2022-2023 Cardiorespiratoire kine
3e bachelor REVAKI, semester 1
Deel: ademhalingskine van Tina
d
Femke Loos
,Cardiorespiratoire kinesitherapie 1 – ademhalingskine – 2022-2023 Femke Loos
LES 1: ANATOMIE & FYSIOLOGIE V RESPIRATOIR STELSTEL
HET RESPIRATOIR SYSTEEM
Gasuitwisseling vind plaatst door structuren:
BOVENSTE LUCHTWEGEN
- Kine werkt hier niet rechtstreek op
- Infecties op lagere luchtwegen hebben vaak ook problemen op bovenste luchtwegen (in stand houden
v BLW-infecties tegen gaan bij chronische respiratoire P)
➢ Uitleggen aan P waarom het belangrijk is om bovenste luchtwegen correct te reinigen (hygiene)
Neus- & (mond)holte
- Septum nasi (neustussenschot)
➢ Verdeling L & R neusholte
Elk 3 conchae nasalis (neusschelpen)
- Functie:
➢ Inademen: lucht die binnenkomt bevochtigen, verwarmen & filteren
(de buitentemperatuur w verwarmd of verkoeld tot 1 graden verschil v lichaamstemp)
➢ Reukzin
(geurpartikels komen binnen & moeten reukzenuw bereiken om tot ruiken te kunnen komen)
➢ Afvoeren v traanvocht
(na wenen loopneus of veel snot in keel want traanvocht w geproduceerd in oog en via buis afgevoerd via neus naar keel)
➢ Stemvorming
(als je neus vol snot zit dan klink je nasaler)
- Bij gevoelige luchtwegen vb. astma -> P aanleren om langs neus in te ademen
Sinussen (neusbijholten)
- 4 langs elke kant
Benoemd naar waar ze zich bevinden
➢ Frontale
➢ Ethmoidale
➢ Sphenoidale
➢ Maxillaire
- Functie:
➢ Ingeademde lucht bevochtigen, verwarmen & filteren
➢ Klankkast
(geluid opvangen, spraak verzorgen, bij verstopping v sinus klink je nasaler)
➢ Schokabsorptie
(want het is een holte)
Farynx (keelholte)
- 3 delen
- Amandelen -> spelen rol in afweerfunctie
- Passageweg voor lucht, vocht & voedsel
1
,Cardiorespiratoire kinesitherapie 1 – ademhalingskine – 2022-2023 Femke Loos
Larynx (strottenhoofd)
- Bestaat uit verschillende delen
➢ Onderste deel = stembanden
- Belang v kine?
➢ Glottis
Bij behandelen v P (vooral met slijmproblemen) zijn verschillende technieken: bij de ene is
open houden v glottis bij andere sluiten
Laryngitis = ontsteking strottenhoofd
Onschuldig, maar lijkt alsof kinderen stikken. De stembanden zijn opgezwollen en lucht kan er moeilijk door ->
gaat gepaard met slijmproductie in lagere luchtwegen
ONDERSTE LUCHTWEGEN
- Deze zijn belangrijker voor de (respiratoire) kine
- Alles dat perifeer v de stembanden ligt
Trachea (luchtpijp)
- Anatomie:
➢ Sluit aan op larynx thv C6
➢ Eindigt thv. Angulus sterni = T4
➢ Ligt ventraal v oesofagus (slokdarm)
- Bevat cartilagines tracheales (kraakbeenbogen = ringetjes)
➢ Hoefijzervormig
➢ Vooraan gesloten, achteraan open
➢ Sterke variatie op aantal (meestal 17, 15-20)
➢ Zorgt ervoor dat luchtpijp open blijft staan
➢ Tracheomalacie = verslapte
Functie niet optimaal
Meestal aangeboren
Tijdens uitademen komen slijmen naar boven, deze moeten dan door een klein gaatjes
doordat het ringetjes ingezakt is => absolute indicatie voor kine
Kan ook verworven zijn vb. wurging
- Carina = waar luchtpijp tot einde komt en je opsplitsing in 2 hoofdstammen krijgt
Primaire bronchi (hoofd bronchi)
- = eerste 2 grote aftakkingen v trachea
- Verschil in anatomie L & R (lengte, breedte, hellingshoek)
➢ L: 5cm, smaller, horizontaler
➢ R: 2cm, breder, verticaler
- Corpora aliena!
➢ = vreemde voorwerpen die perongeluk w ingeslikt
➢ Bevind zich meestal in de R-long
- Cartilagines aanwezig (Kraakbeenringen)
➢ Houden luchtwegen open
2
,Cardiorespiratoire kinesitherapie 1 – ademhalingskine – 2022-2023 Femke Loos
➢ Trocheomalacie – bronchomalacie
Indien aangeboren -> beide aanwezig
Bronchi & bronchioli
- Bronchiaalboom
➢ Luchtpijp -> verdere splitsing v luchtwegen, 23x = generaties v luchtwegen
➢ Bronchi
Kleine spliting tot 4
➢ Bronchiolen
➢ Alveoli = longblaasjes (kleine vertakking)
- R hoofdbronchus vertakt verder in 3 bronchiën
- L hoofdbronchus vertakt verder in 2 bronchiën
- Geleidende zone = tot generatie 16
- Gasuitwisselings zone / respiratoire zone = vanaf generatie 17
➢ Vanaf hier zijn er pas alveoli aanwezig
- Omgekeerde trechter:
➢ Hoe dieper, hoe meer aftakkingen, hoe kleiner de individuele diameter & lengte MAAR aantal w
steeds groter (totale opp. Van alveoli is heel veel)
Alveoli / longblaasjes:
- Diepste deel
- Generatie 17-23 = gasuitwisseling -> door diffusie
- Wand opgebouwd uit:
➢ Type 1 pneumocyten: zorgt voor gasuitwisseling
➢ Type 2 pneumocyten: zorgt voor aanmaak v surfactant!!
Zorgt ervoor dat longblaasjes open blijven staan waardoor gasuitwisseling mogelijk is
Productie start in trimester 3 v zwangerschap
Vroeg geboorte: niet wenen -> geen surfactant aanwezig waardoor longen niet
openen => beademing
Productie Kan met longrijpingsspuitjes w versnelt & vroeger aangemaakt -> baby kan
bij vroeggeboorte dan wel ademen
➢ Macrofagen: belangrijk voor afweer
Structuur v longen
- R-long:
➢ 3 kwabben/lobben
Elke kwab bevat 2-5 segmenten
➢ 2 fissuren: fisuea obliqua & fisura horizontalis
- L-long:
➢ 2 kwabben/lobben
Elke kwab bevat 2-5 segmenten
➢ 1 fissuur (scheid kwabben v elkaar): fisura obliqua
➢ Inkeping voor hart
3
,Cardiorespiratoire kinesitherapie 1 – ademhalingskine – 2022-2023 Femke Loos
Pleurae / longvliezen
- 2 longvliezen:
➢ Pleura pulmonalis / visceralis -> Ligt tegen de longen geplakt
➢ Pleura parietalis -> ligt tegen de thoraxholte / ribben
- Pleuraholte
➢ = holte tussen de 2 vliezen
➢ Bevat kleine hoeveelheid pleuravocht
Beweegt het ene dan zorgen de vliezen ervoor dat het andere meer beweegt
➢ Er mag absoluut GEEN lucht in holte zitten
Leidt tot drukverschillen
Long klapt dicht = klaplong / pneumothorax
Traumatisch vs. Spontaan
T: vb. mes tussenribben, breuk v ribben
S: gebeurd niet heel veel -> meestal in binnenste / visceraal vlies
LONGVOLUMES & LONGCAPACITEITEN
- Respiratoire patienten moeten vaak naar het ziekenhuis om longfunctie te meten (blazen)
STATISCHE PARAMETERS
LONGVOLUMES
- Rustig in & uit ademen (in = omhoog, uit = omlaag)
- Diep in & uit ademen -> grotere pieken = spirogram waar waarden uit gehaald kunnen w:
Teugvolume (TV)
- = volume lucht dat w in- & uitgeademt tijdens normale/rustige ademhaling
Inspiratoir reserve volume (IRV)
- = volume lucht dat extra ingeademt kan w bij rustig inademing
Expiratoir reserve volume (ERV)
- = volume lucht dat extra uitgeademt kan w bij rustig uitademen
Residueel volume (RV)
- = volume lucht dat in de longen blijft na maximale uitademing
LONGCAPACITEITEN
= combinatie v 2 of meer longvolumes
Vitale capaciteit (VC)
- Inspiratoir
➢ = Max. hoeveelheid lucht die ingeademd kan w na volledige uitademing
- Expiratoir
➢ = max. hoeveelheid lucht die uitgeademd kan w na volledige inademing
Functioneel residuele capaciteit (FRC)
- = inhoud v longen na normale uitademing / aanwezige lucht
Inspiratoire capaciteit (IC)
4
,Cardiorespiratoire kinesitherapie 1 – ademhalingskine – 2022-2023 Femke Loos
- = hoeveelheid lucht dat ingeademd kan w na rustige uitademing
Totale longcapaciteit (TC)
- = alle aanwezige lucht in de longen na maximale inademing
DYNAMISCHE PARAMETERS = geforceerd manouvre Hoeveel lucht kan er binnen een bepaalde tijd in- & uitgeademd w?
- Afhankelijk v snelheid
- Flow – volume curve (heel diep inademen -> lang maar krachtig & snel uitademen)
Piekflow (PEF)
- = maximale flow die bij geforceerde uitademhaling kan w bereikt
➢ Meestal binnen eerste 20% v FVC
- Zegt iets over vernauwing v luchtwegen
➢ Vooral in grote vertakkingen = eerste 4 generaties (hoe langer je uitademt hoe meer je naar de
kleinere vertakkingen gaat)
Forced vital capacity (FVC)
Forced expiratory volume in 1ste second (FEV 1) / 1 sec waarde
- Belangrijk om mate v obstructie te meten
- = hoeveelheid lucht dat je kan uitademen in 1e sec v ademhaling
- Zegt iets over vernauwing v luchtwegen
- ‘’ik heb 80 geblazen’’
Tiffenaeu index %
- FEV1 : FVC
- Obv v deze waarde kan je zien of men te maken heeft met een obstructie of restrictie
➢ Normaal = 75-80% v FVC uitademen tijdens 1e sec v geforceerde uitademhaling
➢ Obstructie = < 70%
➢ Restrictie = normaal of verhoogd
OBSTRUCTIEVE VS. RESTRICTIEVE AANDOENINGEN
Niet te weten obv. Klinisch onderzoek. -> waarde v longfunctieonderzoek biedt duidelijkheid
OBSTRUCTIE
- Ademhalingsproblemen want er is een obstructie in de lagere luchtwegen / zit iets in de weg
➢ Lucht makkelijk in
➢ Lucht moeilijk uit, blijft achter
RV stijgt => hyperinflatie
- Veroorzaakt door:
➢ Mucus / slijm
➢ Zwelling v luchtwegwanden
Te zien bij patiënten met ontsteking vb. bronchitis -> oedeemvorming waardoor doorgang kleiner w
➢ Bronchoconstrictie – bronchospasme
Langs de buitenkant v bronchus is glad spierweefsel -> contractie hiervan
Constrictie veroorzaakt spasme
- Daling FEV1 & tiffenaeu index
5
,Cardiorespiratoire kinesitherapie 1 – ademhalingskine – 2022-2023 Femke Loos
- Toename TLC & RV
- Toename compliantie
- Afname elasticiteit
- Klachten: hoesten & kortademigheid
- Vb. COPD, mucovicsidose, astma, bronchiectasieen
RESTRICTIE
- Problemen met inademen
- Oorzaak:
➢ Openzetten / expansie belemmerd
➢ Intrinsieke = in long zelf
Atelectase
Pneumonie
Longfibrose
Verwijdering v kwab na bv. Kanker (long kan dan minder uitzetten)
➢ Extrinsieke = weefsel of structuren buiten longen
Deformiteiten thorax: scoliose, …
Extreem overgewicht
Zwangerschap
Ribfractuur (veel pijn bij diep inademen)
Ruimte innemend proces in buik
Neuromusculaire aandoeningen: spierdystrofieën, ALS, Guillain-Barré, verlamming
diafragma
Vaak kinderen met spieraandoeningen -> perifere & ademhalingsspieren kunnen dan moeilijk gebruikt w
- Klachten: hoesten & kortademigheid (idem obstructie maar andere oorzaak)
- Sterke Afname alle longcapaciteiten & longvolumes
➢ Duidelijke afname v TLC
- Normaal of toename v tiffeneau index
- Toename elasticiteit (longen zijn stijver, stugger)
- Afname compliantie
- Vb. longfibrose
COMPLIANTIE
- = mate v rekbaarheid (mogelijkheid v long om uit te zetten)
- Long met hoge compliantie heeft lage elasticiteit
- Toename bij obstructie
- Afname bij restrictie
ELASTICITEIT
- = mate v stijfheid (mogelijkheid v long om terug naar oorspronkelijke positie te gaan)
- Long met hoge elasticiteit heeft lage compliantie
- Toename bij restrictie
- Afname bij obstructie
RESPIRATOIRE SPIEREN
RUSTIGE ADEMHALING // NORMAAL FYSIOLOGISCH
Inademen
6
, Cardiorespiratoire kinesitherapie 1 – ademhalingskine – 2022-2023 Femke Loos
- Actief proces
- Contractie v primaire inspiratoire spieren: diafragma & Mm. Intercostales externi
Uitademen
- Passief proces
- Ontspannen v diafragma & Mm. intercostales externi
ADEMEN BIJ VERHOOGDE INSPANNING // RESPIRATOIRE PATHOLOGIE OF SPORT
Inademen:
- Actief proces
- Verhoogd bij inspanning (sport of respiratoire pathologie)
- Contractie primaire inspiratoire spieren: diaframa & Mm. Intercostale externi + secundaire inspiratoire spieren
(=hulpademhalingsspieren): M. sternocleidomastoideus, Mm. Scaleni, M. pectoralis minor, M. pectoralis
major
➢ Secundaire spieren bevinden zich in hals-nek regio dus vaak ook nekklachten aanwezig door
constante spanning v spieren
Uitademen:
- Actief indien geforceerd vb. hoesten
- Verhoogd bij geforceerde uitademhaling
- Contractie v buikspieren: M. rectus abdominus, M. obliquus abdominus internus & externus, M.
transversus abdominus + Mm. Intercostale interni
Muco patienten hebben stevige buikspieren omdat ze veel hoesten
- + onrechtstreekse invloed op bekkenbodemspieren (voorkomt dat je scheetjes laat tijdens bv. Hoesten, of urine
verlies)
➔ Respiratoire chronische patienten hebben veel bekkenbodemproblemen doordat er constante druk ik
op BBS door het constant hoesten
➔ Deze spieren w constant aangespannen bij respiratoire patienten want ze kennen geen rustige
ademhaling
DIAFRAGMA
- Belangrijkste voor ademhaling (inspiratie)
- Koepelvorm
- Opdeling v borst & buikholte
- Invloed op thorax & abdomen
- L & R deel
➢ dat afzonderlijk kan bewegen
➢ L tot L2
➢ R tot L3
- O:
➢ Pars sternalis: achterzijde pr. xyphoïdeus
➢ Pars costalis: ribkraakbeen rib 6-12
➢ Pars lumbalis: L1-L3 (verschil li-re)
- I: Centrum tendineum
7