Les 1 – 16/03/2017 Paul Verhaeghe GS&SS
GENDERSTUDIES EN SEKSUELE STOORNISSEN
MAIL
Beste,
Donderdag gaat het eerste college door van ‘Genderstudies’, in auditorium 1, FPPW, H. Dunantlaan 2, Gent, en dit van 13 uur tot 15u45.
Tijdens de colleges komen de volgende invalshoeken aan bod: seksuologisch-psychologisch, psychoanalytisch en evolutionair-biologisch. De laatste
invalshoek wordt gedoceerd door prof. J. Mertens, die over dat onderwerp vier gastcolleges zal geven (20 en 27 april, 4 en 10 mei), waarvoor mijn dank.
Betreffende de door mij gedoceerde leerstof stuur ik via een aparte mail een overzicht van de inhoud door (ik gebruik geen slides tijdens de colleges).
Aanbevolen literatuur: Verhaeghe, P., Liefde in tijden van eenzaamheid, A’dam, De Bezige Bij. (Een Engelse vertaling van het boek kan je hier gratis
downloaden: http://paulverhaeghe.psychoanalysis.be/boeken/ENG%20pdf%20boek%20-%20Paul%20Verhaeghe.pdf
Voor de door prof. Mertens gedoceerde leerstof zullen er telkens voor het college slides ter beschikking gesteld worden via Minerva. Aanbevolen literatuur:
Mertens, J. Vrijen, vechten of vluchten. Leuven: Acco, zie https://www.acco.be/nl-be/items/9789462925649/Vrijen--vechten-of-vluchten
Het examen is een open boek examen, waarbij de student(e) moet bewijzen dat hij/zij de leerstof begrepen en verwerkt heeft.
Tot slot: let op de data, die door de academische kalender een grillig verloop hebben: 16, 23, 29 en 30 maart; 19, 20, 26, 27 april, 3, 4, 10 mei en 18 mei
2017.
Met vriendelijke groet,
Paul Verhaeghe
LES 1: INLEIDING
SCHEMATISCH OVERZICHT
Gecombineerd drieluik: seksualiteit (erotiek/voortplanting) – dood – macht
Aanwezigheid daarvan cultuurhistorisch (uitbeeldingsaspect) en individueel-psychologisch (centrale themata in
leefwereld), relatieve afwezigheid ervan binnen opvoeding en opleiding
Maatschappelijk-ideologische verklarings- en remediatiemodellen: ruimschoots onvoldoende (seksuele revolutie)
Vaststellingen:
o Natuurlijk-biologische bepaalde man-vrouw relatie (Rousseau “le bon sauvage”) bestaat niet
o Wél een cultureel bepaalde NORM-ale verhouding, gebaseerd op conventie: elke cultuur bevat een regulering
inzake man-vrouw en inzake ouder-kind; elke maatschappelijk-cultureel systeem of instelling komt neer op
een regulering van de lustverdeling (Marx, Freud, Lacan)
o Er is een intrinsiek verband tussen lust en wet
Besluit: vraagstellingen:
o Vanwaar de koppeling seksualiteit – dood – macht, en de ontkenning daarvan?
o Vanwaar de nood aan representatie in verband met dit drieluik?
o Vanwaar de koppeling tussen lust en wet?
NB: de inhoud van de inleiding en van bepaalde lesonderdelen staat breder uitgeschreven in P. Verhaeghe, ‘Liefde in tijden van
eenzaamheid’, Amsterdam, De Bezige Bij. Dit is een herziene versie van de oorspronkelijke uitgave bij Acco; de oorspronkelijke
editie is voor de colleges even bruikbaar als de nieuwe. De Engelse editie van dit boek kan je gratis downloaden van:
http://paulverhaeghe.psychoanalysis.be/boeken/ENG%20pdf%20boek%20-%20Paul%20Verhaeghe.pd .
1
,Les 1 – 16/03/2017 Paul Verhaeghe GS&SS
LESNOTITIES (QUASI TRANSSCRIPT VAN WAT PROF. VERHAEGHE ZEGT)
INLEIDING
Prof vindt het verrassend dat we nu pas een vak in de seksuele- en gender studies krijgen. Maar nu hebben we de stage achter
de rug, waar werken we op de stage mee? Verhoudingen tussen vrouw-man, ouder-kind, etc. kortom met machtsverhoudingen
in principe. Maar hier hebben we weinig les over gehad en dit centrale onderwerp ‘macht’ wordt volgens prof verwaarloosd.
Een alternatieve en geode manier om hiermee in contact te komen is door een museum binnen te stappen. Hier komen 3
centrale thema’s terug:
1. Seksualiteit. Erotische thema’s speelden altijd al een grote rol. Bij de Grieken komt homoseksualiteit erg terug, in
Indische geschiedenis hebben we de kamasutra. Verder wordt de geschiedenis preutser.
2. Dood. Musea gaan vaak terug op hoe onze voorouders omgingen met de dood en begrafenissen. De Neanderthaler
begroef z’n doden ook, zelfs met bloemen. Rituelen maken rond de dood was al heel vroeg aanwezig. Dit kan je ook
zien in kunsthistorische musea.
3. Macht. Oorlogsvoering, overheersing, etc.
Met deze 3 thema’s kunnen we 2/3de van de artefacten van de musea beschrijven.
Is er een verband tussen deze thema’s? Seksualiteit, dood en macht?
- Dood en macht: iedereen probeert op een of andere manier te blijven verder leven na de dood. Hoe meer lacht iemand
heeft, hoe meer men hierin pogingen kan ondernemen. Kijk bv naar grote grafstenen e.d.
- Seksualiteit en macht: moeilijker… want dit is snel taboe. Kijk naar de onderdrukking van de vrouw (die nog steeds
gaande is). Ethische aspecten komen hier aan de pas. Dit “correct ethisch standpunt” belet ons iets te zien dat
vanzelfsprekend is: elke normale liefdesverhouding is zonder uitzondering een machtsverhouding.
- Dood, seksualiteit en macht: seksualiteit voortplanting kinderen kind-ouder verhouding is machtsverhouding.
We zien dat deze existentiële thema’s gekoppeld zijn. De ontkenning of negatieve aandacht voor deze koppeling moeten we in
vraag stellen. Waarom hebben we hier in de menswetenschappen zo weinig aandacht voor deze centrale thema’s? Deze vraag
nemen we mee doorheen de colleges.
Er zijn nog twee vragen die we zullen mee nemen. We zullen nooit een heel duidelijk antwoord creëren, maar we zullen er wel
bij stil staan.
De tweede vraag gaat over iets dat zo vanzelfsprekend is, dat we ons best al moeten doen er een vraag over te formuleren. Hoe
komt het dat wij als soort vanaf het begin van ons bestaan de noodzaak voelen die zaken, die we nu in musea vinden, uit te
beelden? En waarom gebeurt dit met zoveel variatie? Niet enkel de kunstenaar doet dit, ook wij doen dat. Wij fantaseren ook,
en zeer vaak doen we dit vrij visueel. Een soort geleide droom overdag. Als kind tekenen we ook vaak en als eerst van de eerste
dingen tekenen we als kind vaak een menselijk lichaam. Dus die neiging om afbeeldingen te produceren die te maken hebben
met lichamelijkheid, dood en seksualiteit is wat we ons afvragen. Ook kunsthistorisch gezien: de oudste artefacten zijn graven,
ook een vorm van kunst. Of kijk naar de eerste beeldjes die gemaakt werden die zgn. Oer-godinnen zijn en vaak een zwangere
vrouwen voorstellen. We zijn de enige soort die dit doen. En opvallend: er is nooit een definitieve uitbeelding. Vandaar dat in de
geschiedenis constant nieuwe zaken werden uitgevonden.
Een ruimere derde vraag. Er is relatief weinig aandacht in de menswetenschappen voor iets dat vrij centraal staat in de
menselijke ervaring. Hoe komt dit? Dit ontbreekt niet enkel in de psychologie, ook in de medische wetenschappen. Tot 1970
ontbrak in de medische handboeken het hoofdstuk over de genitalia. De medische kennis rond genitalia ontbrak volledig. [EIGEN
TOEVOEGING: Dit doet me denken aan een podcast die ik onlangs beluisterde rond de geneeskunde en de onvolledigheid ervan.
Men denkt vaak dat we al enorm ver zijn in de geneeskunde, wat klopt, maar hierdoor zijn we blind geworden voor sommige
ernstige gebreken die we kunnen oplossen. Een voorbeeld was de misconceptie dat er een standaard lichaamstemperatuur is, nl.
2
, Les 1 – 16/03/2017 Paul Verhaeghe GS&SS
tussen 36,5°C en 37,5°C. Er is een aanzienlijk grote groep mensen die standaard hoger of lager liggen. Maar een ander voorbeeld
en wat hier relevant is, gaat over medisch onderzoek naar geneesmiddelen waarbij men geen onderscheid maakt tussen de
mannengroep en de vrouwengroep. Terwijl meerdere malen gebleken is dat mannen en vrouwen, door bv. andere chromosomen,
eiwitten, vitamine proporties, menstruaties, enzymen, anders reageren eenzelfde medicijn.] Voor 1966 werden nochtans zeer
veel belangrijke medische ontdekkingen gedaan, echter de genitalia werden niet bestudeerd. Maar het is niet het ontbreken aan
aandacht, het is het niet mogen, onderdrukking. Het antwoord hierop is dat dit te maken heeft met een maatschappelijke
onderdrukking van de seksualiteit als effect van religie. In het Westen van het christendom. Lustbeleving en seksualiteit was
“slecht”. En vooral de vrouw werd hierin onderdrukt. Kijk naar Christelijke religie waar Eva als zondig wordt beschouwd en de
schuld bij de vrouw wordt gelegd. We zien dan dat heel die man-vrouw verhouding op grond van dat religieuze helemaal
verknipt werd en zorgde voor ellende en frustratie. We kunnen dit uitbreiden naar de joodse en moslim godsdiensten. Wij,
westerlingen, als we het hebben over de godsdiensten, hebben we het bijna altijd over een van die drie. Door het woord
‘godsdienst’ te reduceren tot deze drie verliezen we een aantal dingen uit het oog. Namelijk dat deze drie in essentie hetzelfde
zijn. De godsdiensten gelijken meer op elkaar dan dat ze verschillen. [EIGEN TOEVOEGING: Onlangs was er in een programma
een Rabbi die vertelde over zijn samenwerking met het wat kocher labeling/onderzoeking bedrijven en dat er wel heel wat
waren. Kocher regelgeving zijn nog strenger dan die van de FDA in Amerika. Zo laat de FDA x aantal insecten toe per x
hoeveelheid pindakaas. Volgens kocher regels mag er geen enkele aanwezig zijn. Sla die kocher is, mag niet aangeraakt zijn door
een insect, volgens de FDA mag dat wel, immers, mensen spoelen het er wel af. Nu, vertelde die Rabbi, vóór de show in kwestie
waar hij hierover kwam spreken, geraakte hij aan de praat met enkele moslim mannen over deze zaken en bleek dat deze
mannen uit hun hoofd tientallen van deze kocher labels kenden. Want, kocher betekent ook halal. Ze hebben in essentie dezelfde
regels, enkel in een andere verpakking. Dit is slecht een kleine illustratie van de overlap tussen de Joodse religie en de Islam. Er
zijn er nog veel gelijkenissen.] Religieus historisch zien we dat elk van de drie een vervolg is van de vorige. Joodse godsdienst
Christelijke godsdienst Islamitische godsdienst. Varianten van hetzelfde. Ze veroordelen alle drie de seksualiteit en is het kind
van de rekening de vrouw. Overal hoofddoeken, aparte plaatsen op godsdienstige plaatsen. Er heerst in deze drie een
onderdrukking van de seksualiteit en daarmee de onderdrukking van de vrouw. Dit onderdrukken breidt zich dan uit naar het
maatschappelijke. Want deze religie was ook aanwezig in de politiek. Vandaag zijn politiek en economie niet gescheiden,
vroeger waren politiek en religie niet gescheiden. [EIGEN TOEVOEGING: de religie van vandaag is economie?] Ook onderwijs was
religieus geïnspireerd. Dus het antwoord: de impact van religie die uitdrukkelijk gekoppeld is aan het politieke en het
onderwijskundige.
Kanttekening: we moeten ‘godsdienst’ nuanceren. Want we kunnen islam, joodse godsdienst en christendom samenbrengen
onder de naam monotheïsme. Een monotheïstisme, met 1 god, staat gelijk aan een patriarchale religie. Bij andere godsdiensten,
polytheïstische godsdiensten vond deze onderdrukking van de vrouwelijke aard niet plaats. Kijk naar bv. Oosterse godsdiensten.
Dit was een deel van de verklaring, maar het is moeilijker en breder dan dat. Vanaf jaren ‘70 krijgen we op vele domeinen een
breukvlak die zal zorgen voor een andere houding naar seksualiteit waarbij andere ideeën rond opvoeding, psychiatrie,
godsdiensten en seks ontstaat. Al deze velden hingen heel nauw samen natuurlijk die we kunnen bundelen onder één noemer:
een anti-patriarchale beweging waarbij mensen zich verzetten tegen onderdrukking en hun beslissingsrecht terugnemen.
Ondertussen zijn we bijna 3 generaties verder. Een generatie die in dit nieuwe betoog is opgegroeid. In de jaren ‘70 had men de
opvatting dat als men al die onderdrukkende factoren kunnen wegvegen in de opvoeding, dat er dan een generatie zal ontstaan
die bevrijd is en niet meer belemmerd word en tot hun natuurlijke seksualiteit komen. Helaas heeft deze generatie ook
problemen met seksualiteit. Het zijn niet meer dezelfde, maar ze zijn er wel. Dus dat idee van de jaren ’70 klopte dus duidelijk
niet. Dus dit betekent dat ons antwoord op de derde vraag dat de maatschappelijke onderdrukking niet de volledige verklaring
is, want die is nu grotendeels weg, maar de problemen zijn niet opgelost.
We gaan nog ruimer kijken. Als we al die negatieve maatschappelijke inperkingen wegvegen, dacht men dus in de jaren ’70, dan
zou de verhouding naar het lichaam van de Ander en hun eigen lichaam veranderen. Achtergrond hiervan is al vrij oud: Jean-
Jacques Rousseau, een van de vaders van de verlichting. Een centraal idee van hem ‘l’enfant sauvage’: de mens wordt door een
overvloed aan beschaving onnatuurlijk gemaakt. Hij had het al over de negatieve invloed van het wonen in de stad. In elke mens
zou een wilde schuilen en bij een kans om uit te treden zijn natuurlijk leven zou schuilen. Niet verbazend dat dit in de naïeve
ecologische sfeer van de jaren ’70 terug kwam. Dus het is niet alleen religie die de menselijke seksualiteit onderdrukt, maar ook
de beschaving.
Wanneer we kijken naar de verschillende ideologieën zien we dat elke ideologie een verzameling van normen en waarden over
de intermenselijke verhoudingen. Dit gaat ruimer dan religie, want religie is ook een ideologie. Elke ideologie, hoe verschillend
3