Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
RUG ARW2 volledige samenvatting €10,49   Ajouter au panier

Resume

RUG ARW2 volledige samenvatting

 10 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Volledige samenvatting voor ARW2.

Aperçu 4 sur 35  pages

  • Oui
  • 5 juillet 2023
  • 35
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
ARW2 – Inleiding in het Nederlands Recht H5
Afdeling I
Bestuursrecht:
1. Materieel bestuursrecht
2. Formeel bestuursrecht / bestuursprocesrecht
Materieel bestuursrecht:
 Bestuursrecht  bestuursactiviteiten van de overheid, bepaalt welke
bevoegdheden en plichten het bestuur heeft ter uitvoering van zijn taken
o Relatie tussen bestuur en burger
 2 soorten bestuusrecht:
o Algemeen bestuursrecht
o Bijzonder bestuursrecht  regels over verschillende specifieke
deelterreinen van het bestuursrecht, bijv. milieurecht, belastingrecht en
sociaal zekerheidsrecht
 Algemene wet bestuursrecht (Awb) als fundament van het bestuursrecht
o Voorschriften waaraan bestuursorganen zich moeten houden
o 11 hoofdstukken – elk hoofdstuk begint met art. 1  6:18 = art. 18 h6
 Bestuursorgaan  uitoefenaar van het bestuursrecht, 2 soorten:
o Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
o Een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed

A-organen:
 Bestuursorganen van rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld
o De Staat
o Provincies
o Gemeenten
o Waterschappen
o Alle lichamen die volgens de Grondwet rechtspersoonlijkheid hebben
 SER, Nederlandse Orde van Advocaten
 Bijvoorbeeld: de Staat
o De Staat is de rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
o Regering en individuele ministers treden namens de Staat als bestuursorgaan
op  a-organen
B-organen:
 Ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed
 Oefenen bevoegdheid uit op een specifiek terrein van maatschappelijk leven
 Vaak colleges en personen van privaatrechtelijke rechtspersonen (bijv.
zNederlandsche Bank, Nederlands Meetinstituut en APK-keurder)
 Maar: art. 1:1 sub 2 Awb  organen, personen en colleges die niet als
bestuursorgaan worden aangemerkt en dus niet onder Awb vallen, bijv.:
o Wetgevende macht (Eerste en Tweede Kamer)
o Rechterlijke macht
o Raad van State
o Algemene Rekenkamer
o Koning

,Handelingen van bestuursorganen:
 2 soorten handelingen die bestuursorganen kunnen verrichten:
o Feitelijke handelingen
o Publiekrechtelijke rechtshandelingen
 Feitelijke handelingen  handelingen met een rechtsgevolg, ongeacht de wil van
het bestuursorgaan
o Bijv. onderhoud van wegen, etc.
o Schade ontstaat bij onderhoud weg  wil van de overheid maakt niet uit
 Onrechtmatige overheidsdaad  onrechtmatig toebrengen van
schade door de overheid
 Rechtmatige overheidsdaad  overheid brengt schade toe zonder
onrechtmatig te handelen
 Privaatrechtelijke rechtshandelingen  handelingen met een beoogd
rechtsgevolg (bijv, sluiten koopovereenkomst voor computers) – gewone
privaatrechtelijke regels gelden
 Publiekrechtelijke rechtshandelingen
o Bestuursorgaan treedt op binnen de hem exclusief toegekende
overheidsbevoegdheid
o Handeling gericht op een rechtsgevolg
o 2 soorten:
 Awb-besluiten  schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan,
inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling
 Besluiten die niet onder de werking van de Awb vallen 
besluiten door publiekrechtelijke organen die geen bestuursorganen in
de zin van de Awb zijn
 Besluiten die geen rechtsgevolg in het leven roepen zijn ook
geen Awb-besluiten!
Pagina 162 – schematische weergave van bovenstaande
4 soorten Awb-besluiten:
1. Algemeen verbindende voorschriften (avv’s)
2. Andere besluiten van algemene strekking die geen avv’s zijn
3. Beleidsregels
4. Beschikkingen  rechtsvaststeling in een individueel geval
AVV’s:
 DUS: amvb’s, ministeriële regelingen en verordeningen
 GEEN: wetten afkomstig van regering en Staten-Generaal tezamen
 Van toepassing in een onbepaald aantal gevallen
Andere besluiten van algemene strekking die geen avv’s zijn:
 Niet van toepassing in een onbepaald aantal gevallen
 Besluiten die betrekking hebben op de werkingssfeer of het toepassingsbereik van
avv’s
 Geen zelfstandige normen
 Ook wel aanwijzingsbesluiten

,  Bijv.: algemeen verbod tot onaangelijnd uitlaten van de hond, behalve in zone A (avv
= algemeen verbond, geen avv = behalve in zone A)
Beleidsregels:
 Beleidsregel  regel die geldt bij het gebruik van een bevoegdheid door een
bestuursorgaan
 Lijken op avv’s maar zijn dat niet omdat ze niet zijn vastgesteld krachtens een
wetgevende bevoegdheid
Beschikking:
 Beschikking  rechtsvaststelling in een individueel geval
 Niet van algemene strekking
 Afwijzing van de aanvraag geldt ook als beschikking, want anders geen
rechtsbescherming
Pagina 164 voor bovenstaande in schema!
De beschikking:
 2 soorten:
o Begunstigend  doen voor de burger een recht ontstaan (bijv. vergunning)
o Belastend  leggen de burger een verplichting op (bijv. belastingaanslag)
 Eis: beschikking berust op een wet
o Soms: afhankelijk van de inhoud (bijv. tentamencijfer)
o Soms: belastend en begunstigend tegelijkertijd (vaak voorwaarden
verbonden aan een vergunning)
 Eisen aan een rechtsgeldige beschikking:
o Bevoegdheid van het bestuursorgaan  op grond van de wet bevoegd,
bevoegdheid op een juiste manier gebruiken en niet overschrijden
o In overeenstemming met avv’s  staan in Awb (bijv. motiveringsplicht)
o In overeenstemming met algemene beginselen van behoorlijk bestuur
(abbb’s)  vastgelegd in Awb
o In overeenstemming met beleidsregels  instructies die binnen het
bestuursorgaan voor ambtenaren gelden als zij een beschikking vaststellen
I – bevoegdheid van het bestuursorgaan:
 Beschikkingsbevoegdheid  bevoegdheid op grond van de wet
 Verkrijgen d.m.v.:
o Attributie  wet kent aan een bestuursorgaan de bevoegdheid toe om over
een bepaald onderwerp beschikkingen te geven
o Delegatie  bestuursorgaan draagt de bevoegdheid om beschikkingen te
geven over aan een ander bestuursorgaan
 Delegans  overdragend orgaan
 Delegataris  orgaan dat de bevoegdheid krijgt
 Delegataris oefent bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uit
 Moet wettelijke basis hebben
 Delegans kan de bevoegdheid zelf niet meer uitoefenen
o Mandaat  gaat om de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan
besluiten te nemen
 Bestuursorgaan blijft zelf verantwoordelijk voor het besluit

,  Krachtens mandaat genomen besluit geldt als besluit van
mandaterend bestuursorgaan


II – geldigheidsvereisten in de Awb (algemene beginselen)
 Beschikking moet worden vastgesteld in overeenstemming met de toepasselijke
wettelijke voorschriften
 Bestuursorgaan moet algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht nemen
Belangrijkste geldigheidsvereisten voor beschikkingen die in de Awb staan:
1. Zorgvuldige voorbereiding
a. Nodige kennis vergaren omtrent relevante feiten
b. Openbare voorbereidingsprocedure
c. Mogelijkheid tot inspreken
2. Hoorplicht
a. Aanvrager hoeft in beginsel niet te worden gehoord, tenzij de beschikking
waarschijnlijk afgewezen wordt op grond van niet door de aanvrager
verstrekte gegevens (indammen aantal bezwaren)
b. Derde-belanghebbende moet worden gehoord indien:
i. Het orgaan een beschikking zal geven waartegen een derde-
belanghebbende naar verwachting bedenkingen zal hebben
ii. Indien die beschikking steunt op gegevens over feiten en belangen die
de belanghebbende zelf niet heeft verstrekt
3. Evenredige belangenafweging
a. Belangen van alle betrokkenen tegen elkaar afwegen
b. Ook belangen van derden en het algemeen belang
c. Verbod van willekeur  nadelige gevolgen van het besluit mogen niet
onevenredig zijn in verhouding tot het doel van het besluit
d. Zonder vooringenomenheid (neutraliteit)
4. Verbod van détournement de pouvoir
a. Een bestuursorgaan mag zijn bevoegdheid niet voor een ander doel
gebruiken dan waarvoor de bevoegdheid verleend is
b. HR Zandvoortse woonruimte: burgemeester vordert zomerhuisje om
woonruimte beter te verdelen, maar eigenlijk omdat de eigenaar het te duur
verhuurt (andere bevoegdheid)
5. Motiveringsplicht
a. Deugdelijke motivering en motivering moet bij het besluit vermeld zijn
6. Beslistermijn
a. Beschikking geven binnen de termijn die staat in de wet waarop de
beschikking berust
b. Bij ontbreken termijn in de wet  redelijke termijn geldt (max. 8 weken)
c. Dwangsom voor elke dag overschrijden van de termijn (max. 42 dagen)
i. Maar: eerst in gebreke stellen en 14 dagen wachten, daarna gaan de
dwangsomdagen in
7. Bekendmaking
a. Bekendmaking  inwerkingtreding
b. Door middel van toezending of uitreiking aan belanghebbende(n)
Geldigheidsvereisten buiten de Awb (algemene beginselen):
 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur die niet in de Awb zijn opgenomen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur renskebrouwer95. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,49
  • (0)
  Ajouter