Belang van keuzevrijheid
Reactance theorie van Brehm: mist het pas als het weg is
Keuze is beter dan geen keuze
Meer keuze > weinig keuze
o Autonoom gevoel
Meer keuze
Verantwoordelijkheid verkeerde keuze
Keuze stress
Sociaal psychologisch onderzoek
Theorie hypothese toetsen
Meer keuze is slecht boundary conditions toetsen
Theorie vervangen als
o Nieuwe theorie een betere verklaring
o Minder aannames of constructen nodig (parsimonious)
o Bredere verklaring geeft
o Nieuw onderzoek verfijndere theorieën
Onderzoeksmethoden
Kwalitatieve methoden: interview
Beschrijvende methoden: vragenlijst
Experimenten: manipuleren
Validiteit vs. betrouwbaarheid
Validiteit: gemiddeld in de roos
Betrouwbaarheid: steeds op hetzelfde punt
Validiteit
Constructvaliditeit: sociale wenselijkheid, reactiviteit van metingen: mensen gedragen zich anders wanneer ze
worden geobserveerd
o Voorkomen: onopvallende metingen, cover story, achteraf vragen/meten
Interne validiteit: causale relatie of alternatieven verklaring, veranderen andere variabelen,
Externe validiteit: zou hetzelfde gebeuren bij andere: deelnemers, stimulusomgeving, meetinstrumenten
Onderzoek beoordelen
Metingen juist
Alternatieve verklaringen
Generaliseren van resultaten
Ethiek
Informed consent
Misleiding
Anonimiteit
Deelnemers niet benadelen
Recht om terug te trekken
Debriefing
Zelfrapportage
Gebrekkig inzicht
Wel makkelijke redenen (achterliggende gedachten) geven
Beïnvloedbaar door:
o Vraagstelling
o Volgorde van vragen
o antwoordmogelijkheden
,COLLEGE 3
SOCIALE PERCEPTIE EN ATTRIBUTIE
Eerste indrukken
Razendsnel
Automatisch proces via stereotypes (sociale categorisatie
Grof en onzuiver
Sterker voor negatieve stimuli (potentieel gevaar)
Self-fulfilling prophecy: benaderen persoon anders op basis van voorgevoel
De waarnemer
Meer accurate oordelen: cognitieve capaciteit, goed beeld willen vormen
Positieve grondhouding
Alert op negatieve informatie
Op basis van
Sociale groep
Aantrekkelijkheid
Gezichtskenmerken
Lichaamsbouw en kleding
Non-verbaal gedrag
o Globale screening
o Automatische verwerking
o Kan onderdrukt/aangepast worden
Lichaamstaal
Belangrijk, maar ook gezichtsuitdrukking/kenmerken nodig voor oordeel
Gezichtskenmerken
Persoonlijkheid afleiden uit gezichtskenmerken
Eten persoonlijkheid
Gezond eten wordt geassocieerd met bepaalde eigenschappen
Marketing gebruikt dit
Betrouwbaarheid 1e indruk (thin slice judgement)
Korte observaties
Onbewust & automatisch
Het moet gaan om:
o Expressief gedrag
o Relevant gedrag
<30 seconden is even accuraat als 5 minuten
Totaal indruk vormen
Warmte (persoonlijkheid)
Vermogen/competentie
Moreel karakter
o Behulpzaam of nadelig voor jou
o Bepalend globale indruk
o Niet hetzelfde als warmte (hangt wel samen)
, o Uniek voor mensen
Invloed van
Sociaal negatieve eigenschappen
Positieve prestaties
Meer toegankelijke informatie (toegankelijk in hersenen: chronisch vs. tijdelijk (priming))
Eerste informatie (primacy effect)
o Asch, 1946: eerste eigenschappen zijn belangrijker dan andere eigenschappen
Extreme (centrale) eigenschappen
o Warm/koud= centrale eigenschap
o Beïnvloedt andere eigenschappen
Attributie van gedrag
Waarom…?
Inferenties over oorzaken van gedrag, observeerder die gedrag van actor verklaart, als observeerder = actor:
zelf-attributie
Interne attributie: ligt aan de persoon
Externe attributie: ligt aan de omgeving
Causale attributie
Persoonsattributie
Entiteitsattributie
Combinatie van persoon x entiteit
Context
Kelley’s covariatiemodel
Consensus
Distinctiviteit
Consistentie
Informatie ontbreekt
Causale schemas
Discounting principe
Meerdere mogelijke oorzaken, elk afdoende
Niet te bereiken als er meerdere oorzaken nodig zijn
Augmenting principe
Bij tegenwerkende factoren
Kernvraag: waarom is dit gebeurd (ipv niet gebeurd)
Mensen vragen zich af: waarom is dit gebeurd (ipv wat er normaal gebeurt) (abnormal conditions focus)
Niet hoe mensen praten (conversational principles)
Attributie theorie
Heider (1958): intern vs. extern
Kelley (1967): persoon, stimulus, situatie
Opmerking:
o Bij intentioneel gedrag worden andere principes gevolgd, motief achterhalen
Bias bij attributie:
o Correspondente gevolgtrekking/ fundamentele attributiefout
o Eigenschap 1 op 1 relatie met gedrag (in gedachte)
o Waarneming gedrag activeren eigenschap eigenschap toeschrijven corrigeren voor situatie
o Correctie mogelijk: niet automatisch, vergt inspanning
o Gebeurt bij acteurs
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur siripost. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.