Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting inleiding tot het recht 1e bachelor kuleuven €6,49   Ajouter au panier

Resume

samenvatting inleiding tot het recht 1e bachelor kuleuven

 17 vues  1 fois vendu

samenvatting inleiding tot het recht 1e bachelor kuleuven

Aperçu 4 sur 97  pages

  • 4 juillet 2023
  • 97
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
jademebis
DEEL I. HET FENOMEEN RECHT

HOOFDSTUK I. HET BEGRIP RECHT

I.1. Inleiding

Definitie recht: recht is in de 1e plaats een normensysteem (regels), dat door de overheid wordt
opgelegd en gehandhaafd (controleert), en eventueel wordt gesanctioneerd bv. Belastingen op
inkomen, snelheidscontroles

België = federale staat met centraal niveau en deelstaten dus ≠ overheid

I.2. Recht als geheel van bindende regels

I.2.1. ALGEMEEN GELDENDE REGELS

Gelden voor iedereen op een bepaald grondgebied, op elk rechtssubject (iedereen met juridische
persoonlijkheid, iedereen die drager is van rechten en plichten, kan een mens zijn maar ook bv de
kuleuven, de lidl).

I.2.1.1. Algemene gebodsbepalingen

Een regel die voor elk rechtssubject in België een bepaald gedrag verplicht stelt bv. wagen moet
gekeurd zijn, rijbewijs bijhebben. Artikel 422 bis van het strafwerkboek = vb. van negatieve
formulering

I.2.1.2. Algemene verbodsbepalingen

Een regel die voor elk rechtssubject in België een bepaald gedrag verbied bv. een 2 e huwelijk aangaan
terwijl het 1e nog niet ontbonden is.

I.2.1.3. Verlofbepalingen

Een regel die voor elk rechtssubject in België een bepaald gedrag toelaat bv. elke partner in een
huwelijk kan een echtscheiding aanvragen.

I.2.1.4. Belovende regels

Een regel die voor elk rechtssubject in België een belofte inhoud bv. iedereen heeft recht op
onderwijs, een huisvestiging, een job (overheid doet best om een zo goed mogelijk beleid te voeren).

I.2.2. REGELS TOEPASBAAR NA KEUZE

Bv. als je niet trouwt heb je geen last van alle regels over huwelijk.

I.2.3. WILSAANVULLENDE OF SUPPLETIEVE REGELS

Regels gelden alleen voor zolang u niks anders bepaald hebt, wil komt eerst, je kan ervan afwijken bv.
koppel gaat scheiden, het recht zegt dat je mag kiezen hoe je zaken zoals geld wilt regelt
(huwelijkscontract) doe je dit niet dan gelden regels van de overheid.

1

,I.2.4. TECHNISCHE REGELS

Bv. welke gegevens moet je vermelden, binnen welke termijn moeten dingen gebeuren

I.3. Recht en de maatschappelijke orde

Waarom is er recht?
-ubi societas, ibi ius  waar een samenleving is, is recht
- ubi ius, ibi societas  waar er recht is, is een samenleving

I.4. Recht en gezag

HOOFDSTUK II. DE INDELINGEN VAN HET RECHT

II.1. Rechtstakken – Publiekrecht en privaatrecht

Gaat over de rechtsregels die er in België zijn, kan je bruutweg indelen in 2 categorieën.

- Publiek recht: bv. staatsrecht (wie heeft welke bevoegdheden), bestuursrecht uitvoerende macht,
…), fiscaal recht ((belastingen,…), sociale zekerheid (medische kosten,…), strafrecht, strafprocesrecht

- privaat recht: bv. iets dat je huurt, verkoopt, adoptie, huwelijken,…

Verschil gaat over “doel”

1. Publiek  algemene belangen van een staat, natie

1. Privaat  private relaties tussen mensen

Verschil gaat over relaties

2. Publiek recht = verticale relatie tussen de overheid en de burgers (ondergeschiktheid)

2. Privaat recht = horizontale relatie, gelijkheid

Verschil gaat over soort afwijking

3. Publiek = dwingend recht, kan je niet van afwijken

3. Privaat = in principe wilsaanvullend, kan je van afwijken

Verschil gaat over de conflicten

4. Publiek = wanneer het verticaal conflict niet kan worden opgelost is er een ‘probleem’ want
rechter is deel van de overheid, maar burger heeft een conflict met de overheid, maar rechter
kan overheid toch bestraffen (dus kan wel)

4. Privaat = horizontaal conflict, naar de rechter indien nodig




2

,Dit onderscheidt is een 1e idee, maar niet in steen gebeiteld  want wat ooit privaatrecht was kan
publiekrecht worden (of omgekeerd)

II.2. Nationaal recht en internationaal recht

Nationaal recht is gekoppeld aan staten, nationale keuzes over recht hangt vast aan het grondgebied
niet aan de persoon.

Internationaal recht is geldig voor meerdere staten soms zelfs voor heel de wereld

II.3. Objectief recht en subjectief recht

Objectief (the law)= het recht als een voorwerp, zoals het zicht voordoet, de uitprint van de regels,
het recht wat je ter beschikking hebt

Subjectief (a right) = beantwoord de vraag ‘wat kunnen we met het recht, wat betekent het voor
ons?’ men gaat ervan uit dat je voor jezelf opkomt dus bv. niet je zus die het gaat doen

definitie: het recht van een rechtssubject in eigen naam en op basis van eigen belang met een
welbepaalde juridische verplichting die afgeleid is op een regel van het objectief recht, rechtstreeks
af te dwingen van een 3e door middel van een rechtsvordering
 je moet een verplichting afdwingen, omdat het dus niet spontaan/vrijwillig wordt gedaan, de regel
moet je vinden in het objectief recht, je moet je zaak voorleggen voor de bevoegde rechter

Subjectieve rechten kan je in verschillende categorieën indelen

1. absolute rechten vs. relatieve rechten  absoluut recht kan je afdwingen van iedereen (bv.
eigendomsrecht, persoonlijke vrijheid), relatief recht kan je alleen afdwingen van bepaalde
personen
2. politieke vs. burgerlijke rechten ( persoonlijkheidsrechten, familierechten,
vermogensrechten ( zakelijke rechten en vorderingsrechten))

politieke rechten kan je afdwingen van de overheid gaat onder meer over de politieke
vrijheden (vrije meningsuiting), over participatierechten (recht om te kiezen en jezelf
verkiesbaar te stellen) en sociaal economische rechten

burgerlijke rechten: persoonlijkheidsrechten (rechten op fysieke integriteit en geestelijke
integriteit bv. men mag niet tegen je zin een tattoo op je lichaam zetten, verkrachting,
vrijheid van opvattingen respecteren, privacy) + familierechten (huwelijk, afstamming,
ouders,… bv. ouders zijn verplicht je levensonderhoud te geven)  voor deze 2 rechten
gelden 3 kenmerken
1. Het zijn rechten van extra-patrimoniale aard (van buitenvermogens rechterlijke aard, je
kan er geen prijs op hangen bv. liefde voor je mama of papa)
2. Deze rechten kan je niet verkopen of overdragen (bv. je kan geen andere ouders kopen)
3. Deze rechten eindigen altijd bij de dood van de persoon die het recht had

verschil met vermogensrechten 
1. Het zijn rechten die in je patrimonium zitten (zitten in je vermogen)
2. Deze rechten kan je verkopen of overdragen ( is in geld waardeerbaar bv. computer
verkopen, handel)


3

, 3. Rechten eindigen niet bij je dood ( u actief (bezittingen) en passief (schulden) vermogen
gaat naar een erfenis)

 zakelijke rechten = absoluut, gelden voor iedereen bv. eigendom
 vorderingsrechten = relatief, kan je alleen uitoefenen ten aanzien van u tegenpartij
(schuldeiser – schuldenaar)

II.4. Rechtssubjecten

Zijn juridische personen, door het recht erkend, je kan er rechten en plichten aan toekennen. (actief
 persoon die iets kan eisen vs. passief  persoon waarvan iets kan worden geëist)

1) natuurlijke personen  elke mens is drager van rechten en plichten vanaf het moment dat je
geboren wordt op voorwaarde dat je levend wordt geboren en levensvatbaar bent. Voor je geboren
bent kan je al drager zijn van rechten (niet van plichten) bv. je kan al erven voor je geboorte, mensen
kunnen al een schenking doen. Je bent een rechtssubject tot je dood, hierna heb je geen rechten en
plichten meer.

2) rechtspersonen  dit is een abstract gegeven (nooit een mens), een sociaal geheel met een
bepaald doel en om dat doel te kunnen waarmaken leidt dat rechtspersoon een eigen juridisch
bestaan, drager van rechten en plichten (kunnen ook gestraft worden)

-Publiekrechtelijke rechtspersonen  overheidsorganen bv. gemeente aanspreken bij slechte weg

-Privaatrechtelijke rechtspersonen  1) vennootschappen (bv. Aldi) 2) verenigingen (bv. crimen)

II.5. Rechtsfeit en rechtshandeling!

Rechtsfeit  elk feit of toestand of situatie waaraan het objectief recht bepaalde rechtsgevolgen
koppelt bv. geboorte, 18e verjaardag, 65e verjaardag (pensioen), het sneeuwt (rijgedrag aanpassen op
de weg), een niet aangekondigde staking of trein die stilvalt (herkansing examen), je overlijden,
diploma halen. Een rechtsfeit kan een bewuste handeling zijn.

Rechtshandeling  is een handeling die bewust (wetens en willens) stelt om de rechtsgevolgen tot
stand te brengen, die het objectieve recht aan die handeling koppelt. Bv. huren van een kot, dit is
bewust en vrijwillig omdat je weet dat een huurovereenkomst betekent dat je geld moet geven maar
ook dat je in het kot mag wonen. Een onbewuste handeling kan nooit een rechtshandeling zijn.

Verschil rechtsfeit en rechtshandeling: Bv je verkracht iemand, in jou geval doe je het bewust, uit
vrije wil, dit is voor jou geen rechtshandeling want je wilt niet in de gevangenis belanden wel een
rechtsfeit.

Soorten rechtshandelingen:

Wie stelt de handeling

1) publiekrechtelijke rechtshandelingen  verwijzen naar de overheid binnen het
overheidsfunctioneren, gaat over ambtenaren of magistraten of openbare organen in de uitoefening
in hun ambt kan normerend, rechterlijk of individueel zijn.



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jademebis. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter