Geschiedenis van de Nieuwe Tijd
Hoofdstuk 1: De genese van het moderne Europa
• De toestand in Europa ca. 1450
• Lappendeken van 500-tal politieke
eenheden, voornamelijk koninkrijkjes,
prinsbisdommen, soms republieken…
• Dit zijn andere staten dan de staten die
gevormd zullen worden na de
Amerikaanse Revolutie, gebaseerd op
andere principes (staatsvorming!)
• De toestand in Europa ca. 1800
• Nu 100-tal geconsolideerde staten,
bv. de Oostenrijkse monarchie,
Frankrijk, Engeland en Spanje
• Nog altijd versnipperd Duitsland en
Italië die pas eind 19e eeuw eenheid
zullen kennen
1.1. Staatsvorming
• Politieke geschiedenis v vroegmodern Europa in teken v staatkundige ontwikkelingen
o Afname aantal Europese staten
o Schaalvergroting staten – verlies autonomie andere staten
• In plaats van ‘centralisering’ een zekere integratie van gebieden (schaalvergroting)
o DUS geen vorsten die de macht naar zich toe trekken en het gezag centraliseren
o Adelijke families zullen macht proberen te vergroten dr territoria samen te voegen
o Vb. Frankrijk: !!!zie kaarten eerste dia’s!!!
§ Na de Honderdjarige Oorlog verschillende autonome gebieden
§ Via integratie, huwelijk, erfenis, dwang & verovering zal de heersende dynastie
(Valois) i/d late 15e & begin 16e eeuw de grip op Frankrijk versterken
§ Proces even voltooid onder franse koning Frans I
§ MAAR hier hield het niet mee op: ook na hem koningen die het territorium
uitbreiden: bv. Elzas-Lotharingen onder Lodewijk XIV & Lodewijk XV (zie kaart)
• In eerste instantie in de grote Europese staten (Engeland, Frankrijk, Spanje), later ook in
landen uit de Europese ‘periferie’ (bv. Pruisen, Rusland)
• Geen rechtlijnige (bv. Polen) en geen uniforme ontwikkeling (bv. Nederlanden, DU, IT)
o Vb. Pools-Litouwse gemenebest was een v/d sterkhouders i/d 15e & 16e E
§ Origineel bestuur: edellieden verkozen koning & met hem afspraken maakten
§ MAAR, 1772: eerste Poolse deling met de uitbreiding Pruisen t.k.v. Polen
1
, § 1793: tweede Poolse deling m et zowel de uitbreiding van Pruisen, Oostenrijk &
Rusland t.k.v. Polen
§ 1795: derde Poolse deling met geheel verdwijnen van Polen aan de 3 anderen
§ (Zie kaarten op de verschillende dia’s eerste powerpoint!!)
1.2. Gestalten van de staat
• Vroegmoderne Europese staten geen natiestaten in huidige betekenis
o Zitten verschillende andere logica achter, nu een aantal bekijken
• Voornamelijk dynastieke conglomeraten verworven door huwelijk, erfenis en oorlog
o Dynastiek: bij troonsafstand of overlijden zetelende monarch gaan rechten en titels
over op de wettelijke erfgenaam
§ Vaak erg belangrijk, maar niet altijd! Bv. Polen-Litouwen: adel kon wegstemmen
o Conglomeraten: dynastieke staten zijn in essentie ‘samengestelde staten’
• Samengestelde staat (composite state)
o Staat bestaande uit meerdere territoria onder soevereiniteit van één heerser
(mozaïek van gebieden), verworven via bv. erfenis, huwelijk…
o Geen of weinig andere elementen die het geheel aan territoria samenhouden dan
de figuur van de vorst en diens dynastieke rechten = personele unie
§ Ter plekke blijven de eigen politieke instellingen nog bestaan
§ Als de heerser nieuwe systemen invoert, vaak specifiek voor gebieden
t Bv. Karel V die in Brussel de drie Collaterale Raden invoerde in jaren 1530
o De onderscheiden territoria staan niet of nauwelijks met elkaar in verband
o De onderscheiden territoria staan alle in een andere relatie t.o.v. de vorst
• Twee types samengestelde staten:
o Staten met aaneengesloten territorium: Engeland-Wales-Schotland, Castilië-Aragon,
Polen-Litouwen, Bourgondische Nederlanden...
§ Vb. Engeland-Wales-Schotland (zie kaarten op dia’s):
t Wales werd aangehecht bij Engeland via de ‘Acts of Union’ (1536-43)
t 1541: Ierland in personele unie met Engeland na verorvering dr Hendrik VIII
t 1603: personele unie Engeland-Ierland-Schotland onder schot Jacob I
t 1689-1702: personele unie Engeland-Ierland-Schotland-Nederland onder
protestant Willem III na afzetting Jacob II (die deed alsof hij katholiek was)
t 1707: personele unie Engeland-Schotland omgevormd tot VK van Gr-Brit.
o Staten met een versnipperd territorium, gescheiden door zee of andere staten:
Brandenburg-Pruisen, Groot-Brittannië-Ierland-Hannover, het rijk van Karel V...)
§ !! Zie kaarten voor rijk van Karel V & Gr-Brit.-Ierland-Hannover (1714-1837) !!
§ Karel V: Rooms koning (prestigetitel), terwijl ‘hausmacht’ in Oostenrijkse
erflanden van zijn Habsburgse familie (brengen financiën op), Nederlanden…
t Beleidsdocument toont versnippering aan: “heer van Mechelen” (had apart
statuut binnen Brabant), “dominateur in Azië & Afrika”…
• Iberische Unie (1580-1640) onder Filips II (opvolger Karel V): Spanje, Portugal & kolonies
o Spaanse & Portugese kronen verenigt onder één persoon
o ‘Politieke multinational’ waarop geen duidelijk centrum-periferie model van
toepassing is
2
, o Geen hiërarchisch gezagspatroon in de vorm van bilaterale relaties tussen centrum
en deelstaten
o Wel te begrijpen als polycentrisch: meerdere centra die allemaal samen bijdragen
aan staatsvorming à op verschillende plaatsen machtsuitoefening + ander beleid
§ Bv. Engeland-Schotland-Ierland: Westminster & Edinburgh 2 verschillende
centra (ook qua kerk), verder ingewikkeld door Ierse kwestie
• Naast dynastieke staat of erfelijke monarchie nog andere staatsvormen
o Electieve vorstendommen (o.a. kieskoningschap), bv: Heilig Roomse Rijk, Polen,
Hongarije, Bohemen
o Geestelijke vorstendommen, bv: Pauselijke Staat, Prinsbisdom Luik, Keulen, Metz...
o Stadstaten en republieken, bv: Venetië, Florence, Zwitserland, Nederlandse
Republiek (hebben zelf de monarch overboord gegooid)
è Transformaties zijn mogelijk, bv. Florence, Noordelijke Nederlanden, Engeland
1.3. Ingrediënten
• Wat zijn de ingrediënten van staatsvorming in de vroegmoderne periode?
o Dynastieke allianties
o Militaire agressie
o Politieke centralisering
a. Dynastieke allianties
• Een dynastie die a/d macht is probeert zich te bestendigen en zoekt nr nuttige partners
• Alle huwelijken zijn gearrangeerd maar kandidaten hebben ook recht “nee” te zeggen
o Vb. Elizabeth I van Engeland weigerde steeds om strategische huwelijken te sluiten
• Het is wel een vrij moeilijke manier van staatsvorming
o Daarom dat bv. Habsburgers bij wet lieten vastleggen dat huwelijken politieke
validiteit zou hebben
“Geen enkele familie verwierf ooit zoveel grandeur en macht dankzij verwantschap en huwelijk
als het Huis van Habsburg […] en omdat deze methode om invloed te vergaren zowel rechtmatig
als vreedzaam is, moet het beschouwd worden als veiliger en duurzamer dan ieder andere
methode.”
- Giovanni Botero, Della ragion di Stato, 1589
è Commentaar op de Habsburgse huwelijkspolitiek
• Habsburgse huwelijkspolitiek: “Anderen voeren oorlog, jij, gelukkig Oostenrijk, moet
trouwen” à laat de anderen maar oorlog voeren, wij zullen via huwelijken doel bereiken
b. Militaire agressie
• Vroegmodern staatsvormingsproces mede op gang getrokken door de zgn. Militaire
Revolutie met als uiteindelijk doel vrede te scheppen
o Term geïntroduceerd door Michael Roberts (1955): duidt op diepgaande
ontwikkelingen in militaire technologie en organisatie in periode ca. 1550-1650
o Eerder evolutie dan revolutie: beweging al midden 15e eeuw ingezet
• Link met centralisering staatsapparaat: betere belastinginning, meer inkomsten, wapens
• Krachtigere en meer precieze artillerie
• Vernieuwing in vestingbouw: la trace italienne (nieuw type van defensieve omwalling)
3
, o Impact beschietingen met kanonnen minimaliseren, minder toegang vijand tot stad
o 1450-1520: ontwikkeld door Italiaanse militair ingenieurs; grote verspreiding in
West-Europa
o In 17e eeuw geperfectioneerd door Franse militair ingenieur Sébastien Le Prestre de
Vauban (1633-1707), in bv. Rijsel of Menen
o Zie afbeeldingen (dia’s 35-37)
• Oorlogen worden meer een zaak van belegeringen dan van veldslagen (zijn er nog wel);
van artillerie en infanterie dan van cavalerie
• Evolutie naar permanente, staande legers; invoering ‘dienstplicht’ (bv. Frankrijk: 1688)
• Professionalisering: training, dril, discipline, uniformen, specialisatie compagnieën
o Zeker dankzij influx van meer belastinggelden, Pruisen goed voorbeeld hiervan!
o Zal zo belangrijk worden dat vanaf 17e E adellijke families leger als carrièrepad zien!
§ Naast de clerus of juridische wereld, v/e stuk eretitel, v/e stuk echt wel actief
• Drastische toename troepensterkte
• Gelijkaardige ontwikkelingen op zee
o 16e eeuw: ontwikkeling gespecialiseerde oorlogsbodems
o Vooruitgang in scheepsbouw: betere snelheid, stabiliteit, wend- en weerbaarheid
o Gespecialiseerde opleiding: van landsoldaten op zee naar getraind marinekorps
o Evolutie naar permanente vloot in 16e eeuw; uitbreiding vloot
o Vb. Royal Navy van Hendrik VIII
c. Politieke centralisering (centralisering en uitbouw staatsapparaat)
• Mede omwille v/d militaire revolutie stijgt kostprijs van een oorlog dramatisch
• Militaire uitgaven slorpen groot deel v/h staatsbudget op & creeëren nood aan nieuwe
inkomstenbronnen
o Alles laten afhangen van inkomsten uit landbouw via feodaliteit = precair!
o DUS taksen & tollen heffen (al vanaf de ME), nu verbruiksbelastingen (“BTW”) +
afstaan v/e deel v/d oogst!
• Niet langer in dienst van een vorst, maar een abstract begrip v/e staat
• Gevolg militaire revolutie is sterke toename van directe én indirecte belastingen en
stijgend belang van kolonies voor financiële slagkracht v/d staat
o Zie voorbeeld belastinginkomsten Frankrijk dia’s 41-43
§ Maar is ook goed voorbeeld van feit dat véél belastinginkomsten hebben ≠
enorme gebiedswinsten boeken (slaagt er bv. nooit in stuk v Italië te annexeren)
• Stijgende belastingen vereisen middelen & organisatie om inkomsten te innen en
tegenstand te beheersen
è Evolutie naar de gecentraliseerde staat
§ Versterken staatsgezag t.n.v. lokale elites of intermediaire lichamen zoals
standenvertegenwoordiging of parlement
§ Ontstaan bureaucratie, uitdijend staatsapparaat: toenemende
overheidsinterventie in alle domeinen van de samenleving
§ Meest succesvol in Frankrijk (17e eeuw) en Pruisen (18e eeuw)
1.4. Verzet tegen centralisatie
4