FORENSISCH WELZIJNWERK
JRaveydts
1
, HST 1: Van sociaal probleem naar (forensisch) welzijnswerk – niet gezien in de les
1 SOCIALE PROBLEMEN
(1) Het theoretische – ideologische kader
= Visie op maatschappelijke problemen Westerse visie!
- Westerse Europese samenleving (vertrokken uit verzorgingsstaat) – nu: actieve welvaartstaat
- Bepaald manier waarop we kijken naar de maatschappelijke problemen
- Sociale kwesties …
o Wat is een maatschappelijk probleem? Wat niet?
o Hoe definiëren we problemen? Wie definieert?
Analoog (= onafgebroken verloop)
- Vb. wat wordt als deviant gedrag beschouwd?
- In een risicosamenleving er komt meer focus te liggen op problematisch gedrag
(2) Constructie
Probleemomschrijving
Sociale behoeften ≠ sociale problemen
Sociaal probleem = iets in de maatschappij is de oorzaak van iets anders, een bepaald fenomeen heeft dus een sociale
karakter
- Wanneer een probleem een sociale oorzaak of sociaal karakter heeft
- Er moet maatschappelijke aandacht / draagvlak voor zijn; het moet erkend worden als probleem door (een deel van) de
samenleving
- Moet onwenselijk worden geacht kan leiden tot verschillende probleemdefinities
o Dus in strijd met belangrijk geachte waarden
o Vb. vrouwenbesnijdenis is niet overal onaanvaardbaar (in sommige culturen belangrijk)
- Overtuiging: er moet iets gedaan worden
Sociaal probleem = proces van ontdekking / bewustzijn = niet neutraal constructie proces
- Geconstrueerd maatschappelijk probleem = het probleem wordt geanalyseerd en vertaald naar een probleem op basis
waarvan maatschappelijke actie mogelijk is
Maatschappelijke actie
Bewustzijn leidt tot maatschappelijke actie:
Het uitdenken en legitimeren oplossingvoorstellen
- Discrepantie: kloof tussen wat gebeurt en wat samenleving aanvaardbaar vindt dichten
o Welke oplossing?
Hangt samen met visie op sociaal probleem (of het theoretische referentiekader)
Welke sociaal politieke keuzes: doel?
Beslissingen over de aard en de doelstelling van de samenlevingsordening (vormgeving aan de
verzorgingsstaat)
Doelstelling: ordehandhaving, arbeidsmarktkwalificatie, …
Welk sociaal beleid en welzijnszorg
= Instrumenten om de sociale politiek vooropgestelde doelen te bereiken
Vervat in rechtsorde en bestaan uit uitkeringen, belastingverminderingen…
Sociaal werk
= Pedagogische tussenkomsten in integriteitskaders die mensen met elkaar vormen
Constructie sociale problemen vindt plaats in wisselwerking tussen drie dimensies
Antwoord op nood- of probleemsituaties
- Je moet dus een keuze maken om iets te gaan doen aan dat probleem
- Deze maatschappelijke actie is ook niet neutraal, die acties geven mee vorm aan die probleemdefinities: ze komen
tussen en construeren mee
- Voorbeeld kindermisbruik:
o Systeemdenken: proberen om kind zo lang mogelijk in gezin te houden en aan de slag te gaan met dader
o Ofwel kind weghalen uit gezin en plaatsen => Beide zijn andere maatschappelijke actie-reacties
Elke definiëring van & antwoord op een sociaal probleem impliceert een oordeel en een waardeoordeel.
2
,Illustratie van een sociaal probleem: armoede
Wat is de oorzaak van armoede? Persoonlijk pech? Luiheid/ gebrek aan doorzettingsvermogen? Sociale onrechtvaardigheid?
Onderdeel van de moderne samenleving? …
!! Opinie over oorzaken =/= opinie over antwoorden oplossingen: deze twee moeten niet noodzakelijk stroken!! Vb. je
denkt dat de oorzaak luidheid is, maar toch wil je als oplossing die mensen helpen.
Niet enkel armoede, het is meer dan dat: ook sociale kwetsbaarheid
= populatie die niet beschikt over voldoende hulpbronnen om op eigen kracht moeilijkheden en tegenslagen te overwinnen
en het leven op gewenste manier vorm te geven (Meys, Hermans & Van Audenhove).
Sociale kwetsbaarheid heeft een gradueel karakter => voor te stellen als een ladder
- Afhankelijk van soort hulp nodig om volwaardig leven te leiden, zelfredzaamheid, hoeveelheid, ernst, duur en
complexiteit problemen
- = samenhangende, elkaar versterkende factoren
Cascade van 5 fasen: Algemene bevolking –> risico in gemeenschap -> kwetsbaar in gemeenschap –> kwetsbaar in instituties
–> kwetsbaar op straat
- Mensen kunnen in vicieuze cirkel terecht komen
- Sommige mensen komen in een situatie van verhoogde sociale kwetsbaarheid
(3) ‘De bril’: analyseschema sociale problemen
= Het is een proces tussen het probleem (stap 1) en de actie/ interventie (stap 2)
Vb. Hoe zie ik de samenleving/ sociale problemen? (Examen.)
vanuit analyse armoede (Vranken, j ‘70) – maar is breed toe te passen op alle sociale problemen
Analyseschema = theoretisch schema in praktijk: kenmerken verschillende modellen
Perceptiemogelijkheden
Waar ligt de oorzaak van het probleem
- Ligt het probleem op het micro-, meso- of macroniveau?
o Microniveau: sociale problemen worden veroorzaakt door afwijkend gedrag van individuen en groepen
o Mesoniveau: sociale problemen worden veroorzaakt door het gebrekkig functioneren van de sociale verbanden
binnen de samenleving
o Macroniveau: sociale problemen worden veroorzaakt door maatschappelijke factoren die ofwel tijdelijk of
structureel zijn
- Intern (schuld) of extern (ongeval) oorzaak?
Verklaringsmodellen
Niveau oorzaak Aard oorzaak
Intern Extern
Micro: individu, gezin Persoonlijke tekorten Persoonlijke ongevallen
Individueel schuldmodel (1) Individueel ongevalmodel (2)
Meso: groepen, gemeenschappen, Structuur en/of functioneren Factoren en actoren uit de omgeving
instituties, organisaties Groep, gemeenschap …
Institutioneel schuldmodel (3) Institutioneel ongevalmodel (4)
Macro: ‘de’ samenleving Samenlevingsordening Veranderingen in conjuctuur
Maatschappelijk schuldmodel (5) Maatschappelijk ongevalmodel (6)
1. Individueel schuldmodel: oorzaak/schuld bij de mens zelf
- Persoonlijke tekorten
- Focus op houding, motivatie, eigen verantwoordelijkheid
- Individuen zijn onaangepast aan samenlevingsnormen afwijkend gedrag
- Sociaal pathologische benadering: maatschappelijk wenselijk is ‘moreel gezond’, afwijkend gedrag is ‘ongezond of
slecht’ Focus op afwijkend gedrag
- ‘Non-deserving poor’: ze verdienen niet geholpen te worden
Kritieken:
- Self-fulfilling prophecy: verwachting van bepaald gedragspatronen
- Halo / horn-effect (cognitieve bias) = bij ongunstig of gunstig kenmerk van persoon zal je de persoon op zijn gehele
gunstig of ongunstig gaan beoordelen. afwijkend gedrag steeds gezocht bij dezelfde groepen
- Te veel focus op negatief gedrag (eenzijdige selectie negatief gedrag/ beperkingen) niet kijken naar totale
gedragspatroon
3
, 2. Individueel ongevalmodel
- Focus op persoonlijke tegenslagen bij personen, genetische verklaringen (bv. genen bij alcoholverslaving)
- Maatschappelijk achterblijven: kunnen zich niet aanpassen aan maatschappelijke veranderingen
o Vb. technologische evolutie
- Deserving poor: ze verdienen het wel geholpen te worden. (persoon kan er zelf niet aan doen)
Kritiek : blinde vlekken
- Inspanningen om bij te benen, maar blijven toch in de kou staan
- Te statische benadering: aandacht voor gebeurtenis maar niet voor marginaliserend effect ontwikkelingen in
samenleving of druk sl. risico op achterblijven
- We kijken enkel naar het individu, niet naar de samenleving
3. Institutioneel schuldmodel
= Oorzaak bij inrichting en functioneren van gezin, groepen, gemeenschappen, instituties en organisaties
Sociale ongelijkheid en sociale uitsluiting zijn hiermee verbonden
- Afwijkend gedrag = cultuurpatroon dat afwijkt van normatieve verwachtingen van de samenleving
o Geen of verkeerde socialisering (gezinsniveau); Bv. slechte opvoeding.
o ‘Afwijkende’ waarden en normen gemeenschap leiden tot culturalisering/ subculturen.
- OOK: instituties en organisaties kunnen armoede creëren en bestendigen -> Afwijkingen versterkt door drempels (bv.
wachtlijsten / locatie van drughulpverleningen) en selectiemechanismen (inclusie- en exclusiecriteria)
o Voorbeeld drempel: online onderwijs door corona gaat er van uit dat mensen over rustige ruimte, goed internet,
goeie computer, … beschikken
o Voorbeeld exclusiecriteria: hulpverlening niet voor seksuele delinquenten
4. Institutioneel ongevalmodel
- Oorzaken bij processen waarop groepen reageren maatschappelijke breuklijnen tussen groepen en organisaties
o ‘Wij en zij’ leidt tot stigmatisering, stereotypering, labelen + onvoldoende beleidsaandacht voor minderheden (zij-
groep)
o Voorzieningen zijn impliciet gericht aan de middenklasse (middenklasse-cultuur). Anderen kunnen er geen beroep
op doen
Kritiek: institutionele modellen
- Louter correcties: niet in staat fundamentele problemen armoede en sociale ongelijkheid op te lossen
- ‘Diagnose’ van probleem biedt mogelijkheid tot gepaste hulpverlening, maar het kan ook toegang tot de hulpverlening
verhinderen, bijvoorbeeld omdat een probleem als ‘te moeilijk’ wordt gezien
5. Maatschappelijk schuldmodel
= Oorzaak sociale problemen door maatschappelijke structuren
- Maatschappelijke ordening (economische structuur en kapitalisme) structurele uitsluitingsprocessen sociale
problemen en onwelzijn
- Proces = Maatschappelijk gemarginaliseerden
o Mensen die maatschappelijk achtergesteld zijn en geleerd hebben zich aan deze deprivatie aan te passen, een
aanpassing die hen tegelijk verhindert om zich uit deze situatie te emanciperen.
o Deze ontwikkelen eigen cultuurpatroon: ‘cultuur van het zwijgen’ (Freire)
= maatschappelijk isolement, geringe maatschappelijke invloed, onderdrukking
Type interventies berusting – apathie vs bewustzijn en bevrijding
Kritiek: maatschappelijke modellen:
- Kritiek op de verzorgingsstaat perverse effecten (overconsumptie, bureaucratisering, vervreemding, zorgafhankelijke
burgers, Mattheus-effect…)
6. Maatschappelijk ongevalmodel
- Oorzaken bij tijdelijke of conjuncturele maatschappelijke veranderingen (bv. crisis, natuurramp, oorlog, corona, snelle
technologische of demografische veranderingen (vergrijzing) …).
- Problemen van deprivatie/ maatschappelijke achterstelling
o Deze mensen zijn achtergesteld omdat de maatschappij niet ingericht is op het realiseren van een grote gelijkheid
van ontplooiingskansen
- Problemen per definitie tijdelijk want economie herstelt zich (naïef?). betere economie zorgt voor oplossing
problemen.
4