Dit document bevat een samenvatting van de kennisclips voor zowel het kwantitatieve als het kwalitatieve gedeelte van het vak. Daarnaast zijn alle problemen samengevat.
BLOK 3: METHODEN EN TECHNIEKEN I
WEBLECTURES (KWALITATIEF)
WEEK 1: Inleiding
Wat is kwalitatief onderzoek? Een definitie:
‘Kwalitatieve onderzoeksmethoden zijn strategieën voor de systematische
verzameling, organisatie, en interpretatie van tekstueel materiaal dat is verkregen
door gesprekken of observaties met het doel concepten te ontwikkelen die ons
helpen met de nadruk op betekenissen, ervaringen, en gezichtspunten van alle
betrokkenen’.
Oorsprong kwalitatief onderzoek in de criminologie
- Opgekomen begin twintigste eeuw;
- Voornamelijk ontstaan in de Chicago School of Criminology;
- Men besefte dat de onderzoeker zich moest bevinden op de plekken waar
criminaliteit zich afspeelt en moest weg achter zijn bureau;
- Jaren 20/30: eerste kwalitatieve criminologische onderzoeken
- Verspreidde over de rest van de wereld.
Kenmerken/pijlers kwalitatief onderzoek
1) Setting kwalitatief onderzoek
a. Besef Chicago School: weg achter het bureau midden in habitat
gaan zitten
2) Specifieke onderwerpen
a. Meer te weten komen over fenomenen waar weinig over bekend is
i. Bijvoorbeeld onderzoek naar pedofielenjagers
b. Bereiken van verborgen of moeilijk bereikbare groepen
c. Gevoelige onderwerpen of taboeonderwerpen
d. Het geven van een stem aan kwetsbare/onbegrepen/gemarginaliseerde
groepen in de samenleving (outsiders/others)
3) Emic perspectief
a. Emic: perspectief van de respondenten en hun ‘binnenwereld’ staat
centraal belevenis van de respondent zelf
b. Etic: perspectief van de onderzoeker (buitenstaandersperspectief)
4) ‘Verstehende’ benadering
a. Het willen begrijpen van iemands handelen en hoe hij/zij er betekenis
aan geeft (Max Weber) in hun huid kruipen
b. ‘Studying people’s lived experiences which occur in specific historical
and social context’ (Snape & Spencer, 2008)
5) Specifiek achterliggend paradigma*
a. Het interpretatieve (constructivistische) paradigma
i. Uitgangspunten:
ii. De realiteit is sociaal geconstrueerd er bestaat alleen een
subjectieve werkelijkheid
iii. Werkelijkheid bestaat uit betekenissen, percepties, ‘beliefs’ en
onderliggende betekenis ga je als onderzoeker achterhalen
b. ‘If men define situations as real, they are real in their consequences’:
c. *Paradigms are ‘models or frameworks for observation and
understanding which shape both what we see and how we understand
1
, it’. – Gaat gepaard met bepaalde ontologische en epistemologische
veronderstellingen
d. Theoretische stromingen binnen het constructivisme
i. Fenomenologie – het willen doorgronden van beleving,
subjectieve ervaring en interpretatie van de leefwereld van
mensen;
ii. Symbolisch interactionisme – handelingen krijgen pas betekenis
in de interactie tussen mensen;
iii. Ethnomethodologie – focus op hoe mensen interactieregels
hanteren.
iv. Subjectieve betekenissen achterhalen die achter acties van
mensen schuilgaan
6) Rol van theorie
a. Niet het toetsen van hypotheses
b. Meer inductief (theorievorming vanuit data)
c. Theorie als lens of begrippenkader (sensitizing concepts)
7) Flexibiliteit
a. De data-analyse vindt tegelijkertijd plaats met de dataverzameling – ze
informeren elkaar en wisselen elkaar af – iteratief
b. Het analyseproces is niet statisch en gestandaardiseerd – de creatieve
betrokkenheid van onderzoekers staat voorop
8) ‘Thick description’
a. Geen ‘nullen en eentjes’ maar ‘thick description’ zo nauwkeurig
mogelijk beschrijven wat er gebeurt (zintuigen laten werken)
9) Rol van de onderzoeker
a. Onderzoeker zelf is belangrijk onderzoeksinstrument: waarnemen,
vragen, praten, beleven, nadenken, lezen, etc.
b. De kwalitatief onderzoeker is: ‘open minded, curious and emphatic, and
able to listen to people telling their story’
c. Veel interactie met respondent
d. Persoonlijke kenmerken en achtergrond onderzoeker spelen een rol
i. We moeten wel transparant zijn
Samengevat: meerwaarde kwalitatief onderzoek
- Het belicht vaak andere fenomenen en andere processen
- Theoretische vernieuwing
- Perspectief onderzochte centraal (emic-perspectief)
- Diepte, detail, complexiteit
- Meer aandacht voor context waarin de respondenten zich bewegen
- Verborgen fenomenen zichtbaar maken
- Uniek licht werpen op moeilijk zichtbare verschijnselen
WEEK 2: De kwalitatieve onderzoekscyclus
Onderzoeksplan versus onderzoeksproces
Het onderzoeksproces begint met het onderzoeksplan en omvat het hele proces.
De kwalitatieve onderzoekscyclus (Hennink p.4): Staan allemaal met elkaar in
verband
1. Design cyclus (ontwerp)
2
, - Formulering onderzoeksvraag
o Het willen begrijpen (‘verstehen’) van actoren, fenomenen, etc.
Waarom/hoe vragen
o Het beschrijven van processen of gedrag hoe vragen
o Belangrijk: onderzoekbaarheid & haalbaarheid, past bij
onderzoeksdoel?
- Literatuuronderzoek en theorie (Theoretisch kader)
o Wat is er al bekend? Wat is er al gedaan (w.b.t. onderzoek)?
o Helpt bij het vinden van focus
o Theorie is een abstracte weergave van de werkelijkheid
o Theorie geeft een beeld van hoe je bepaalde fenomenen kunt verklaren
o Theorie gebruiken als ‘sensitizing concepts’ (uitgangspunten)
- Ontwikkeling (deductief) conceptueel raamwerk
o Wat: overzicht theoretische concepten en hun onderlinge relatie
o Hoe jij denkt dat de concepten met elkaar kunnen samenhangen
o Nadere focus geven aan je onderzoek
- Selecteren van veldwerkbenadering (fieldwork approach)
o Wij houden aan:
Kwalitatief interviewen (individueel of groep; diepte-interviews of
focusgroepen)
Etnografische studie / participerende observatie
Inhoudsanalyse / documentenanalyse
Online onderzoek
Mixed method onderzoek
2. Etnografische cyclus
- Ontwerp van het onderzoeksinstrument
o Maken van conversatiehulp of observatieprotocol
o Omzetten abstracte vragen naar concrete vragen (operationalisering)
o Optioneel: pilot testing kan leiden tot aanpassingen
- Selectie van participanten (mensen/respondenten)
o 1. Definiëren van de te onderzoeken populatie doelgerichte werving
(meestal ook benoemd in de onderzoeksvraag)
o Verschillende soorten steekproeftrekkingen
Homogeen, heterogeen, sneeuwbalsteekproef, opportunistische
steekproef (unieke kans) of pragmatische steekproef (in korte
tijd, zo veel mogelijk info) Kan tijdens onderzoek bijgesteld
worden
o 2. Definiëren van strategieën om participanten te benaderen (&
toegang te verwerven):
Sneeuwbalmethode (kan snel werken; zelfde mensenkring)
Gebruik (community) gatekeepers
Formele en informele netwerken
Research-based
Advertenties
o 3. Bepalen hoeveel participanten
Haalbaarheid (thema, tijdsbestek, etc.)
Principe van verzadiging (genoeg data verzameld)
- Dataverzameling
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LatishaHC. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.