Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting toegepaste plantkunde €5,49   Ajouter au panier

Resume

samenvatting toegepaste plantkunde

 17 vues  0 fois vendu

volledige samenvatting van toegepaste plantkunde: morfologie en diversiteit. Dit wordt gegeven in het 1e jaar bio-ingenieur aan de UGent door prof De Frenne.

Aperçu 4 sur 34  pages

  • 26 juillet 2023
  • 34
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (20)
avatar-seller
annadecrem
Toegepaste plantkunde
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.2 Takken van de plantkunde
 Morfologie: studie bouwplannen planten
 Anatomie: studie microscopie planten
 Systematiek: rangschikken/ordenen in hiërarchische groepen en beschrijven levenscycli en vormenrijkdom
 Nomenclatuur: naamgeving
 Fysiologie: levensverschijnselen
 Ecologie: betrekkingen/wisselwerkingen tussen planten onderling en hun milieu. Ook effecten vervuiling,
klimaatverandering, invasieve soorten… op planten
 Dendrologie: leer houtige planten
 Biochemie: studie chemie levensprocessen
 Genetica: studie erfelijke factoren
 Fytogeografie: onderzoek verspreiding op continentale of globale schaal + oorzaken
 Paleontologie, palynologie en paleoecologie: studie fossiele planten of plantenresten.

1.4 Systematiek
 Tot 1850: tweerijkensysteem (planten en dieren)
 Nu: zesrijkensysteem

1.5 Onderscheid planten vs. andere organismen
1) Assimilatie
 Fotosynthese (opbouw organische structuren door anorganische
structuren)
 Autotroof
 Dieren en fungi = heterotroof
 Uitzondering: heterotrofe planten
o Parasiteert op andere plant, niet aan fotosynthese doen om suikers te maken
2) Groei
 Open groei systeem (blijven doorgroeien)
 Meristeem blijven actief tot ze afsterven
3) Celbouw
 Vacuole en bezit van plastiden (groei, turgor ,stockage, recyclage, fotosynthese)
 Celwand met hoofdbestanddeel cellulose (groei)
4) Ontwikkeling
 Overgang tussen ontwikkelingsfase gestuurd door uitwendige omstandigheden (seizoen)
5) Vermenigvuldiging
 Geslachtelijk
 Ongeslachtelijk (genetisch identiek)
6) Adaptievermogen
 Sessiel = planten zitten vast in de grond, kunnen niet weg
 Kunnen zich aanpassen aan verschillende situaties

1.6 Diversiteit binnen het plantenrijk
1.6.1 Systematiek
 Taxonomie = tak binnen plantkunde dat zich bezighoudt met classificeren
 Fylogenie = schema
 Synapomorfie = gemeenschappelijke kenmerk dat alle leden van taxon bezitten en geërfd hebben van hun
laatste gemeenschappelijke voorouder
 Homologe structuren
o Afstamming gemeenschappelijke voorouder

, o Divergente evolutie = structuur van zelfde oorsprong met verschillende functie
o Convergente evolutie = structuur van andere oorsprong met zelfde functie
 Primitieve en afgeleiden kenmerken
o Primitief = lang geleden verschenen
o Afgeleid = recent verschenen
 Anatomische, morfologische en fysiologische kenmerken
o Opbouw en functioneren van organisme
 Aminozuursequenties in eiwitten
o Graad
 Nucleotidensequenties in DNA en RNA
o Weinig verschil, nauw verwant
 Soortvorming
o Ruimtelijke scheiding -> subpopulaties -> selectiedruk -> aanpassen aan omgeving -> genotypes
domineren -> geen interactie -> nieuwe soort
o Abnormale kruising
 Latitudinale gradiënt
o Mid-domain effect = stochastische verdeling van soorten over aarde met harde grenzen
o Hogere beschikbare hoeveelheid energie en water
o Grotere landoppervlakte dicht bij de evenaar
o Stabiliteit van klimaat
o Biotische interacties = meer competitie- en predatiegraad zorgt voor grotere soortenrijkdom
o Regel van Rapoport = dichter bij de tropen kleiner spreidingsgebied, kleine temperatuurtolerantie
door kleine verschillen in natuur

1.6.2 Nomenclatuur
 Hoofdletter: familie en geslacht
 Kleine letter: soortbepaling
 Botanisch-wetenschappelijke namen worden cursief geschreven

1.6.3 Systematisch overzicht van planten
 Landplanten
o Terrestrisch
o Cuticula (laagje dat blad beschermd)
o Diplobiontische levenscyclus
o Antherdia (mannelijke gameet) en archegonia (vrouwelijke gameet)
o Extreem resistent polymeer in pollenwand (sporopollenine)
 Afdeling Bryophyta = echte mossen
o Ze hebben geen bladeren en wortels en geen vaatbundelsysteem
o Produceren sporen
o Water nodig voor verplaatsing van gameten
 Afdeling Coniferophyta = zaadplanten, gymnospermen
o Voor bevruchting moeten pollen overgebracht worden naar zaadknop
o Zaden tussen schubben van kegelachtige structuren
 Afdeling Monilophyta = varens en paardenstaarten
o Echte bladeren en wortels
o Produceren sporen
o Water nodig om bevruchting te realiseren
 Afdeling Anthophyta = bloemplanten
o Zaden in vruchtbeginsel
o Dubbele bevruchting
o Opgedeeld worden in
 Basale angiospermen

,  Eudicotylen = tweezaadlobbigen (hoofdwortel met zijwortels bladeren niet parallelnervig,
vaatbundels ringvormig geranschikt)
 Monocotylen = eenzaadlobbigen (bladeren zijn parallelnervig, vaatbundels liggen verspreid)

1.7 Biodiversiteit en ecosysteemdiensten
 Onder druk
o Habitatfragmentatie
o Overexploitatie
o Vervuiling
o Klimaatverandering
 Planten leveren
o Bevoorrading zoals voedsel , water, hout , brandstof
o Ondersteuning zoals nutriëntenkringloop
o Regulerende diensten zoals klimaatregulatie
o Culturele diensten zoals sierplanten

Hoofdstuk 2: De plantencel
2.1 Algemene beschrijving van de plantencel
 Protoplasma = alle levende onderdelen van een cel




zie figuren p56-57

2.2 Plastiden
 Dubbel membraan
 In planten en algen
 Semi-autonome organellen met eigen DNA
 Cyanobacteriën doen aan fotosynthese met productie van zuurstof
 Kleptoplastie = zeeslakken neemt de chloroplast uit algen die ze eet waardoor de slak een jaar zonder
voedsel kan
 Kunnen repliceren tot 50 per cel
 Fotosynthese, stockage, aanmaak en verwerking moleculen
 Stromules = tubulaire extenties
o Associëren zich via actine-elementen met andere organellen
o Kan ook zorgen voor verbindingen tussen plastiden voor uitwisseling
 Ontstaat uit proplastiden
o Gaan omvormen naar chromoplast, chloroplast, leucoplasten of amyloplast
o Differentiëren, dedifferentëren en redifferentiëren
 Vetzuren aanmaken
 Reductie nitraat en sulfaat

2.2.1 Chloroplasten
 Fotosynthese
 Komt voor in groene plantendelen
 Licht is nodig voor ontwikkeling chloroplast

, o Te donker: ontstaan etioplasten
o Treffen we in witte, geelachtige gekleurde bladeren (bv. Witloof)
o Ze bevatten geen chlorofyl, maar protochlorofylliden
o Als ze belicht worden kan chloroplast ontstaan
 Buitenste membraan bevatten poriën voor watermoleculen, ionen en metabolieten
 Binnenste membraan = thylacoïde membraanstructuur
o Deze kan lichtreacties uitvoeren
o Vormt in de matrix de primaire thylacoïden
o Secundaire thylacoïden (grana)
o Schaduwbladeren vormen meer en dikkere grana
 Twee fotosystemen op de thylacoïdemembraan
o Opgebouwd uit elektronentransportketen, chlorofyl-moleculen (a en b) en reactiecentrum
 Absorptie licht
o Antennemoleculen absorberen zonlicht en geven het door aan reactiecentrum
o Reactiecentrum geeft geabsorbeerde energie aan elektronentransportketen van fotosystemen
 4 eiwitcomplexen
o Beide fotosystemen, ATP-asen (productie ATP) en cytochroom
b6-f (verbinding tussen fotosystemen)
o Fotosysteem II ligt op de stapelzones van de grana
o Fotosysteem I en ATPase liggen op de primaire thylacoïden
 Chlorofyl a en b (hoofdpigmenten) , carotenoïden en xanthofyllen
(nevenpigmenten) zijn fotosynthetisch pigment
o Hebben absorptiecentrum
o Chlorofyl a en b absorberen blauw en rood licht
o Cartenoïden absorberen blauw licht
 Positie wissel onder invloed van lichtintensiteit
o Laag: aan de celwanden die parallel liggen met het bladoppervlakte
o Hoog: aan de celwanden die loodrecht staan op het bladoppervlakte

2.2.2 Chromoplasten
 Hoge concentraties carotenoïden
 Kleur van vruchten, bloemen en wortels
 Membraansysteem zonder grana structuur
 Pigmenten zijn membraangebonden of vorm van druppel of kristal

2.2.3 Amyloplasten en leucoplasten
 Ongekleurde substanties
 Voorraadweefsel en er zijn enzymen actief
 Glucose moleculen omzetten tot zetmeel
 Zetmeelkorrels kunnen hele ruimte van amyloplast innemen
 Leucoplasten vindt men terug in secretorische cellen, kunnen oliën produceren

2.3 Vacuole
 Door wateropname meerdere vacuolen gevormd
 Volwassen: vacuolen smelten samen tot 1
 Tonoplast = semi-permeabel membraan
o Hoge osmotische waarde vacuoolvocht is noodzakelijk om water aan te trekken
o Voor turgordruk om fenotype te geven en celstrekking toe te laten
o Dit gebeurt door import osmotisch actieve componenten
o Dit wordt geregeld door elektrochemische gradiënt door protonenpomp
o Water kan door de tonoplast door aquaporines (eiwitten)
 Functies
o Stockage suikers, ionen, pigmenten, smaak- en geurstoffen…

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annadecrem. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter