INLEIDING
TERMINOLOGIE
WAT IS ETHIEK/MORAALFILOSOFIE?
Moraalfilosofie = ethiek = kritisch nadenken over het goede leven en het juiste handelen
Centrale vragen:
* Hoe moet een mens zijn om een goed/deugdelijk mens te zijn?
* Hoe moet een mens handelen om juist/goed te handelen?
* Wat is een waardevol leven?
MORAAL EN ETHIEK
De moraal: geheel van gebruiken, waarden en normen verbonden met het goede leven en het juiste handelen
* ‘De moraal van’ → wat doen ze, welke waarden hebben ze, welke norm hebben ze, hoe denken ze over
het leven?
* Niet alle gebruiken of normen hebben te maken met het goede leven of met wat het betekend om een
goed mens te zijn → VB: de koning van het schaken mag maar 1 vakje bewegen
De ethiek: kan synoniem zijn voor:
1. = ‘de moraal’
2. Systematisch-kritische reflectie over moraal = moraalfilosofie
MOREEL, IMMOREEL, AMOREEL
* ‘Moreel’ en ‘ethisch’
* Moreel (ethisch) handelen/zijn: zoals men moet handelen/zijn om juist/goed te handelen/zijn
* Immoreel (onethisch): zoals men niet mag handelen/zijn …
* Amoreel: komt niet in aanmerking voor morele beoordeling
- We kunnen er moreel gezien niets over zeggen → ze zijn niet juist maar ook niet verkeerd
- Bv: links of rechts gaan zitten in de aula
- Het valt buiten het veld van de morele beoordeling
- Maar hangt af van de context! Bv: als je links gaat zitten wilt dat zeggen dat je protesteert tegen
iets → dan wordt het wel immoreel of moreel
* Moralisering van de hedendaagse maatschappij: bepaalde keuzes die vroeger amoreel waren krijgen
nu wel een morele waarde → bv kleding kopen: vroeger kocht je gewoon wat je mooi vond maar nu ook
meer en meer wat er ethisch juist gemaakt is bv zonder kinderarbeid
- Kan ook omgekeerd: iets amoreel maken wat vroeger moreel was
• VB: kinderen maken of niet → eigen keuze dus amoreel maar vroeger kon je
veroordeeld worden als je geen kinderen maakte
WAARDEN EN NORMEN
Waarden: abstracte zaken die we belangrijk vinden, waar we waarde aan hechten
* Abstract zaken: geen concrete dingen zoals bank, computer (zijn ook zaken die je belangrijk vinden, waar
we waarde aan kunnen hechten), een auto heeft een waarde maar is geen waarde
* VB: integriteit, schoonheid, eerlijkheid, vrijgevigheid, waarheid, vrijheid, rechtvaardigheid, geluk, …
1
, * Zijn alle waarden morele waarden?
- Morele waarden zijn die waarden die je moet realiseren/nastreven om een goed mens te zijn
- Zijn alle waarden zo, dat je ze moet nastreven of realiseren om een goed mens te zijn ?
- VB: geluk is waardevol en belangrijk maar het maakt je niet per se goed of slecht (sommige
zeggen dat dat wel zo is)
- VB: schoonheid is ook een waarde, er wordt vaak waarde aan gehecht maar het is volgens vele
geen morele waarden, je moet niet schoon zijn om een goed mens te zijn
* Zijn morele waarden belangrijker dan niet-morele (esthetische, intellectuele) waarden?
- Estethische waarden → bv schoonheid
- Sommige zeggen ja, sommige nee
- Bv athletische waarden: zoals kracht → niet-morele waarde maar er zijn wel mensen die het zo
belangrijk vinden om andere dingen hiervoor te verwaarlozen (topsporters)
* Brede vs. smalle moraal
- Brede moraal: een moraal dat zegt dat heel veel waarden morele waarden zijn
• VB: Aristoteles: schoonheid is ook morele waarde, als je een goed mens wil zijn moet je
mooi zijn, moet je grappigs zijn, …
- Smalle moraal: er zijn heel veel waarden maar er zijn er weinig die echt moreel zijn
• VB: Kant: er zijn wel bepaalde waarden die moreel zijn maar zeker niet alle waarden zijn
nodig om een goed mens te zijn
Normen: regels, richtlijnen
* Concrete implementatie van abstracte waarden
* Bepalen wat we moeten of (niet) mogen doen, VB: ‘lieg niet’
* Vaak: waarden als doel, normen als middel
- Waarden zijn een soort doel en normen zijn er om die doel na te streven
- Waarheid → lieg niet → Het zegt wat je wel of niet mag doen, het is een regel om de waarde
‘waarheid’ na te streven
- Veiligheid → draag je gordel
- Gelijkheid → je moet/mag stemmen (stemrecht/stemplicht)
* Eén norm kan naar verschillende waarden verwijzen
- ‘steel niet’ → veiligheid en solidariteit
* Eén waarde kan de basis zijn voor meerdere normen
- Solidariteit → ‘steel niet’ en ‘help anderen in nood’
* Zijn alle normen morele normen?
- Niet noodzakelijk: een morele norm is een norm die je moet volgen om een goed mens te zijn
- Er zijn ook niet-morele normen: bv de koning mag maar 1 vakje verplaatsen of spellingsfouten
(maar sommige vinden dit wel een morele norm want als je niet voldoet aan de regels van de
spelling dan heb je geen respect en respect is een morele waarde)
Moreel ↔ niet moreel
* Het nastreven van morele waarden is iets dat je onder controle moet hebben: eerlijkheid, vrijgevigheid
daar kan je iets aan doen dus zijn moreel maar schoonheid etc kan je niets aan doen dus dit is niet
moreel
2
,MORELE VS. NIET-MORELE REGELS
In het algemeen is het verschil dat morele regels, regels zijn die je moet nastreven om een goed mens te zijn.
Maar er zijn nog andere regels die een verschil tussen moreel en niet-moreel aangeven, maar hier is geen
consensus over.
1. Bindend onafhankelijk van toestemming individu
- Bv schaken: regels van het schaakspel zijn pas van toepassing op u in zoverre je het juist wil
spelen → je bent vrij om te kiezen om te schaken volgens die regels
- Morele regels: je mag niet liegen → je kan niet zeggen ‘ik heb geen toestemming gegeven om
mee te doen aan het morele spel’ → het is gewoon zo, dat is altijd van toepassing op jou
2. Gepaard met sociale druk om eraan te beantwoorden
- Sociale druk om aan morele regels te houden → als je het niet doet zal je het geweten hebben:
bv eerlijkheid
3. Nodig om samen te kunnen leven met anderen
- Vele denken dat er geen ‘samenleving’ kan zijn als er geen morele normen zijn
- Hier is wel wat controverse over
4. Belangrijk (niet noodz. het allerbelangrijkste)
- Het zijn niet per sé de allerbelangrijkste (zie eerder) maar ze zijn niet triviaal/belachelijk
5. Kunnen niet zomaar gewijzid worden (vs. legale regels)
- Wij kunnen niet zomaar beslissen om die regel te veranderen
- Kan men met niet-morele regels wel: bv juridische regels → parlement kan een regel/wet
zomaar veranderen bij meerderheid
MOREEL JUIST/GOED ≠ JURIDISCH AFDWINGBAAR
‘Moreel’ en ‘juridisch’ zijn 2 verschillende dingen en vallen niet samen
* Niet alles wat moreel juist is, is juridisch afdwingbaar
- VB: Iemand helpen (notities geven)
* Niet alles wat juridisch afdwingbaar is, is moreel goed
- VB: Vrije meningsuiting (zeggen dat iemand dom is)
* Niet alles wat moreel fout is, is illegaal
- VB: Liegen, bedriegen
* Niet alles wat illegaal is, is moreel fout
- VB: Moreel dubieuze wetten (wetten die homoseksuele relaties verbieden)
DESCRIPTIEVE ETHIEK, NORMATIEVE ETHIEK, META-ETHIEK
→ binnen de ethiek als systematische-kritische reflectie over moraal → moraalfilosofie
DESCRIPTIEVE ETHIEK
* Beschrijft volgens welke gebruiken, waarden en normen een individu of groep mensen leeft
- Individueel: Bv: Sarah vind vlees eten moreel verkeerd
- Groep: VB: de Azteken vonden het moreel goed om soms iemand te offeren
* Verklaart waarom zo gehandeld/gedacht wordt
- Geeft redenen waarom men dat deed, proberen verklaren waarom er zo werd gedacht
* Beschrijft, maar evalueert niet
- Het neemt geen standpunt in of het juist was of niet → het zegt dat de oude Grieken slavernij
aanvaarden MAAR het zegt niet of slavernij goed is of verkeerd
3
, NORMATIEVE ETHIEK
* Stelt zich niet de vraag welke moraal die personen/groep hebben, maar wel wat er juist en fout is
* Gaat op zoek naar de juiste moraal
* Legt uit waarom zo gehandeld/gedacht moet worden
* Evalueert wel:
- Zijn gebruiken/regels/normen gerechtvaardigd?
- Zijn er goede redenen voor?
- Is het juist om volgens die normen/regels te handelen/leven?
- Welke normen/regels zijn rechtvaardig en waarom?
META-ETHIEK (FUNDAMENTELE ETHIEK)
* Reflectie over ethiek
* Vragen die niet tot descriptieve of normatieve ethiek behoren
* Stel dat we het over waarden en normen hebben
- Descriptie: wat zijn de waarden en normen van die groep
- Normatief: wat zijn de juiste waarden en normen voor een goed leven
- Meta-ethiek: wat zijn waarden? Wat zijn normen? → de definitie
MORELE SEMANTIEK:
* Betekenis van morele uitspraken en begrippen
* Wat zijn waarden, normen? Wat is geluk? Wanneer is iets moreel?
MORELE PSYCHOLOGIE
* Motieven, gedachten en emoties verbonden met morele handelingen en opvattingen
* Gevolgen van psychologische constitutie voor reflectie over moraal
- Welke invloed heeft onze psychologie op onze moraal
- Heeft de manier waarop wij psychologisch in elkaar zitten gevolgen op hoe we reageren op
moraal en morele normen?
* Reacties op moreel onrecht, hoe gaan mensen ermee om
* Overlapt een beetje met descriptieve ethiek: het is een beschrijving van psychologische processen die
verbonden zijn met de moraal
* Verschil: morele psychologie gaat niet over een groep of individu maar meer over de mens
MORELE ONTOLOGIE
* Ontologie: de leer van het zijn
* Vragen over wat is: morele werkelijkheid, feiten
- Wat is, wat bestaat er?
* Beantwoordt er een werkelijkheid aan morele begrippen en/of uitspraken?
* Bestaan er morele feiten?
* Zijn die feiten onafhankelijk van hoe wij denken of menselijke constructies?
- Menselijke constructie: bv geld → heeft enkel een waarde als mensen er een waarde aan geven
- Is dat met moraal ook zo? Is dit iets wat de mens heeft gemaakt? Of was het er altijd al?
* Zijn die feiten absoluut of relatief?
- Is de juiste moraal voor ons ook de juiste moraal voor iedereen, overal en altijd?
4