Geestelijke gezondheidszorg 2020-2021 Bo De Reviere
Ggz
LEERDOELEN
NA HET BESTUDEREN VAN DIT OPO KUN JE:
De factoren die een rol spelen in het ontstaan van de psychische problemen uit de cursus
beschrijven en herkennen.
De symptomen van de psychische problemen uit de cursus herkennen. EXAMEN
De kern van de behandeling van elk van de psychische problemen uit de cursus
beschrijven.
De beleving van de zorgontvanger in verband brengen met de symptomen van de
psychische problematiek en de behandeling.
De kern van de verpleegkundige begeleiding van een persoon met een psychische
problematiek uit de cursus weergeven.
Het verpleegkundig redeneerproces (gegevensverzameling, verpleegkundige diagnostiek
en interventies, outcomes) over de psychische problematiek onderbouwen met de
besluiten uit de cursus.
Uitgangspunten bij
psychopathologie en -
diagnostiek
LEERDOELEN:
De keuze voor het dimensionele denken in de GGZ beargumenteren.
Het verschil uitleggen tussen categoriaal en dimenstioneel denken over diagnostiek en
pathologie.
De waarde van DSM – 5 koppelen aan het categoriaal en dimensioneel denken.
De waarde van de relationele visie op verpleegkunde koppelen aan het domein GGZ.
De definitie van GGZ-verpleegkunde volgens Van Meijel toelichten.
In dit opleidingsonderdeel wordt een denkkader besproken dat het ontstaan van psychiatrische
pathologie help verklaren, nl ‘de balkmetafoor’.
De hoofdstukken over psychopathologie zullen een antwoord bieden op de vraag ‘wat als de balk
breekt’. onevenwicht tussen reeds verzwakte draagbalk en draaglast
“Gebroken balk = pathologie”
Bij het opmaken van een indeling werd, onder meer, de opbouw van de Diagnostic and Statistical
Manual of Mental Disorders (kortweg DSM) gebruikt omdat dit in de meeste landen als standaard in
de psychiatrische diagnostiek dient.
Opbouw van de hoofdstukken:
Klinisch beeld – beleving – context
,Geestelijke gezondheidszorg 2020-2021 Bo De Reviere
Behandeling
Verpleegkundige begeleiding
DSM 5:
Afhankelijkheid/verslaving (Annelies Verkest)
Stemmingsproblemen (Christophe Casteleyn)
Posttraumatische stress en angst (Christophe Casteleyn)
Persoonlijkheidsstoornissen (Johan Blancke, ingesproken ppt)
Psychose (Johan Blancke, ingesproken ppt)
Categoriaal en dimensioneel denken
Het is belangrijk om bij aanvang van het doornemen van de leerinhouden goed te begrijpen dat de
keuze gemaakt wordt om niet categoriaal maar dimensioneel te denken over en kijken naar
‘psychische kwetsbaarheid’ en ‘psychiatrische ziektebeelden’. In het categoriale perspectief wordt
gedrag van iemand ingedeeld in termen van ‘normaal’ of ‘abnormaal’. Het dimensionele perspectief
laat daarentegen toe om gedrag op een continuüm te plaatsen waarbij een psychiatrische stoornis
beschouwd wordt als een extreme variant van algemene persoonlijkheidskenmerken
Het categoriale perspectief is bijvoorbeeld op het eerste zicht heel duidelijk en het zorgt ervoor dat
hulpverleners dezelfde ‘taal’ kunnen spreken. Een scherpe diagnose, een ‘naam’, een label, zorgen er
soms ook voor dat er (eindelijk?) een vorm van erkenning ontstaat voor het diepe lijden waarmee
mensen soms worstelen. Tegelijkertijd wordt het als erg reducerend en zwart-wit ervaren. Het zal
bijvoorbeeld alleen de problemen belichten bij een persoon met een psychiatrische problematiek en
niet ingaan op de krachten of talenten van deze persoon of wat er wél nog goed lukt (reducerend) .
Het categoriale perspectief focust op de aandoening en ziet die los van de context en het verhaal van
de individuele zorgontvanger (reducerend). In die zin is dit een perspectief dat stigma in de hand
werkt. Het categoriale perspectief leidt er soms ook sneller toe dat mensen voor een (soms heel
lange) tijd starten met het innemen van psychofarmaca.
Het dimensionele perspectief houdt meer rekening met de mogelijkheden van een persoon om te
ontwikkelen en evolueren, maar leidt minder snel of niet tot een uitgesproken scherpe diagnostische
besluitvorming. Een ander voordeel van het dimensionele perspectief is dat het meer rekening houdt
met de normale variatie in probleemgedrag. Zo kan iemand bijvoorbeeld ‘drukker dan een doorsnee
persoon’ zijn en hierdoor meestal nauwelijks of geen problemen ervaren, maar kan een andere
persoon door zijn drukte problemen ervaren op vlak van communicatie, het aangaan van sociale
,Geestelijke gezondheidszorg 2020-2021 Bo De Reviere
contacten, het participeren in contexten zoals school, het werk, het verenigingsleven, …
Dit fragment uit Stijn Vanheule (2014) illustreert wat het categoriale denken kan betekenen:
“Het aantal kinderen met een diagnose van een of andere psychische stoornis is in twintig jaar tijd
met bijna 40 procent gestegen. Het gebruik van psychoactieve geneesmiddelen is zowat
verdriedubbeld. Met name het gebruik van ADHD-medicatie is met 400 procent toegenomen. Zijn er
zoveel méér ‘gestoorde’ kinderen in onze huidige samenleving of is er iets anders aan de hand?”
Plaats van geestelijke gezondheidszorg in het
curriculum
Bij elk van de besproken psychiatrische pathologieën zal ingegaan worden op het ontstaan ervan.
Hierbij blijft het biopsychosociale model het richtinggevende denkkader. Daarnaast zullen telkens
de meest voorkomende symptomen besproken worden. Korte voorbeelden in de syllabus zullen
ervoor zorgen dat elk symptoom verhelderd wordt. Er zal ten slotte ingegaan worden op de
verpleegkundige aandachtspunten en op de aanbevolen (evidence based en ‘good practices’)
verpleegkundige attitudes en interventies die aansluiten bij de noden van een zorgontvanger met
een bepaalde pathologie.
De opleiding verpleegkunde stelt een relationele visie op verpleegkunde voorop. Daarom willen we
vooraf al benadrukken dat de aspecten van de verpleegkundige begeleiding uit het OPO ‘relationele
vaardigheden’ en de les over ‘psychiatrische verpleegkunde volgens Peplau’ staande blijven bij elke
problematiek. Ze zijn immers uitermate passend om als verpleegkundige contact te maken met
mensen met een psychische kwetsbaarheid en met mensen bij wie de balk gebroken is.
Peplau stelde immers al dat de interpersoonlijke relatie tussen de verpleegkundige en de patiënt de
hoeksteen vormt van de verdere groei en evolutie die de patiënt nog zal doormaken. Binnen deze
relatie zal de beleving van de patiënt bij het ‘ziek zijn’ en het herstel bespreekbaar worden. Dit is
voor veel patiënten een cruciale stap in hun weg naar herstel. Dát iemand depressief is, is belangrijk,
maar HOE die persoon dat beleeft, is veel interessanter en waardevoller. De herstelbenadering als
ondersteunende visie uit de eerste opleidingsfase zal daarom doorlopend herkenbaar zijn bij het
bespreken van de aanbevolen attitudes en interventies.
Beleving- en persoonsgericht:
Doelen/Motieven/Waarden/
Definitie GGZ-verpleegkunde (Van Meijel) Mogelijkheden/Beperkingen/Angsten
• Relationele visie nog explicieter in de verf gezet!
• Een generieke verpleegkundige met extra talenten op vlak van:
1. voeling met belevingswereld van elke unieke zorgontvanger
2. inzicht in je eigen interpersoonlijke vaardigheden
3. verandering in partnership
4. nauwe samenwerking met zorgontvanger, context en in een multidisciplinair
team
Als genieten ‘van moeten’
wordt…
AFHANKELIJKHEID EN VERSLAVING
, Geestelijke gezondheidszorg 2020-2021 Bo De Reviere
Inleidend filmpje vogel:
Wat zien we?
• Controle kwijt, je wilt het opnieuw en opnieuw
• Tolerantie, hoe meer het gebruik hoe minder het effect
• Begint als iets dat fijn is en het wordt een verplichting, je kan niet meer kiezen ‘het is een
autosnelweg en ik kan er niet meer af’
• Veel gevolgen die gepaard gaan met verslaving, ondanks dat het donkerder wordt blijft
iemand die verslaafd is het middel gebruiken
LEERDOELEN:
De mechanismen (lichamelijk, psychisch, sociaal) uitleggen waardoor
middelenafhankelijkheid in stand wordt gehouden.
De symptomen van middelenafhankelijkheid uit de cursus (DSM-criteria en
gedragspatronen) herkennen in een casus.
De beleving van de zorgontvanger in verband brengen met de symptomen van
middelenafhankelijkheid en de gevolgen ervan.
De kern van de behandeling van middelenafhankelijkheid uit de cursus beschrijven,
motiveren en uitleggen.
De kern van de verpleegkundige begeleiding van een persoon met
middelenafhankelijkheid uit de cursus beschrijven, motiveren en uitleggen.
De kern van de behandeling en verpleegkundige begeleiding in verband brengen met de
mechanismen die verslaving in stand houden.
Het verpleegkundig redeneerproces (gegevensverzameling, verpleegkundige diagnostiek
en interventies, outcomes) over middelenafhankelijkheid onderbouwen met de besluiten
uit de cursus.
1. Inleidend
1. Verslavende middelen of drugs
2. Polydruggebruik
3. Dubbeldiagnose
4. Effecten:
a. Stimulerend
b. Inhiberend
c. Hallucinogeen
Niet vanbuiten kennen, geeft
voeling, wordt je ervan bewust
De middelen (drugs) waarvan iemand afhankelijk kan
worden, kunnen op verschillende manieren opgedeeld worden;
OPDELING 1
Naargelang de potentiële schade die ze kunnen aanrichten.
OPDELING 2
Een andere indeling baseert zich op de aard van het effect dat ze veroorzaken bij de gebruiker. Zo
zijn er
inhiberende middelen (bewustzijnverlagend)
o een grote groep benzodiapines zorgen hiervoor (slaap en kalmeringsmiddelen)