Handige samenvatting met alles informatie die nodig is. Redelijk makkelijk uitgelegd, vakjargon omschreven aan de hand van verklaringen of voorbeelden. Inclusief afbeelding om sommige zaken ook visueel duidelijk te maken. Duidelijke structuur. Behaalde resultaat met deze samenvatting = 17/20
Kapitaal = geld (cash geld of geld dat gebruikt wordt om activa aan te kopen)
Prijs van geld wordt bepaald op de financiële markt.
3.1 De financiële markt (= het geheel van vraag naar en het aanbod van geldmiddelen)
voorwaarden volkomen concurrentie:
● veel aanbieder
● veel vragers
● homogeen product ( geen verschil met product van andere aanbieder)
● open markt (vrij toe en uittreden)
● transparante markt ( ook vervaardigingskosten bekend)
Prijs komt tot stand op de financiële markt = rente
eigenaars kapitaal kunnen hun kapitaal aanbieden aan ondernemingen door:
1) geld inbrengen en zo mede-eigenaar worden (= aandelen, geen intrestvergoeding
maar delen van eventuele winst)
2) geld uitlenen en zo schuldeiser worden (=obligaties)
3.2) De vraagzijde van de financiële markt
3.2.1) De vraag naar geldmiddelen
De vraag naar geldmiddelen kan uitgaan van verschillende economische factoren:
● gezinnen
● overheid
● buitenland
● bedrijven
Gezinnen:
- lenen op korte termijn om te: consumeren (kopen op afbetaling)
↪ Eerst consumeren, dan sparen (om het krediet af te lossen)
- lenen op lange termijn voor: onroerend goed: auto
Overheid:
- Op korte termijn leent de overheid voor de financiering van het begrotingstekort.
- Op lange termijn leent de overheid voor de financiering van infrastructuurwerken
(oosterweelverbinding)
,Buitenland:
- Buitenlanders zullen alleen bij ons komen lenen als de rentevoet op de buitenlandse
financiële markt hoger is dan op onze binnenlandse markt ( zowel voor korte als
lange termijn)
Bedrijven:
- Korte termijn= onderneming met TIJDELIJKE liquiditeitsmoeilijkheden kan beroep
doen op financiële markt.
- Op lange termijn= ondernemingen vragen geldmiddelen voor de financiering van
investeringen (gebouwen, machines,...)
↪ We kunnen 2 soorten investeringen onderscheiden:
1) Vervangingsinvesteringen = waarde kapitaalgoederen daalt door
slijtage of economische veroudering →men moet voorraad
intact houden → investeringen doorvoeren.
2) Uitbreidingsinvesteringen = aanschaffing van bijkomende kapitaalgoederen
waardoor kapitaalgoederen toenemen.
3.2.2) De vraagcurve van kapitaal (zie p 7)
De vraagcurve van het kapitaal wordt bepaald door de belangrijkste afnemers van geld,
namelijk de bedrijven. ( pas investeringen doen na afweging toekomstige
opbrengsten en kosten →marginale opbrengst = Verschil TO/ verschil I
↪ investeren tot MO=MK !!
- Opbrengst van de fase kun je afleiden uit MO
- Kost van de fase kan je afleiden uit de rentevoet (= MK)
- Hoe hoger de rente hoe minder een bedrijf gaat lenen en investeren.
● individuele vraagcurve van kapitaal= curve met dalend verloop = dalend gedeelte
van MO
● totale vraagcurve ontstaat uit som van alle individuele vraagcurve →
zelfde verloop als de individuele:
, 3.3) Verschuivingen van en op de vraagcurve van kapitaal
● Verschuiving op de vraagcurve :
- Alleen als de rente wijzigt
● Verschuiving van de vraagcurve:
- Er wordt een ander bedrag gevraagd tegen dezelfde rentevoet. Dit wordt
veroorzaakt door:
1. Een wijziging van de productiviteit van het kapitaal:
Productiviteit kapitaal neemt toe → kapitaalgoederen behalen
een hoger rendement (vb. betere machines) → MO-curve
verschuift naar rechts →vraagcurve verschuift naar rechts
2. Een wijziging van de marktprijs van het goed:
Toename van de marktprijs van een product →geschatte
opbrengst licht hoger → MO-curve verschuift naar rechts →
vraagcurve verschuift naar rechts.
, 3.4) De aanbodzijde van de financiële markt
3.4.1) Het aanbod van geldmiddelen
Het aanbod van geldmiddelen kan uitgaan van verschillende economische actoren:
● Gezinnen
● Overheid
● Buitenland
● Bedrijven
Gezinnen:
Gezinnen ontvangen een inkomen → een deel wordt geconsumeerd → ander deel
wordt gespaard →groot deel spaargeld komt op de financiële markt onder een
vorm van belegging → op die financiële markt wordt die belegging gebruikt om
onder meer leningen toe te staan aan vragers van kapitaal.
Overheid: ( komt praktisch niet voor)
Indien Inkomsten > uitgaven (= overschot in de begroting) →overheid spaart
→overschotten kunnen op de financiële markt belegd worden.
Buitenland:
Komen alleen bij ons beleggen als onze binnenlandse rentevoet hoger ligt dan de rentevoet
op de buitenlandse financiële markt.
Bedrijven:
Een gezond bedrijf maakt winst
→deel winst wordt uitgekeerd aan aandeelhouders, personeel en bestuurders.
→Een anders deel van de winst wordt gereserveerd → die middelen kunnen
binnen het bedrijf een bestemming krijgen of beschikbaar worden gesteld op de
financiële markt.
3.4.2) De aanbodcurve van kapitaal
De aanbodcurve van kapitaal wordt bepaalt door de belangrijkste aanbieders van geld = de
gezinnen.
Keynesiaanse theorie: sparen van gezinnen hangt in grote mate af het beschikbaar
inkomen, de invloed van rente op de omvang van de besparingen is zeer beperkt.
De aanbodcurve van kapitaal kent een vrij elastisch verloop !!
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hannelaeremans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.