H1 Woord vooraf
lezen
H2 Waarom wil ik verpleegkundige
worden?
• Emma en Karel …..
– Emma volgt de opleiding verpleegkunde aan een school voor hoger beroepsonderwijs
(HBO5 - gegradueerde)
– Karel volgt de opleiding verpleegkunde aan een hogeschool (Bachelor)
• Onze rechtstaat beschermt de titel en de inhoud van het beroep van verpleegkundige
– Wanneer mag je zeggen dat je verpleegkundige bent?
Als je voldoet aan de voorwaarden die in de wet staan:
1) een diploma hebben
2) komende thema’s kom je nog voorwaarden tegen
– Welke handelingen mag je als verpleegkundige stellen?
– Oa H4 zal hier verder op ingaan
H3 Hoe is onze rechtsstaat
gestructureerd?
• Waar vind je de rechtsregels?
= Het belgisch staatsblad ( heeft enkel de originele tekst van de wet gepubliceerd), wetswijzigingen
verwerkt in de oorspronkelijke wettekst (= de gecoördineerde versie) vind je terug op
www.jurdidat.be ‘Belgische wetgeving’.
Niet alles wordt in een wet geregeld, wanneer ze nog bezig zijn met het uitwerken moet je zoeken
naar het KB.
• België, een federale staat?
= belgië is een federale staat die is samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten. Elk gewest
en elke gemeenschap heeft zijn eigen bevoegdheden.
De bevoegdheden van een federale overheid omvat alles wat te maken heeft met het algemene
belang van de Belgen.
Gewesten: zijn bevoegd voor de grondgebonden materies zoals milieu, ruimtelijke ordening, wonen,
mobiliteit, infrastructuur, economie en werkgelegenheid.
Gemeenschappen: zijn bevoegd voor persoonsgebonden materies zoals cultuur, onderwijs, welzijn,
gezondheid, sport en taal.
• Scheiding van machten?
= Onderverdeeld in drie machten nl. de uitvoerende, de wetgevende en de Activeer je voorkennis vanuit
rechterlijke macht je secundaire opleiding
Federale macht instelling bevoegdheden
Wetgevende macht Parlement en koning Wetten maken, uitvoerende
macht controleren
Uitvoerende macht Koning en regering Het land leiden en besturen,
de wetten uitvoeren
Rechterlijke macht Hoven en rechtbanken Uitspraak doen over geschillen
• Hoe komt een wet tot stand?
,1) koning (= regering + ministerraad) maakt wetsontwerp
2)parlementsleden kunnen ook wet indienen =wetsvoorstel
3) wet bespreken in de commissies van Kamer en/of staat aanpassingen
4) er wordt hierbinnen gestemd
5) wet bespreken in hele parlement + stemming
6) Deze tekst kan dan met wijzigingen terugkomen naar de Kamer waar ze weer gestemd en/of veranderd
kan worden (indien wijzigingen, gaat ze weer terug naar de Senaat).
7) Koning + minister wet bekrachtigen ondertekenen
8) Koning moet de wet bekend maken uitvoerende macht
9) verschijning wet in Belgisch staatsblad
In het kort dus
1) initiatief
2) behandeling en stemming in het parlement
3) bekrachtiging en afkondiging
4) bekendmaking
• Hoe worden wetten uitgevoerd?
= bevoegdheden van uitvoerende macht; Hij zal de groten lijnen vervolgens concretiseren in
uitvoeringsbesluiten (kan zijn door beslissing te nemen die van toepassing is op iedereen in eenzelfde
situatie of op één persoon/situatie. De uitvoerende macht mag weten niet veranderen, enkel
aanvullen door uitvoeringsbesluiten. Wanneer ze vinden dat de wet toch veranderd is door de
uitvoerende macht kan de Raad van State het uitvoeringsbesluit vernietigen.
• Koninklijke Besluiten?
= een besluit van de regering, de koning ondertekent maar is niet zelf verantwoordelijk.
• Besluiten van de Vlaamse regering en koninklijke besluiten?
Kan op 2 manieren tot stand komen:
1) sommigen moeten besproken worden in ministerraad
2) sommigen moeten niet besproken worden in de ministerraad, waardoor de bevoegde
minister zelf mag ondertekenen (mag wel ter goedkeuring voorgelegd worden).
De koning tekent als tweede, de bevoegde minister is dus verantwoordelijk.
Er zijn twee soorten besluiten:
1)reglementaire besluiten
2)beschikkende besluiten
• Ministeriële besluiten?
= is een norm in het Belgisch recht die uitgaat van een individuele minister van de federale regering
(of van een minister van een gemeenschaps-of gewestregering).
Een ministerieel besluit kan alleen bijkomstige en aanvullende aangelegenheden regelen.
• Wetsontwerpen?
= een akte waarin een bepaalde tekst wordt voorgedragen om na stemming wet te worden.
Het wetsontwerp onderscheidt zich van een wetsvoorstel doordat een wetsontwerp uitgaat van de
uitvoerende macht (de koning en zijn ministers).
H4 Wat behoort tot de
verpleegkunde?
Leerdoelen
• de wet op de uitoefening van de verpleegkunde situeren (welke Koninklijke Besluiten/wetten
zijn hierbij betrokken en hoe zijn deze met elkaar verbonden)
,• de drie verschillende verpleegkundige activiteiten situeren (welke, voorwaarden voor
uitvoering, aan welk(e) Koninklijke Besluit(en) gelinkt) en concrete handelingen in deze indeling
catalogiseren
• de algemene wettelijke voorwaarden betreffende het verpleegkundig dossier omschrijven
• omschrijven wat verstaan wordt onder een standaardverpleegplan, een procedure en een
staand order
• korte duiding geven bij de drie vormen van een medisch voorschrift
• in een gegeven casus begrippen en relaties met betrekking tot het wettelijk statuut van
verpleegkunde herkennen en beschrijven
1 Het beroep verpleegkunde is beschermd door de wet
De wetgever bepaalt welke bevoegdheden toebehoren aan de verpleegkundige
Er zijn twee belangrijke wetten!
1) De gecoördineerde wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen
Wet 10 mei 2015 (gewijzigd bij KB 27 juni 2016; Europese richtlijn)
H4: De uitoefening van de verpleegkunde = Art45 t.e.m. Art 64
Oplijsting van de activiteiten van de A-handelingen en beschrijft de wettelijke
statuten
2) Het KB van 18 juni 1990 : Oplijsting van alle B-verstrekkingen en C-handelingen
De wet van 10 mei 2015 is de gecoördineerde wet m.b.t. gezondheidsberoepen en beschrijft
in H4 de uitoefening van de verpleegkunde
KB 18 juni 1990 geeft de lijst van technische verpleegkundige verstrekkingen weer en de lijst
van de handelingen die door de arts worden toevertrouwd
KB nr.78 van 10 nov 1967 gaf de aanzet voor het wettelijk kader van het verpleegkundig
beroep en werd vervangen door de wet van 10 mei 2015
1.1 Drie categorieën verpleegkundige activiteiten
Genoteerd in Art. 46 10 mei 2015
De drie categorieën:
- De globale VPK activiteiten = A-handelingen
- Technische VPK verstrekkingen = B-vertrekkingen
- Toevertrouwde geneeskundige handelingen = C-handelingen
1.2 Globale VPK activiteiten
Art.46 10 mei 2015
A-handelingen
Autonome bevoegdheid van de verpleegkundige
Vormen de rode draad doorheen de VPK beroepsuitoefening
Hier kan jij als bachelor het verschil maken.
observeren, herkennen, vastleggen van de gezondheidsstatus van de patiënt
omschrijven van verpleegproblemen
het bijdragen aan de medische diagnose en uitvoer van de voorgeschreven behandeling
informeren en adviseren van patiënt en familie
bijstaan, uitvoeren en helpen uitvoeren van handelingen i.f.v. behoud, verbetering en herstel van
de gezondheid van personen en groepen
verlenen van stervensbegeleiding en begeleiding bij de verwerking van het rouwproces
, het zelfstandig kunnen treffen van urgente levensreddende maatregelen en het kunnen
handelen in crisis- en rampensituaties
het analyseren van de kwaliteit van de zorg met als doelstelling de eigen beroepsuitoefening als
verpleegkundige te verbeteren
Deze twee globale verpleegkundige activiteiten zijn toegevoegd door KB 27 juni 2016;
Het Koninklijk Besluit van 26 juni 2016 zorgde ook voor de omzetting van de Europese richtlijn
met betrekking tot het beroep van algemeen ziekenverpleger
Wetgevende kaders wijzigen regelmatig …
1.3 Technisch-verpleegkundige verstrekkingen
• B-verstrekkingen
• De lijst van deze verstrekkingen en de voorwaarden waaronder we deze verstrekkingen mogen
uitvoeren vinden we terug in KB 18 juni 1990
• KB 18/06/1990 geeft dus uitvoering aan artikel 46 wet 10 mei 2015
• Zijn gelinkt aan:
─ diagnosestelling door de arts (bv. meting van de bloeddruk, urinestaal afname)
─ de uitvoering van een door de arts voorgeschreven behandeling (bv. het toedienen van
een geneesmiddel via een inspuiting, het verwijderen van een hechting,….)
─ preventieve maatregelen (bv. maatregelen ter preventie van infecties, ter preventie van
decubitus,….)
• Hebben betrekking tot:
─ Behandelingen (i.v.m. de orgaanstelsels, medicamenteuze toedieningen en bijzondere
technieken)
─ Voedsel- en vochttoediening
─ Mobiliteit
─ Hygiëne
─ Fysieke beveiliging
─ Activiteiten i.v.m. diagnosestelling door arts
─ Assistentie bij medische handelingen (direct en visueel contact tussen arts en
verpleegkundige)
• Worden uitgevoerd aan de hand van standaardverpleegplannen en/of procedures (def. kennen)
In een verpleegplan worden duidelijk omschreven welke verpleegproblemen er spelen bij de
patiënt en wat de symptomen en gevolgen zijn. Vervolgens wordt er een doel omschreven en
wanneer dit bereikt dient te zijn. Aan de hand hiervan wordt er een duidelijk plan van aanpak
opgesteld, aan de hand daarvan wordt de patiënt verpleegd en regelmatig de voortgang
geëvalueerd.
Procedure: en vastgelegde manier van handelingen uitvoeren
• Wie mag deze verstrekkingen uitvoeren?
─ Juiste kwalificatie
─ Competentie, opleiding en/of ervaring om correct en veilig te handelen
─ Zelfzorg en mantelzorg mits educatie
• Onderscheid tussen B1 en B2 verstrekkingen
─ B1: uitvoer zonder medisch voorschrift
─ B2: uitvoer met medisch voorschrift