4.1 zwakke plekken van de Republiek van Weimar
In de laatste dagen van de Eerste Wereldoorlog werd in het Duitse Keizerrijk de Republiek van
Weimar uitgeroepen door een sociaaldemocratische beweging.
De democratie in de Republiek van Weimar was vanaf het begin zwak:
De sociaaldemocratische regering moest de wapenstilstand tekenen die door het Keizerrijk
was begonnen en verloren
De bevolking had weinig vertrouwen in de leiders van de Republiek
De economie van Duitsland was slecht door de oorlog, herstelbetalingen en verlies van
grondstofrijke gebieden.
Voor goed functioneren van een parlementaire democratie is vertrouwen van de bevolking nodig. Dit
was in de Republiek niet het geval en er kwam tegenstand van:
Communisten (KPD): KPD was een grote communistische partij en hoopte op een revolutie.
In afwachting van de revolutie gingen ze deelnemen aan verkiezingen en deden mee aan de
republiek om propaganda te maken voor eigen ideaal om de macht te krijgen.
Nationalisten en conservatieven: ze wilden het keizerrijk terug, omdat ze zo meer invloed
dachten te hebben dan in een democratie. Daarnaast vonden ze dat de oorlog verloren was
door socialisten het keizerrijk ten val hadden gebracht en er een nadelige vrede kwam,
terwijl er nog verder gestreden kon worden. Ook hadden ze angst voor het communisme.
Teleurgestelde ex-soldaten: soldaten keerde na de oorlog terug naar huis, maar vonden
geen baan. De Republiek van Weimar gaven ze de schuld om alles wat verkeerd was. Ze
sloten zich aan bij conservatieve, communisten en fascisme.
Dolkstootlegende: het idee dat het Duitse leger niet door de vijand verslagen was, maar door het
optreden van socialisten (Republiek van Weimar) en communisten in november 1918 door de vrede
te tekenen. Hierdoor werd de regering door tegenstanders verantwoordelijk gehouden voor:
De nederlaag in de WO1
Het Verdrag van Versailles 1919:
o Herstelbetalingen aan de geallieerden
o Grondgebied afstaan (inleveren aan België en polen, Elzas-Lotharingen, koloniën)
o Ontwapenen: alleen kleine oorlogsschepen en een klein beroepsleger
De slechte economische toestand: door verdrag van Versailles
1923: Door de achterstand op de herstelbetalingen Franse en Belgische troepen het Ruhrgebied
bezetten. Als gevolg gingen arbeiders in staking, maar de regering bleef het loon doorbetalen.
Hiervoor moest er op grote schaal bankbiljetten worden bijgedrukt wat zorgde voor hyperinflatie.
Halverwege de jaren ’20 bloeide de Duitse economie enigszins op, door:
Verzoeningspolitiek met Frankrijk: de Franse minister van buitenlandse zaken begon met de
Duitse minister van buitenlandse zaken een politiek van Frans-Duitse toenadering.
Dawesplan: een geallieerden commissie voor de herstelbetalingen geleid door een
Amerikaanse bankier kwam met herziening van het beleid: dawesplan 1924:
o De aflossing van herstelbetalingen werd gekoppeld aan de draagkracht van Duitsland
o De VS ging leningen aan Duitsland verstrekken (1925) om de economie te helpen
, 4.2. de Nazi’s profiteren van de economische crisis van 1929
Amerikaanse beurskracht (oktober 1929): de waarde van aandelen daalde plotseling sterk op de
beurs in New York (Wall Street). Dit zorgde voor een economische crisis met talloze faillissementen
van banken/bedrijven, daling van productie en handel, grote werkloosheid.
De crisis sloeg over naar landen die nauwe economische banden hadden met de VS. De regering ging
leningen aan Europese landen terugvragen. Duitsland was erg afhankelijk van deze lening en veel
Duitse bedrijven gingen failliet en er kwam enorme werkloosheid.
Crisis gunstig voor de nazi’s:
Economische crisis wordt politieke crisis: net zoals na de oorlog was er weer grote politiek
instabiliteit en er kon geen oplossing voor de crisis worden gevonden. De coalitieregering viel
uiteen (1930) en het lukte niet om een nieuwe regering te vinden. Het kabinet ging regeren
met een noodverordening wat inhoudt dat de macht in handen lag van de Rijkskanselier en
president.
NSDAP profiteert van crisis: de fascistische Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei
(NSDAP) was opgericht in 1920 en werd landelijk bekend door een staatsgreep in 1923. Hilter
kreeg een gevangenisstraf, maar hierna begon hij opnieuw. De NSDAP groeide uit tot
massaorganisatie door propaganda en paramilitair vertoon. De leider (fürher) Adolf Hitler
bood voor zijn aanhangers (nazi’s) tijdens de crisis een goed alternatief voor de
parlementaire democratie. Hij beloofde dat het land te leiden naar welvaart, nationale
eenheid en het verdrag van Versailles ongedaan zou maken.
Fascisme is een totalitaire ideologie: wereldbeschouwing die betrekking heeft tot alle aspecten van maatschappij .
Kenmerken fascisme:
Negatief: aandacht besteed aan zaken waar men tegen is zodat het een volk kan verdelen.
Ultra-nationalistisch: fascisten vinden dat hun staat het beste is en daarom het recht heeft
andere volken te overheersen
Eén corporatieve staat: samenleving georganiseerd in beroepsgroepen om concurrentie en
onderlinge strijd te voorkomen.
Mensen zijn niet gelijk: hogeren moeten volk leiden
Eén sterke leider: leidersbeginsel
Fascistische partij beheerst alle uitingen van cultuur in de staat: ze wilden een totalitair
bewind en de staat maakt uit welke uitingen van cultuur goed en slecht zijn.
Verstand als basis voor handelen minder goed dan gevoel: Hitler vond intellectuelen niet
standvastig en waardeloos als bouwsteen in de Volksgemeinschaft.
Verheerlijken van de daad: daden waarbij kracht en geweld gebruik worden zijn volgens het
fascisme goed.
Vrouwen moeten kinderen voortbrengen en voor het gezin zorgen.
Het Duitse fascisme (nationaal-socialisme) voegde nog 2 kenmerken toe:
Rassenleer: nazi’s gingen uit van ongelijkheid van rassen in de wereld, 3 soorten:
o Hoogwaardig ras (Arische ras): blanke volken in Europa, behalve de slaven en Zuid-
Europeanen. Hij vond alleen de Germaanse volken nog raszuiver.
o Minderwaardige rassen (slaven): volkeren in Oost-Europa en gekleurde bevolking
buiten Europa was dienstbaar aan hoogwaardige volken
o Verderfelijke rassen/parasietenrassen (zigeuners en joden): Antisemitisme (joden
haat) bestond al jaren en vooral in tijden van ellende werden joden de zondebok.
Lebensraum: hij wilde alle Duitsers in een staat (Heim ins Reich) en vervolgens levensruimte
voor het Germaanse ras en het Duitse volk, hiervoor moest er nieuw grond gebied worden
veroverd (Oost-Europa en Sovjet Unie).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur barbaravandenberg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.