaven  Vaste uitkering, hangt niet vast aan je
(leven verderzetten) vorige inkomen
 Uitkering berekend obv inkomen: hoe  Wel levensstandaard verzekeren
hoger inkomen, hoe hoger uitkering waarvan je kan leven (niet per se die die
je vroeger had)
-Administratie: sociale partners /tripartite
 Idee: betrokkenen moeten zelf instaan -Administratie: overheid
voor hun sociale zekerheid  Publiekrechtelijke instanties, geen
 Sociale partners: werkgevers en sociale partner
werknemers + overheid (tripartite) om te

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Studen35. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€15,49  4x  vendu
  • (0)
  Ajouter