ZIN > PERSOONSVORM ZOEKEN > SUBJECT ZOEKEN > GEZEGDE ONDERSCHEIDEN
Predicaatsnomen of Naamwoordelijk gezegde Werkwoordelijk gezegde ADVERBIAAL
naamwoordelijk deel van ww+predicaatsnomen ww, wwuitdrukking, scheidbaar samengest COMPLEMENT
het NWG Echte koppelww Zelfst ww Richting, tijd, plaats,
Maat (zinsdeelstuk) Vervangend kww Semi-kww (maatcompl) wijze, hoedanigheid
Schijnbaar kww (idiomatisch) Hulpww: tijd, passief, aspect, modaliteit,
causaliteit
NOOIT LIJDEND VOORWERP! Lijdend voorwerp of direct object DIRECT
- Voorlopig OBJECTCOMPLEMENT
- Anticiperend & herhalend Oordeel, resultaat,
naam
Objecten: Objecten: SUBJECTCOMPLEMENT
Oorzakelijk object Inwendig object Resultaat, maat, naam,
Voorzetselobject (vast vz) Agensobject of handelend voorwerp oordeel
Indirecte objecten: Voorzetselobject (vast vz)
Meewerkend voorwerp (+aan= omschreven mwv) Bronobject (van-constituent)
(=> eerder uitzonderlijk) Indirecte objecten:
Oordelend voorwerp Meewerkend voorwerp (+aan= omschreven mwv)
Bepalingen: Meemakend vw (intransitief ww / subject zaak)
Bijwoordelijke bepaling (adverbiaal) Belanghebbend vw (vz voor: weglaatbaar)
speciaal: bijwoordelijke bep van modaliteit! Ethische datief (+me, uitroepende zinnen)
(betrekking op de hele zin ipv enkel ww) Possessieve datief (semi-kww + plaats of richtings C)
Bepaling van gesteldheid (eigenschap/predicatief)
Bijvoeglijke bepaling (voor- of Bepalingen:
nabepaling/zinsdeelstuk) Bijwoordelijke bepaling (adverbiaal)
Bijstelling (zinsdeelstuk) speciaal: bijwoordelijke bep van modaliteit!
(betrekking op de hele zin ipv enkel ww)
Bepaling van gesteldheid (eigenschap/predicatief)
Bijvoeglijke bepaling (voor- of
nabepaling/zinsdeelstuk)
Bijstelling (zinsdeelstuk)
, HERKENNING ZINSDELEN
1 à 2 proeven kennen is voldoende
Naamwoordelijk gezegde (NWG) of werkwoordelijk gezegde (WWG)
Naamwoordelijk gezegde= naamwoordelijke (of nominale) uitdrukking die dmv een koppelww
verbonden is met het onderwerp.
De relatie tot het onderwerp is identificerend of kwalificerend.
Een NWG heeft een werkwoordelijk deel en een naamwoordelijk deel of predicaatsnomen. Een zin met
NWG heeft NOOIT EEN LIJDEND VOORWERP.
Echte koppelww: zijn, worden, blijken
Schijnbare koppelww: schijnen, lijken, blijken, heten, dunken, voorkomen
Vervangende koppelww: (idiomatsch gebruik) oorspronkelijke betekenis verloren, vervangbaar voor zijn of worden
Werkwoordelijk gezegde= bevat alle werkwoorden van de enkelvoudige zin. De kernbetekenis van de
zin is altijd een WWG.
Zelfstandige ww: vormen de betekeniskern, kunnen alleen in een WWG staan. (transitief, pseudo-
transitief of intransitief)
Behoren tot het WWG:
- 1ste deel scheidbaar samengesteld ww
- wederkerend vnw van een noodzakelijk wederkerend ww
- te van de te-infinitief
- wwuitdrukkingen (door 1 ww vervangbaar.)
Hulpww: helpen het zelfst ww vervoegen:
- hww modaliteit: drukken houding vd spreker uit (moeten, willen, hoeven, dienen, willen, mogen, kunnen…)
- hww van het passief: worden= onvoltooide tijd, zijn=voltooide tijd
- hww van tijd: onvoltooide tijd= zullen, gaan - voltooide tijd= hebben, zijn
- hww causaliteit (laten (onbewust) & doen (bewust) )
- hww van aspect (inchoatief, duratief, mutatief, resultatief)
- Semi-koppelwoorden: enkel in WWG met een maatcomplement (gewicht, duur, afmeting, verschil, kostprijs,
…)