Sociologie – leerstof uit handboek
Hoofdstuk 1: het sociologisch perspectief
Het sociale en de sociologie
Sociologen bestuderen onder meer de Vlaamse of Belgische, Nederlandse of Europese
samenleving. Alsook mogelijkheid tot:
- Sociaal beleidsadviseur in overheidsdienst
- Onderzoeker universiteit
- Personeelsconsult,…
In bredere zin: bezighouden met het sociale
- De invloeden van opgebroken intieme relaties op de schoolprestaties van kinderen
o Onderzoeker
- Iets veranderen aan de werkloosheid van allochtonen
o Beleidsadviseur
- Managers bijstaan wanneer een onderneming moet worden opgesplitst
o Organisatiedeskundige
Sociologie
- Latijns: socius = metgezel, compagnon
- Grieks: logos = studie
Definitie = de sociologie is de wetenschap van het ‘sociale’.
Bekende socioloog: Anthony Giddens
Sociologie is de studie van het menselijke sociale leven, van menselijke groepen en
samenlevingen – A.G.
Brede reikwijdte
- Analyse van kortstondige ontmoetingen tot het onderzoek van mondiale sociale
processen…
Sociologen delen hun materieel object of feitelijk voorwerp met andere sociale
wetenschappen maar bekijkt het door een andere ‘bril’
Sociologisch perspectief = de wijze waarop deze discipline het sociale benadert (ander
woord hiervoor: formele object)
- Een algemene denktrant die het sociale gedurig uiteenlegt in sociale relaties en,
vooral, geziene en ongeziene afhankelijkheden van vaak onbekende anderen
We zijn allen verbonden met verafgelegen anderen wanneer we leren, op internet zitten,
een boek lezen,…
- Sociologen hebben een scherp oog voor de indirecte afhankelijkheid
- Voortdurend een reeks vragen over de sociale relaties en zijn afhankelijkheden
Sociologisch onderzoek = uiteenlopende thema’s
TOCH…
1
,4 Basisvragen voor een sociologische studie:
Basisvraag 1: Hoe is een geordend samenleven mogelijk?
- Welke factoren of mechanismen zorgen ervoor dat het sociale leven orde en
regelmaat vertoont?
Ondanks dat er soms conflicten ontstaan, zijn ook daar regelingen zodat er een geordende
conflictbeslechting is… (voorbeelden: loonconflict in een bedrijf of een scheiding)
Het recht zorgt er dan ook voor dat sociale conflicten in geordende banen geleid worden.
Sociologen merken vaak dat het ook zonder expliciete rechtsregels vlot kan verlopen.
- 1 basisgegeven of komt dit door meerdere factoren?
Er is geen samenleven zonder dat we door anderen beïnvloed worden of de levens van
anderen met meer of minder diepgang stempelen.
Basisvraag 2: hoe werkt het samenleven door in individuele levens?
Ouders → kinderen
- Kinderen bepalen voor een groot deel de ouders hun leven
- Ouders geven zaken mee aan kinderen voor later
Ouders leren kinderen hoe te communiceren, niet gemakkelijk.
Ouders geven hun een culturele bagage mee
- Ingrijpende gevolgen voor de latere levensstijl + slaagkans onderwijs
Beïnvloed worden door het sociale → rekening houden met de fysieke aanwezigheid van
anderen. Bijvoorbeeld op een voetpad, we kunnen niet overal staan waar we willen of
stoppen waar we willen.
Basisvraag 3: hoe zien de basiscontouren van onze samenleving eruit?
- In wat voor een samenleving leven wij? In welke mate functioneert ze anders dan
voordien?
- Welke nieuwe sociale tendensen dienen zich vandaag aan en zullen wellicht in de
nabije toekomst meer uitgesproken worden?
Hoe ziet de toekomst eruit? Belangrijk voor politici zodat ze problemen tijdig kunnen
aanpakken en bedrijven omdat ze willen blijven anticiperen.
Sociologen zijn bezig met het aparte van de huidige samenleving aan te duiden.
Niet zozeer gericht op het sociale verleden, maar historische sociologie bestaat wel.
Willen meer weten over het sociale heden
- Basiskarakteristieken van de samenleving
- De veranderingen die zich daarbinnen aftekenen
Onze samenleving wordt individualistisch genoemd
2
,Basisvraag 4: hoe komen we tot een algemene, tevens empirisch onderbouwende
sociologische kennis?
- Welke onderzoeksmethoden en -technieken maken het mogelijk om de drie vragen
van daarnet op een wetenschappelijke manier te onderbouwen?
Kunnen hiervoor de mening van burgers vragen = hypothese en moet dus nog verder
afgetoetst worden aan de feiten…
Hoe aan relevante gegevens komen als het over onze intuïtie gaat?
Sociaalwetenschappelijk onderzoek in verschillende soorten
Kwantitatief onderzoek
- Cijfers uitdrukbare bevindingen
- Harde data die bovendien gelden voor de onderzochte sociale groepering
→ Laat toe dat er maar een kleine hoeveelheid mensen moet zijn om een valide antwoord
te maken voor de hele groep waartoe ze behoren.
Bekendste:
- Surveyonderzoek of enquête op bevolkingsniveau
Mogelijk door:
- Meestal gesloten vragen
- Beperkt aantal antwoorden
→ Maakt een analyse van de respons mogelijk
Kwalitatief onderzoek
- Sociale fenomenen in de ‘diepte’
Bijvoorbeeld willen weten waarom mensen het theater zo leuk vinden.
→ Maken van een zo representatieve enquête maken, speciaal voor bezoekers van het
Vlaams toneel = geen survey op bevolkingsniveau maar over een publieksonderzoek.
Onderzoeksdesign
- Participerende observatie
o Gebruikt bij de meeste antropologen
o Hij gaat meedoen met de sociale wereld waarover hij meer wil weten, meer
of min verdoken (weten niet altijd dat ze bestudeerd worden).
o Bijvoorbeeld naar een toneel gaan, specifiek keldertheaters omdat daar
gemotiveerde toneelgangers naartoe gaan. Aandacht naar ‘voor’ en ‘na’ de
voorstelling. Netwerken maken met de mensen daar en vragen voor een
‘diepte-interview’
- Diepte-interview
o Open gesprek = kunnen doorvragen en de respondent krijgt zelf de kans om
andere thema’s aan te halen.
Kwantitatieve methoden zijn goed voor het toetsen van theoretisch goed onderbouwde
hypothesen of het opnieuw testen van bestaande bevindingen.
3
,Sociologen hebben een geoefend oog voor het onderkennen van maatschappelijke
problemen of evoluties en hun mogelijke consequentie.
De feitelijke sociologiebeoefening komt neer op een driedelig gebeuren:
- Theorievorming
- Empirisch onderzoek
- (Het ondersteunen van) sociale sturing
= Sociologische driehoek
Over sociale relaties, bindingen en verbanden
Binnen de sociale werkelijkheid hebben we sociale betrekkingen:
- Sociale relaties
- Verhoudingen
- Betrekkingen
Relaties: intiem of zakelijk karakter → spontaan of georganiseerd
Socioloog Max Weber
- Sociaal handelen = 2 of meerder deelnemers
Bij sociaal handelen is het handelen van een actor georiënteerd op het handelen van een of
meer andere actoren.
Actoren → to act → handelen
Een actor stelt handelingen, van welke aard ook, en bezit dus per definitie een zeker
handelingsvermogen. Niet per se een individu → organisaties/natiestaten kunnen verdragen
afsluiten.
- Een individu die dit namens een organisatie doet
Individuele & collectieve actoren
= Tussen het handelen van individuen en dat ‘in naam van’ bedrijven, politieke partijen,…
Er is een betrokkenheid in de activiteit van actor A op het doen en laten van actor B
→ Mensen spotten op café, gewoon kijken… sociaal handelen op een passieve manier.
Bij een sociale relatie, verhouding of betrekking geraken de sociale handelingen van twee of
meer actoren met elkaar verworven.
- Moet een aanwezigheid zijn van wederzijdse georiënteerdheid
o Bijvoorbeeld: A = hallo B = hoe gaat het? A = goed hoor, met jou?
Sociale verhouding = het samen handelen van twee of meerdere actoren
4
,Eigenschappen van het samen handelen:
Eerste eigenschap
- De omschrijving van de sociale relaties: iedere handeling verwijst naar een
voorgaande, aangezien ze daarop betrokken is.
Zelfreferentialiteit = binnen een proces van samen handelen refereert ieder nieuw element
aan eenzelfde soort element
Tweede eigenschap
- Tijdsgebonden, dynamisch proces: telkens nieuwe handelingen, iets wordt gezegd en
het is dan afwachten wat de volgende doet/zegt.
Derde eigenschap
- Sociale verhoudingen bezitten tot op een zekere hoogte een open, onvoorspelbaar
karakter.
o Men verwacht een antwoord maar weet niet precies wat hij moet verwachten
Vierde eigenschap
- Geen wederzijdse oriëntatie zonder een minimum aan bewuste of psychische
betrokkenheid van de kant van de individuele deelnemers.
o Niet altijd → ‘Met de gedachten er niet bij zijn’ of dagdromen
Tijdens een gesprek:
- Luisteren we
- Observeren
- Anticiperen
- Bereiden een strategische zet voor
- Gevoelens
→ Bewuste deelname is nodig voor het individuele handelen binnen een relatie
Volgens Giddens: “de reflexieve monitoring van handelen, of het voortdurend succesvol
sturen en controleren door de actor van zijn eigen activiteit.”
- Betrokkenheid!!!
o Directe aandacht
Niet noodzakelijk: hyperreflexief of nadenkend gebeuren
Wel: minimale psychische betrokkenheid
5
, Sociale verhoudingen
- Afhankelijk van elkaar
o Bijvoorbeeld: universiteit. Wij verwachten dat de docent de juiste kennis
overbrengt en de docent verwacht goede resultaten.
Duitse socioloog Norbert Elias: ‘afhankelijkheidsverhouding of sociale binding’
- De actoren hebben elkaar nodig
Docent heeft naast studenten ook andere docenten, decaan, faculteitsbeleid… nodig
- Gevat in een specifieke configuratie van afhankelijkheden, niet incidenteel maar over
een langere periode
Sociaal verband = een samenhangend geheel van sociale bindingen met een zekere
duurzaamheid en voor derden observeerbare grenzen.
- Voorbeeld: leger, kerk, ziekenhuizen, gezinnen,…
Afhankelijkheidsverhoudingen
- Open persoonlijkheid van ieder individu die in zijn verhouding tot andere mensen
een hogere of geringe graad van relatieve autonomie, maar nooit absolute of totale
autonomie bezit (dus afhankelijk is van andere)
Interdependenties = datgene dat hen aan elkaar bindt
Binnen afhankelijkheidsverhoudingen:
- 4 grote sociale bindingen en verbanden te onderscheiden:
o Cognitieve binding: school
o Economische binding: bakker die zijn brood verkoopt
o Politieke binding: burgers en politici
o Affectieve bindingen: vrienden en geliefden
Van veralgemeende afhankelijkheid naar wereldsamenleving
De hoge graad van taakspecialisatie of arbeidsdeling resulteert in:
Veralgemeende of gegeneraliseerde afhankelijkheid: we zijn van bijzonder veel
gespecialiseerde beroepsoefenaren (dokters/bakkers/entertainers) een beetje afhankelijk
Wij kunnen met weinigen STERK afhankelijk zijn: familie, vrienden, geliefde (affectieve
bindingen)
Abram de Swaan (Nederlandse socioloog) spreekt van (sociale) netwerken
→ De bindingen tussen meer specifieke sociale bindingen of verbanden.
Definitie: sociaal netwerk is een lange ketting van afhankelijkheden
Andere afhankelijkheidsrelaties: baas en werknemer, bakker en klant,…
Voorbeeld: bij het typen op een computer → we weten dat er verschillende delen uit
verschillende delen van de wereld moet komen om een computer te maken.
Werk kunnen verrichten door: tendentie mondiaal economisch netwerk.
6