Kwantitatief onderzoek
Probleemstelling
= Aanleiding, doelstelling, afbakening, onderzoeksvragen
• Algemeen beeld van onderzoeksgebied
• Onderzoek in de breedte
PICO(T)-analyse (p. 345-346)
• Populatie of Probleem
Beschrijving van de patiënt/populatie en/of het probleem.
Vb. Diagnose, leeftijd, geslacht
Vb. Jongeren van 12 jaar tot en met 24 jaar met diabetes
• Interventie (wat)
Beschijving van de toegepaste en/of onderzochte interventie.
Vb. Informatie-overdracht aan de hand van filmmateriaal
• Co-interventie → niet altijd aanwezig
Eventuele andere interventie, die vergeleken wordt met de interventie.
Vergelijken en nagaan wat het beste is.
Vb. Informatie-overdracht aan de hand van informatie op papier
• Out come of resultaat (waarom)
Beschrijving van wat de onderzoeker hoopt te bereiken of welk effect de
interventie voor de patiënt zou moeten hebben
Vb. Betere therapietrouw
• Tijd of (over welke periode) → niet altijd
Beschrijving van het tijdsbestek waarin het probleem zich voordoet
Vb. Wondheling één week post-operatief
• Mate waarin het verschijnsel voorkomt
• Mate van onderlinge samenhang
• Meten, tellen en verbanden zoeken
• Getallen en statistische bewerkingen
• Vb. Welk effect hebben alcoholcontroles op het aantal mensen die dronken achter het stuur
gaan zitten? (je wilt dus niet weten WAAROM → kwalitatief)
• Vb. Scoren studenten die naar de les komen, beter dan studenten die niet naar de les komen?
Vraag over een onderwerp
↓
In de breedte verkennen
↓
Heldere en eenduidige doelstelling
(waarom vindt het onderzoek plaats?)
↓
Onderzoeksvragen
(specifieke vraag, populatie en variabelen)
,Onderzoeksontwerp
= DESIGN
= Het patroon, recept of plan voor het onderzoek
= Afhankelijk van soort gegevens en middelen
• Onderzoekshypothese(n) toetsen of onderzoeksvragen beantwoorden
• Drie grote categorieën
– Verkennend OZ (exploratory research)
➔ Weinig bekend over onderwerp
➔ Aandacht voor verschillende aspecten van data
– Beschrijvend OZ (descriptive research)
➔ Beschrijven van verschijnselen
➔ Verbanden tussen variabelen (hypothesen): correlatie
– Verklarend OZ (explanatory research)
➔ Causale verklaringen*
➔ Experimenteel onderzoek
CORRELATIE EN CAUSALITEIT
1. Correlatie
= Mate waarin ene variabele (x) samenhangt met andere variabele (y)
• Positieve correlatie
– Als X stijgt, dan stijgt Y
– Vb. hoe fysieker ik ben, hoe meer spieren ik krijg
• Negatieve correlatie
– Als X stijgt, dan daalt Y
– Vb. hoe meer fysieke activiteit, hoe lager gewicht
2. Causaliteit
• Oorzakelijke verbanden tussen twee verschijnselen
• Oorzaak → Gevolg
• Verandering in frequentie of niveau van ene variabele
(oorzaak) leidt tot verandering in frequentie of niveau van
andere variabele (gevolg)
• Onafhankelijke variabelen zien we als de oorzaak van de
afhankelijke
• In HLN: hoe meer ijsjes hoe meer mensen er verdronken. Je leest dat en denkt dat is raar. Als
geen aandachtige lezer bent, denk je oké das onderzocht dus ja. Wanneer verder denkt weet
je dat er een derde variabele in het spel zit. Zorgt ervoor dat het verband tussen de twee
geen oorzakelijk verband is (dit is geen causaal verband) Het zou een causaal verband zijn als
er geen derde variabele is.
…Stijgende temperatuur…
Aantal verkochte ijsjes Aantal verdrinkingen
, …ongezond gedrag, later aan kinderen
beginnen, meer alcohol
NACHTDIENST BORSTKANKER
• Geen causaal verband aangetoond? Omdat er opnieuw een variabele is die de 2 onderste
variabelen beïnvloed
• 3de variabele = confounder (zie later – bovenste kotje)
Niet alles kennen
-
Enkel degene die
we zien
, 1. Experimentele ontwerpen (DESIGN-ONDERZOEKSONTWERP)
• Oorzaak- en- gevolgverbanden
• Manipulatie of controle van OV (onafhankelijke variabele)
• Een experiment doen, iets nieuws toevoegen/proberen
• Meting van afhankelijke variabele
• Opzoek naar causale relaties
Herhaling: Wat is het effect van een preventiecampagne op de kans tot herval bij een
alcoholverslaving? OV beïnvloedt ALTIJD je AV
– Onafhankelijke variabele = interventie: preventiecampagne
– Afhankelijke variabele = out-come: alcoholverslaving herval
1. Zuiver experiment (RCT)
Het beste soort experiment
• Onderzoeker heeft veel controle
• Causale verbanden (oorzaak-gevolg)
• Randomisatie
– Willekeurig toewijzen aan controle- of experimentele groep
• Controle
– Min. één controlegroep (‘care as usual’) en min. één experimentele groep
• Trial
– Manipulatie = de interventie (van de onafhankelijke variabele)
• Blindering = de proefpersoon/onderzoeker weet niet dat hij controlegroep is of experimentele
groep
Dubbel blind = zowel proefpersoon als onderzoeker weet niet wie de controlegroep is
Voorbeeld RCT: https://www.youtube.com/watch?v=fkOCYov1p-o
OEFENING KENMERKEN VAN EEN RCT
• Randomisatie?
• Controle?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bodereviere. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.