o Deze opleidingsvorm geeft een voorbereiding op een studie in het hoger onderwijs
en op de integratie in het actieve leven. De studierichtingen komen overeen met de
studierichtingen uit het gewoon voltijds secundair onderwijs.
Deel 9: Sociaal-cultureel werk – inleiding
1. inleiding
Sociaal-cultureel werk = een vorm van sociaal werk waarbij het gaat over mensen in hun vrije tijd
Sociaal
Samen in, met en door groepen om maatschappelijke achterstand op te heffen
Cultureel
= motor van de samenleving op 4 niveaus:
o Ideologisch: kijken naar waarden en normen, tradities, hoe leven we samen, ...
hier activiteiten rond doen en erbij stilstaan
o Gedragsmatig: hoe cultuur tot uiting brengen (kunst, theater, etiketten, ...)
o materieel: schilderijen, boeken, ...
o immaterieel: dialecten, recepten, dansen, verhalen, ...
= sector met 3 deelsectoren (staan langs elkaar)
o Erfgoed (iets wat men bewaart van vroeger)
Roerend erfgoed: voorwerpen (beelden, boeken, ...)
Onroerend erfgoed: kan je niet verplaatsen (gebouwen, ...)
Immaterieel erfgoed: verhalen, dialecten, recepten, ...
o Sociaal-cultureel werk
o Kunsten (men die geld verdient aan kunst)
Werk:
Activiteiten, initiatieven en acties door
o Bevolking / vrijwilligers
o Professionelen (ondersteunen de vrijwilligers)
o Overheid (jeugddienst: financieren van activiteiten)
Sociaal-cultureel werk is NIET altijd hetzelfde als Sociaal-culturele praktijken
SCW = sector met regels en decreten, gesubsidieerd, ondersteund
SCP = hebben GEEN officiële erkenning zoals SCW, er is geen ondersteuning
Een mens heeft 3 soorten tijden:
- 1e tijd: gezinstijd (eten, slapen, koken, ...)
- 2e tijd: werktijd (studeren, werken, ...)
- 3e tijd: overige / vrije tijd alleen hier bevindt het SCW
Eigen aangrijpingspunten tussen mens en omgeving
= leren en vorming, cultuur, ontmoeting en activiteit, bevorderen van het leven als
gemeenschap
37
, SCW helpt met sociale veranderingen, mensen met hun problemen, empoweren en het welzijn
verhogen, maar dan vanuit een andere manier van werken
Focus op mensen die uit de samenleving vallen
Kenmerken SCW:
Vrijwillige deelname
In de vrije tijd (3e tijd)
Gericht op grote groep om te ontplooiing + participatie (sociale deel van SCW)
Streeft naar verandering bij
o Individuen
o Groepen
o samenleving
VB: boek lenen, cursus vrijwillig volgen, lid zijn van koor, lid bij jeugdbeweging, ...
Sectoren van/naast SCW
Van: (nu puur SCW)
lokaal cultuurbeleid (openbare bib, cultuur- en gemeenschapscentra, ...)
sociaal-cultureel volwassenenwerk
amateurkunsten
jeugdwerk
Naast: (nu welzijnssector, vroeger SCW)
samenlevingsopbouw
basiseducatie
Belangrijke ministers binnen SCW
Minister van cultuur = Jan Jambon
Minister van jeugd = Benjamin Dalle
Minister van welzijn = Hilde Crevits
Functies SCW
steeds doelgericht + multifunctioneel
onderscheid tussen:
cultuurfunctie
o = het creëren, bewaren, deelnemen en genieten van cultuur en kunst
o vb: taal leren, leren dansen, toneel bijwonen, ...
leerfunctie gebeurt in vrije tijd!
o = doelgericht opzetten van leeromgevingen die het leren door individuen, groepen
of gemeenschappen mogelijk maken en bevorderen
o Vormingen, workshops, leren werken met iets, ...
o Omvat meer dan een gewone les
Kinderen gaat het om het begeleiden op weg naar volwassenheid
38