Modernisatie heeft gezorgd voor een verandering in deelnemers aan criminaliteit.
Criminaliteit is door de jaren heen meer geprivatiseerd verandering intimiteit.
- Premoderniteit geweld tussen intimi klein percentage van al het geweld.
- Modernisering grootste gedeelte van de slachtoffers niet-familieleden, maar
percentage intieme moorden neemt wel toe.
- Moderniteit substantiële minderheid van alle gewelddadige conflicten vindt plaats
tussen intimi.
Geweld verschilt in de mate waarop het geïndividualiseerd is. Het meeste
geïndividualiseerde geweld vindt plaats bij conflicten tussen twee personen. Collectieve
conflicten zijn afgenomen in frequentie en geweld is geïndividualiseerd.
- Premoderniteit groepen domineren zowel het gehele sociale leven als het geweld.
- Modernisering samenleving krijgt meer eigenschappen van moderniteit, maar
geweld blijft zeer collaboratief.
- Moderniteit samenlevingen namen een moderne vorm aan, waarna het aantal
personen per gewelddadig conflict sterk af nam.
Twee theoretische perspectieven:
- Elias civilisatieproces (algemene verklaring) = trends in geweld zijn onderdeel van
een grotere reeks trens in menselijk gedrag. De mens wordt steeds beschaafder.
- Black management of conflict = versterking staat speelt een rol bij privatisering
o Theory of partisanship (partijdigheid): alle typen conflict zijn over de tijd meer
geïndividualiseerd. Partijdigheid nam af.
o Theory of law and of self-help: er is een omgekeerde relatie tussen het recht
en informele sociale controle; als je het een meer hebt, heb je het ander
minder.
Minder wetten, meer self-help; nu meer vertrouwen op de wet.
Theorieën die zeggen dat oorlog en geweld aan het dalen zijn of snel zullen dalen domineren
al lange tijd (oa Pinker – liberaal optimisme). Echter, het karakter van oorlogen is veranderd
door onder andere technologische ontwikkelingen wat betreft wapens. Globaal gezien dalen
oorlogen en geweld niet, maar transformeren ze.
- Van woest naar wreed; nu meer burgerslachtoffers; verder van ons vandaan.
Verklaringen voor afname geweld
- 600-1800: pacificatie van de elites;
- 1200-1800: verdwijnen van het theater van horror (publiekelijk straffen);
- 1450-1900: boeken en de leesrevolutie (toenemende zelfcontrole);
- 1850-2000: matigen en beheersen van alcoholconsumptie wordt bevorderd;
- 1950-2000: afgenomen en herwonnen zelfcontrole.
Drie lagen hierin:
- Elite vermoord elkaar niet langer; lagen van de samenleving worden in toom
gehouden.
- Geen wreeds strafrechtsysteem meer, maar één met regels en voorspelbaarheid.
- Disciplinerend beleid dat in grijpt in het dagelijks leven om meer gereguleerd en norm
accepterend te zijn
Periode 1992-2016 = daling moordcijfer van jaren 90 Grootste daling = mannen van 20-
64.
- Gelegenheidstheorie + daaruit voortvloeiende levensstijltheorie.
o Aangepaste levensstijl – meer binnenshuis en gesuperviseerde ruimtes,
minder risico op dader- of slachtofferschap.
1
, - Komst en wijdverspreide rol van het internet aangepaste levensstijl (binnenshuis)
- Vrouwen: ook veranderde levensstijl, maar daarnaast toegang tot professionele hulp.
Nu COVID zorgde voor meer digitale criminaliteit; veranderde levensstijl.
Vanaf 2007 daalde jeugddelinquentie aanzienlijk verklaringen:
- Beveiligingshypothese: potentiële daders minder gelegenheid door beveiliging.
- Veranderende maatschappelijke houding ten opzichte van risicogedrag: minder
blootstelling risicofactoren, meer beschermende factoren.
- Toegenomen digitalisering, social media en smartphones: verschuiving
tijdsbesteding.
In Nederland lijkt sprake van een historische daling, maar volgens politiecijfers lichte stijging.
Cijfers
Problemen met cijfers (vertekeningen) door:
- Disproportionele representatie van steden (alleen bekendheid van grote steden);
- Incomplete rapporten;
- Veranderende leeftijdsstructuren (bijvoorbeeld door samenstelling bevolking);
- Behandeling van wonden (beter transport, betere service en medicijnen);
- Dodelijkheid van wapens (toegang tot geschikte wapens).
Kritiekpunten op databronnen van geweld op lange termijn:
- Bronnen zijn extreem heterogeen en gefragmenteerd tot op zijn minst de 19e eeuw.
o Vaak ook vage omschrijving van moord; soms meting daders, soms
slachtoffers
- Gegevens bevatten veel gaten. Vaak alleen data van bepaalde regio’s of plaatsen.
- Dergelijke foutieve gegevens worden vervolgens in verband gebracht met
twijfelachtige populatiecijfers. Hierbij is vaak sprake van extrapolatie.
- Foutieve data wordt omgezet in referentiepunten, chronologisch gerangschikt en
weergegeven in grafieken dubieuze datasets.
Beperkingen Dutch Homicide Monitor:
- Afhankelijk van secundaire bronnen van slechte registratiesystemen / documentatie.
- Alle verdachten van moord worden opgenomen in DHM ongeacht veroordeling voor
moord of doodslag.
- Dark number: oa door langdurige vermissingen en misclassificatie onnatuurlijke dood.
Officiële statistieken data door wetshandhaving = geregistreerde criminaliteit
- Incidentrapporten door ambtenaren + calls for service.
o Nadeel calls for service: reports van stedelingen zijn niet altijd valide.
o FBI UCR: problemen met validiteit, definities, hiërarchie en manipulatie.
o NIBRS: nauwkeurig kost meer tijd, dus zorgt voor problemen.
Onofficiële statistieken data aanvullers, zodat je je gegevens niet baseert op één
databron.
- Enquêtes, participerend onderzoek, interviews, zelfrapportage.
o Problemen met representativiteit, beïnvloedbaar, steekproeffouten,
betrouwbaarheid, afhankelijk van het soort vragen en het doel.
Criminaliteit, tijd en plaats
Time
- Exact time crime = tijd waarop het plaatsvond, kan redelijk accuraat worden
herinnerd.
- Time span crime = tijd waarop het plaatsvond, bevindt zich binnen een tijdspanne.
o Split time (gemiddelde) vs weighted time span method (risk score; best
guess).
Duur is hoe lang iets continueerde in een bepaalde space.
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LatishaHC. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.