Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Psychodiagnostisch werken 2 €4,79   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Psychodiagnostisch werken 2

 6 vues  0 achat

Dit is de samenvatting van psychodiagnostisch werken 2. Deze samenvatting is 36 pagina's.

Aperçu 4 sur 36  pages

  • 21 juillet 2023
  • 36
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (13)
avatar-seller
lynnschoeters
Psychodiagnostisch werken 2

Inhoud
1 Wat is intelligentie?.............................................................................................................................1
Intelligentie in de naïeve psychologische theorie...............................................................................1
Wetenschappelijke afbakening van het begrip...................................................................................3
2 Geschiedenis en theorieën rond intelligentie......................................................................................4
Psychometrische theorieën en intelligentiemodellen.........................................................................4
Cognitief-experimentele benadering..................................................................................................8
Het ontstaan en de ontwikkeling van het C-H-C-model....................................................................15
3 Actuele CHC-theorie uitgewerkt naar de praktijk toe........................................................................20
Inleiding............................................................................................................................................20
Motorische vaardigheden.................................................................................................................25
‘Cross-battery’-benadering...............................................................................................................26
4 Bronnen van verschillen in intelligentie.............................................................................................29
Nature vs nurture.............................................................................................................................29
Interactie tussen erfelijkheid en omgeving.......................................................................................30
Intelligentie en cultuur.....................................................................................................................30
Stabiliteit en verandering in intelligentie..........................................................................................31
5 Andere vormen van intelligentie........................................................................................................31
Emotionele en sociale intelligentie...................................................................................................31
Culturele intelligentie.......................................................................................................................34
Praktische intelligentie......................................................................................................................34
6 Intelligentietesten in de praktijk........................................................................................................35
Overwegingen en kritische bedenkingen..........................................................................................35




1 Wat is intelligentie?
Intelligentie in de naïeve psychologische theorie
In onze maatschappij leven er heel wat verschillende opvattingen over intelligentie. De opvattingen
die we in het dagelijkse leven gebruiken, liggen binnen het kader van de naïeve psychologische

,theorie. Sternberg deed hier in 1981 een onderzoek naar. => de opvattingen van de leken over
intelligentie.

Standpunten met betrekking tot intelligentie

In verband met intelligentie leven er uiteenlopende, vaak zelfs tegenovergestelde opvattingen.
Mensen hebben verschillende meningen over intelligentie. Intelligentie wordt voor het grootste stuk
door de omgeving bepaald en een klein stukje genetisch. Voorbeeld van opvatting: intelligente
mensen zijn creatief en interessant.

Intuïtieve mensenkennis

Psychologen: theoretische verklaringen voor alledaagse gebeurtenissen.
Leken: eigen ideeën => onderbouwen deze met hun eigen, alledaagse verklaringen. => intuïtieve
mensenkennis
De leek brengt hiermee het gedrag van mensen in kaart. => hij is in staat het gedrag van anderen en
interacties tussen mensen te begrijpen en te verklaren.
Psychologen en leken doen dan vanuit hun eigen specifieke invalshoek, maar het gaat over dezelfde
soort problematiek.
Dit is 1 reden waarom de psychologie als wetenschap zich mag verheugen op een redelijk grote
belangstelling onder leken. In de volksmond wordt een intelligent persoon omschreven als slim, knap,
iemand met veel kennis en inzicht,…

Wat denkt een leek over intelligentie? (onderzoek Sternberg)

Robert J. Sternberg heeft onderzoek gedaan naar de mening van “leken” over intelligentie. => wilden
nagaan of de mening van leken overeen kwam met die van de “experten”.

Leken zijn mensen zonder psychologisch opgeleide achtergrond.
Hij interviewden mannen en vrouwen persoonlijk en via de post over hun opvatting van het begrip
intelligentie. Dit waren studenten, onderzoekers, mensen die boodschappen deden, respondenten
van een enquête. Hij vroeg ze niet om een directe definitie te geven. Hij koos voor een indirecte
benadering. => ze kregen een blanco formulier waarop ze zoveel mogelijk verschillende gedragingen
moesten noteren die bij de begrippen intelligent en niet-intelligent passen, volgens hen.

Besluit

Leken hebben een impliciete theorie over intelligentie. Het blijkt dat de lekenopvatting hoog
correleert met de bevindingen van formele IQ-tests. Er kan enkel een juiste inschatting gemaakt
worden van het IQ van een andere persoon als deze persoon goed gekend is door diegene die de
inschatting maakt. Een leek kan het IQ van iemand die hij goed kent, goed inschatten. De impliciete
theorie bevat een bredere waaier van vaardigheden dan wat er met de klassieke IQ-test gemeten
wordt. Impliciete opvattingen hebben meer aandacht voor het alledaagse gedrag en voor de
cognitieve vaardigheden die belangrijk zijn bij de dagelijkse interacties. Leken hebben motivatie en
sociale aspecten toegevoegd aan het intelligentieconcept. Het “common sense” idee van intelligentie
reikt in ieder geval veel verder dan wat psychologen met intelligentietests meten. Gedragingen als
“studeert hard” worden door leken vaak gezien als onderdelen van intelligentie. Psychologen
definiëren deze zaken eerder als werkhouding en motivatie. Leken hebben een breder en diffuser
beeld van intelligentie dan psychologen die onderscheiden fijnere nuances. Bv. Psychologen kijken
alleen naar de cijfers van het IQ, leken kijken meer in de praktijk.

Taak van de psychologie als wetenschap

,Het is en belangrijke taak voor de psychologie om het begrip “intelligentie” zorgvuldig af te bakenen.
Eenduidig en zuiver definiëren en meetbaar maken. Dit door middel van wetschappelijk onderzoek
die de veelheid van opvattingen en opinies tegenspreekt. Veel verschillen zijn terug te brengen naar
onduidelijke definities en een gebrekkige afbakening van het begrip. Experimenteel onderzoek kan
een antwoord geven op een aantal controversen. De wetenschappelijke psychologie onderscheidt
zich in 2 opzichten van de ‘leken’ psychologie.

1. Met zo zuiver mogelijk gedefinieerde en meetbare concepten werken.
2. Theorieën, hypothesen en verwachtingen over psychologische verschijnselen toetsen en
waar mogelijk ook bevestigen.

Wetenschappelijke afbakening van het begrip
Academische intelligentie

De term intelligentie reserveren we voor datgene wat in de wetenschappelijke literatuur
“academische intelligentie” wordt genoemd. Het presteren met betrekking tot schoolse taken en
problemen die een vast gesteld doel, een vaste structuur en vaststaande onderdelen hebben. =>
academische intelligentie. Dit is een begrip dat een veel breder bereik kent.

Dat wat de test meet (definitie van Boring)

De definitie van Boring uit 1923 heeft een centrale rol gespeeld. Boring definieert intelligentie op een
circulaire wijze: “Intelligentie is dat wat de test meet.” Dit is circulair omdat ze geen verklaring geeft.
De 2 elementen in de definitie namelijk intelligentie en test hebben elkaar nodig om elkaar te
verklaren. De definitie heeft meer kwaad dan goed gedaan. Deze definitie van intelligentie gaat heel
erg uit van de juistheid van de intelligentietesten. Het is eerder verwarrend dan helder, want we
weten niet precies wet een intelligentietest nu eigenlijk meet. Er is geen duidelijke definitie van
intelligentie maar er is ook geen duidelijke omschrijving van wat een intelligentietest dient in te
houden. De tests meten blijkbaar niet allemaal precies hetzelfde. Robert Sternberg zegt in 1990 dan
ook dat hij deze definitie erg conservatief vindt. Er is nog 1 extra criterium nodig om uit te kunnen
maken of een instrument al dan niet een intelligentietest genoemd kan worden. We zijn weer bij de
vraag wat intelligentie nu eigenlijk is.

Wetenschappelijke definities

Er werd aan experts gevraagd om hun definitie te geven van intelligentie. Elke persoon heeft hierover
zijn eigen definitie. Alle antwoorden waren heel heterogeen (uiteenlopend). Het is heel moeilijk om 1
definitie voor intelligentie te maken omdat iedereen hier anders over denkt.

Niveaus van intelligentie: A,B en C

Om orde te brengen binnen de definities, maakte Philip Vernon een onderscheid tussen de
verschillende niveaus van intelligentie.

Intelligentie A

Intelligentie A is het aangeboren potentieel tot intelligent handelen niet door stimulering vanuit de
omgeving. Het is cultuuronafhankelijk stabiel en ligt vast in de fysieke hersenstructuren. Elke persoon
heeft een uniek en genetisch bepaald plafond van intelligentiepotentieel. Intelligentie A is niet
meetbaar en is een theoretische veronderstelling. Daarom noemen we het ook vaak het genotypisch
niveau van intelligentie.

Intelligentie B

, Intelligentie B is wel te meten, te schatten of te beoordelen. De interactie tussen genetische aanleg
enerzijds en omgevingsinvloeden en leerervaringen anderzijds. Fenotypische vorm van intelligentie:
de cognitieve vermogens waarover iemand op een bepaald moment in de tijd beschikt en die het
resultaat zijn van alle voorafgaande leerervaringen. Is mede afhankelijk van opvoeding,
leefomstandigheden voor en na de geboorte (voeding, culturele gewoonten), onderwijs en
levenservaringen. Intelligentie B is cultuurgebonden en gedurende het leven ook aan veranderingen
onderhevig.

Intelligentie C

Intelligentie C is dat wat een intelligentietest meet. Intelligentie C is de gemeten intelligentie van een
persoon, uitgedrukt in een maat voor intelligentie. Intelligentie C is dus meetinstrument gebonden.

Niet slechts 1 definitie: Wat nu?

Bij de verschillende moderne definities van intelligentie ligt de nadruk veel meer op allebei
onderliggende verstandelijke cognitieve processen en vaardigheden. Metacognitie ( het meer of
minder gericht sturen van de eigen cognitieve processen en vermogens) en uitvoeringsprocessen ( je
weet het niet alleen, je kan de processen ook zelf doen) komen in meer dan 40% van de moderne
definities voor en 10% van de oudere definities. Abstract redeneren speelt in 50% van de moderne
definities een belangrijke rol, net zoals het vermogen tot probleem oplossen. Het vermogen om te
leren en zich aan te passen aan nieuwe taken en nieuwe omstandigheden komt men regelmatig
tegen. Academische intelligentie wordt best in cognitieve termen omschreven.

2 Geschiedenis en theorieën rond intelligentie
In de geschiedenis van de theorievorming rond intelligentie zijn er 2 grote stromingen te
onderscheiden. De psychometrische theorieën en de cognitief-experimentele benadering.

Psychometrische theorieën en intelligentiemodellen
Hoe moeten we intelligentie opvatten? Is er een ‘algemene’ intelligentie of zijn er meerdere factoren
die naast elkaar staan? Er zijn verschillende psychometrische theorieën die in de loop van de
geschiedenis van het intelligentieonderzoek zijn ontstaan. De theorieën zijn het resultaat van
statistisch (factor-analytisch) onderzoek.

Spearmans tweefactoren theorie

Charles Spearman is een Britse psycholoog. Hij heeft een sterk statistische achtergrond en is een van
de pioniers op het vlak van de factoranalyse en de bedenker van de naar hem genoemde
rangcorrelatiecoëfficiënt. Hij vond in 1904 significante positieve correlaties tussen enerzijds
eenvoudige sensorische (zintuigelijke) en motorische ( beweging) proefjes en anderzijds schoolse
prestaties. Hij vond ook hoge correlaties tussen metingen van hogere intellectuele functies onderling.
=> tussen taken die deel uitmaken van klassieke intelligentietests.
Volgens hem zal iemand die goed presteert op 1 taak die een beroep doet op intelligentie, ook goed
presteren op alle andere taken die een beroep doen op intelligentie. Omgekeerd is het hetzelfde voor
slechte prestaties.

Theorie van Spearman

Intelligentie wordt door Spearman gedefinieerd als general intelligence of ‘g’. Dit is de fundamentele
activiteit die ligt aan het oplossen van diverse tests. De fundamentele factor die de verschillende tests
gemeenschappelijk meten. De g-factor wordt beschouwd als de latente variabele die de correlaties
veroorzaakt tussen de verschillende maten van cognitieve vaardigheid. ‘g-factor’ =>

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lynnschoeters. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,79
  • (0)
  Ajouter